
15 maart. De dag des oordeels is aangebroken, Nederland gaat naar de stembus. Ook de Nederlandse financieel directeuren hebben een stem in de Tweede Kamerverkiezingen, maar de meningen zijn verdeeld. ‘Een gecultiveerde boosheid trekt de macht in Nederland naar zich toe.’
Momenteel gaat de strijd tussen partijen als VVD, PVV en CDA. Evenals de zwevende kiezer hebben CFO’s als Bart Bruins, Fred Wichard en Remon Guitjens om consensus te bereiken. Een enkeling vreest Trump-praktijken in Nederland.
Ronald Mom (ISSYS ICT) ziet een verschuiving naar rechts. ‘Met als grootste voorbeeld Donald Trump in Amerika. Ik denk dat de rechtse partijen in Nederland bij de komende verkiezingen veel stemmen gaan krijgen. Wel vind ik dat alle partijen zich duidelijker moeten uitspreken over hun standpunten en daar dan ook naar moeten handelen. Niet om stemmen te winnen, maar om voor een visie (goed of slecht) uit te komen.’
Zie ook: Baudet (FvD): ‘Rutte en Dijsselbloem goochelen met cijfers, heel treurig’
Bart Bruins (Pocket Media) heeft gemengde gevoelens over de verkiezingen. ‘Ik hoop dat traditionele partijen als PvdA, VVD en CDA veel duidelijker gaan aangeven waarvoor ze staan. Ze moeten beter uitleggen waarom bepaalde besluiten worden genomen voor de langere termijn. Als je kijkt naar de AOW-leeftijd terugbrengen naar 65 jaar, dat lijkt mij gewoon niet realistisch naar de toekomst toe. Heel veel mensen die in de range van 55-65 jaar zitten, kijken veel meer naar de eigen portemonnee en zouden zo’n maatregel graag willen terugdraaien. Mensen moeten beseffen dat politiek voor de lange termijn is en niet voor de aankomende 1-2 jaar. Dat is lastig, zeker in deze tijd. Dat zie je ook in de VS, waar mensen kijken naar kortetermijnacties die politici kunnen nemen. Ik ben bang dat de korte termijn zal regeren, dat oneliners de boventoon voeren.’
Fred Wichard (TelcoPlace) is ‘een beetje bevreesd’ voor de verkiezingen. ‘Ik denk dat ook in Nederland een gecultiveerde boosheid de macht meer naar zich toe gaat trekken. De crisis is nog niet groot genoeg om de harmonie, de samenwerking en het optimisme weer voldoende ruimte te geven.’
Remon Guitjens (Vue) maakt zich weinig druk over de politieke strijd in Nederland. ‘Wat we hier ook kiezen, door het stelsel met coalities zal er altijd wel iets gematigd links of rechts uitkomen. Ik heb zelf in het verleden wisselend gestemd, maar ik heb niet het idee dat er in maart iets extreems uitkomt. In de gemeente stem ik overigens linkser dan in de landelijke verkiezingen. In Amstelveen, een vrij groene gemeente, heb ik ook wel GroenLinks gestemd. Landelijk heb ik de laatste twee keer D66 gestemd, met name voor het stukje onderwijs. In de periode van Balkenende stemde ik op CDA, ook een keer op Rutte. Het is dus wisselend.’
Tineke Groenhuizen (Lightweight Containers) kijkt er niet naar uit. ‘Wat mij betreft hadden we nog wel een jaar of twee door mogen gaan op deze manier. Zeker nu, economisch gezien, er weer wat wind in de zeilen komt. Dat creëert rust en stabiliteit. Ik heb moeite met de hoeveelheid politieke partijen die zich momenteel profileren. Deze partijen zijn veelal protestpartijen met wilde ideeën, ontstaan op zolderkamers, zonder enige achterban en organisatie. Ook vind ik het lastig om aan te geven welke persoon op dit moment het beste kan opereren als onze minister-president.’
Martijn Wassink (Greyt) heeft genoeg van het huidige kabinet. ‘Het is tijd dat er weer frisse gezichten komen te zitten. Ik merk aan mezelf een soort Mark Rutte-moeheid. Ondanks dat Rutte een goede job heeft geleverd, zijn we toe aan een ander gezicht. Dat heeft met name te maken met de ellende uit de hele Teeven-deal. Daardoor krijg je toch een soort gevoel dat er een soort netwerkje is dat elkaars hand boven het hoofd houdt. Dat moet er nu wel vanaf.’
Jeffrey Janssen (CFO Netwerk) heeft weinig tijd om zich druk te maken over de verkiezingen. ‘Nederland is een welvarend land en staat in veel lijstjes binnen de top 10 van best presterende landen. Door onze diversiteit zorgen we ervoor dat we een op-en-top democratie hebben. Ik hoop wel dat dit zo blijft. Ik zit niet te wachten op een schertsvertoning zoals in de Verenigde Staten.’