
Jan Kooiman CMA (Universiteit Leiden, Delaware Consulting) over de toekomst van Nederlands finance talent. ‘Er lijkt een gat te zijn tussen de oude garde en jonge expertise.’
U bent betrokken bij zowel finance-onderwijs als de dagelijkse praktijk. Welke ontwikkelingen in Nederland vallen op?
‘Ik geloof dat de reikwijdte van onderwijs vandaag de dag beperkt is tot de financiële basics, waardoor de Nederlandse talentenpool zijn competitieve positie verliest. De manier waarop we in Nederland onze financiële talenten managen leidt niet alleen tot kennisverlies over operationele finance, maar ook op het gebied van procesmanagement, grondbeginselen van IT, en bedrijfsstrategie. Multinationals in Nederland zijn al begonnen met het offshoren van hun volledige finance & planning divisies. We moeten nadenken over de gevolgen op de lange termijn.’
‘De uitdaging is dat we verspreid over de hele wereld kennis moeten verscherpen. Hoe kunnen we toekomstige FP&A-medewerkers voorbereiden zodat ze klaar zijn voor de volgende stap? Bedrijven zoeken niet meer naar klassieke accountants met standaard rekenmachines. Organisaties over de hele wereld kijken naar big data en talent dat verandering kan begrijpen, begeleiden en uitvoeren met een tactisch doel voor ogen. Vermarkten met een snelheid van ‘laten we dit het komende jaar doen’ werkt niet meer.’
Het niveau van onderwijs in Nederland is toch hoog. Wat gaat er mis?
Het niveau is net zo hoog in de VS, China en India. Dit leidt tot een aantal pijnpunten voor onze finance collega’s in Nederland. Een van de grootste problemen die ik tegenkom, vooral bij grote organisaties, is dat de managers op hogere posities niet altijd op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen in finance. Er lijkt een gat te zijn tussen de oude garde en jonge expertise. Dit komt ook doordat de groei binnen een bedrijf niet altijd zo snel gaat dat interne talenten aan boord blijven.
‘Bedrijven als Uber en Tesla hebben met een reden een ontzettend platte organisatiestructuur. De financiële afdelingen van Nederlandse multinationals kunnen echter in precies de tegenovergestelde manier georganiseerd zijn. Dit leidt tot een vreemde tegenstelling: er is veel talent beschikbaar, maar het lukt niet altijd de juiste rollen voor hun profielen te vinden, met een kleine kans op verbetering.’
Wat valt u nog meer op?
‘Een ander probleem is de kloof tussen theoretische financiële kennis en de praktische vereisten in het bedrijfsleven van vandaag en morgen. Er zijn nog steeds organisaties die geloven dat finance professionals het beste geholpen zijn met programma’s met een sterke academische focus, in plaats van kennis over echte waardecreatie te absorberen en vervolgens toe te passen. Deze opleidingen over de financiële grondbeginselen hebben hun waarde, maar het is soms waardevoller je medewerkers expertise te bieden die meer praktisch toepasbaar is. De talenten die nu tot de arbeidsmarkt toetreden behoren tot de social mediageneratie en moet dus constant uitgedaagd en gestimuleerd worden. Maar als ze nu een kantoor binnenlopen gaan ze 20 jaar terug in de tijd wat betreft technologie en tempo.’
Een Nederlands probleem?
‘Dit valt al helemaal op in internationale context. De Nederlandse situatie met bijvoorbeeld registeraccountants en registercontrollers verschilt erg met de standaard in de rest van de wereld. Internationale equivalenten zoals het Certified Management Accountant (CMA) programma zijn veel pragmatischer, mede doordat deze continue aangepast worden aan wereldwijde best practices – wat wellicht een reden is voor de groei van die graad in Nederland.’
Wat is het grootste probleem?
‘Een van de meest belangrijke problemen is een gebrek aan begrip tussen financiële en niet-financiële professionals binnen een bedrijf. Er is in het onderwijs een neiging om kennis elitair te behandelen, iets dat vervolgens wordt doorgezet binnen bedrijven. Kennis zou gedeeld moeten worden in plaats van geïsoleerd. Maar de stap die daar aan vooraf is dat men dezelfde taal moet spreken. Aan de Universiteit Leiden onderwijzen we bijvoorbeeld finance aan IT-studenten, en finance studenten krijgen met management accountancy in essentie de taal van de bestuurskamer bijgebracht. Andersom brengen we ook finance studenten kennis over IT bij. Accountingsystemen zoals SAP en Oracle zijn fundamenteel gebouwd op business intelligence data die in een hiërarchie wordt gestructureerd zodat het grotere plaatje duidelijk wordt. Analytics is bovendien in grote mate afhankelijk van de capaciteit om big data te verwerken.’
Is er dus nog hoop voor de toekomst?
‘Absoluut. Gelukkig zijn studenten en young professionals van vandaag de dag zich bewust van de vraag naar gemeenschappelijke kennis. Ze moeten iets bieden dat niet op een offshore locatie te vinden is. Het vermogen om snel te schakelen, met kennis van finance, data en een gedeelde taal tussen verschillende functies. En het goede nieuws is: als ze de juiste opleiding hebben dan zijn er meer dan genoeg mogelijkheden. De vele multinationals in Nederland zoeken altijd naar mensen met internationaal herkenbare diploma’s, en het aantal wereldwijde bedrijven dat hier gevestigd is zou maar zou omhoog kunnen schieten dankzij Brexit.’
Drs. Jan Kooiman CMA is financieel en business operations professional. Hij heeft gewerkt voor accounting en auditbedrijf Peat Marwick (KPMG), waarna hij adjunct-CFO en bestuurslid van Sony Europe werd. Hij is nu VP bij Delaware Consulting Netherlands, doceert aan de Universiteit Leiden en is lid van de Advisory Board van het Institute of Management Accountants Benelux Chapter.