
In zijn jacht op onethisch gedrag kan een CFO bouwen op zijn meer ervaren collega’s. De zogenoemde Generatie Y is namelijk vrij nonchalant als het om integer handelen gaat.
De losse houding van de jongere generaties is een probleem op de werkvloer. De millennials zijn eerder bereid onethisch te handelen als dit in het voordeel is van het bedrijf waar ze werkzaam zijn. Dit blijkt uit de EY EMEIA Fraud Survey. De Generatie Y (25 tot 34 jaar) heeft een nonchalante houding ten opzichte van onethisch gedrag.
Zie ook: Nico Koning: ‘Ik pleit voor oefenen in integriteit’
De millennials wantrouwen hun collega’s ook sneller. Bijna 50 procent denkt dat hun collega’s bereid zouden zijn onethisch te handelen om hun carrière vooruit te helpen, vergeleken met 40 procent in alle leeftijdsgroepen gezamenlijk. Van de Nederlandse ondervraagden geeft meer dan twee derde aan dat zorgen over ethisch gedrag in het bedrijf waar ze werkzaam zijn geen reden voor hen zou zijn om ontslag te overwegen. Bijna de helft van de Nederlanders denkt dat hun carrièreontwikkeling (47 procent) dan wel loyaliteit aan collega’s (42 procent) hen in de weg zouden staan om fraude, omkoping of corruptie te melden binnen het bedrijf waar ze werkzaam zijn.
Doen wat juist is
Brenton Steenkamp, Fraud Investigation & Dispute Services leader in Nederland, merkt op dat corruptie en omkoping een diepgeworteld probleem is in het Nederlandse bedrijfsleven. ‘Ondanks tekenen van verbetering in sommige opkomende economieën beschouwt meer dan de helft van de respondenten in omkoping en corruptie nog steeds als een grote uitdaging. Daarnaast zijn er zorgwekkende aanwijzingen dat senior managers tekortschieten in het aanpakken van deze problemen, wat een negatieve invloed kan hebben op personeel van de jongere generatie. Bedrijven moeten stappen ondernemen om een cultuur te creëren waarin het in het belang van de werknemers is om te doen wat juist is. Trainings- en bewustwordingsprogramma’s kunnen een grote rol spelen in het duidelijk maken wat de gevolgen zijn van fraude en corruptie, en mensen aanmoedigen zich uit te spreken als ze zorgen hebben over onethisch gedrag.’