
Helloprint gaat een samenwerking aan met het Duitse investeringsfonds van C&A-familie Brenninkmeijer, Bregal Unternehmerkapital, en durfinvesteerder Project A en haalt miljoenen op. Het Rotterdamse printbedrijf kijkt met een schuin oog naar mogelijkheden in de Verenigde Staten.
Het snelgroeiende printbedrijf Helloprint krijgt een miljoeneninvestering van twee Duitse investeerders. Het in 2013 opgerichte Rotterdamse bedrijf wil het geld gebruiken om zijn internationale expansie in een hogere versnelling te zetten.
Zie ook: Investeringsfaciliteiten en subsidies in Nederland: de kansen in 2017
Helloprint verzorgt via internet allerlei soorten drukwerk voor mkb-bedrijven, zoals brochures, posters, tassen en visitekaartjes. De onderneming is al actief in acht landen, was vorig jaar goed voor een jaaromzet van 30 miljoen euro en telt circa 150 medewerkers op vestigingen in Rotterdam en Valencia.
C&A-familie
Nu wordt een samenwerking aangegaan met het Duitse investeringsfonds van C&A-familie Brenninkmeijer, Bregal Unternehmerkapital, en durfinvesteerder Project A. Zij nemen voor ‘meerdere miljoenen’ een minderheidsbelang in Helloprint, dat de ambitie heeft om door te stoten naar een omzet van 100 miljoen euro in 2019. Bij een eerdere financieringsronde met andere partijen werd vorig jaar al 3 miljoen euro opgehaald.
Oprichter en CEO Hans Scheffer wil zich komende drie jaar richten op uitbreiding naar de rest van Europa en mogelijk naar de Verenigde Staten. ‘Ons netwerk van internationale print- en promoproducenten groeit snel en het is onze ambitie om het netwerk en ons bedrijf in de komende jaren nog sneller te laten groeien.’
Opboksen tegen concurrenten
Het jonge printbedrijf Helloprint heeft een investeringsronde gedaan van drie miljoen euro om de groei in binnen- en buitenland te versterken. Destijds gaf Scheffer aan te willen opboksen tegen concurrenten als het Franse Vista Print. ‘Uiteindelijk is het product dat wij verkopen vrij generiek en dat is internationaal goed op te schalen. Daarom kiezen wij ervoor om niet te denken vanuit landsgrenzen, maar wij kijken naar de Europese markt als uniforme markt. Daardoor ook de uitrol naar allerlei landen.’