
Raden van Commissarissen bij Nederlandse beursfondsen laten zich vaak intern evalueren. Board evaluator John Jaakke ziet ruimte voor verbetering. ‘De angst voor kritiek op het eigen functioneren is onterecht.’
Commissarissen laten zich nauwelijks extern evalueren, zo blijkt uit het eerste jaarlijkse Board Survey, verricht door QUIST, onder Nederlandse beursfondsen. Bijna de helft van de onderzochte Raden van Commissarissen heeft over de verslag periode nooit een externe evaluatie laten verrichten. De evaluaties van RvC’s worden vaak intern, en regelmatig door de voorzitter zelf, verricht.
Zie ook: John Jaakke: ‘In de bestuurskamer is er veel sleur, een ongezonde regelmaat’
In slechts een kleine minderheid (16 procent) van de onderzochte jaarverslagen op inhoudelijke wijze verslag gedaan over de werking en de kwaliteit van het toezicht. Een aantal bedrijven geeft ieder jaar zelfs exact dezelfde verantwoording over de evaluatie. Bijna de helft van de onderzochte ondernemingen heeft over de verslagperiode nooit een externe evaluatie laten verrichten, waarvan een kwart eenmaal per iedere drie jaar.
John Jaakke en Pamela Boumeester, die de evaluaties van RvC’s begeleiden, zien verschillende redenen voor het uitblijven van externe evaluatie. Een van de factoren is de (onnodige) vrees voor de confrontatie. Boumeester: ‘De angst voor kritiek op het eigen functioneren is onterecht.’
‘Goed voor aandeelhouder en commissaris’
Door een gebrek aan externe evaluatoren blijven sommige issues liggen. Jaakke: ‘Bestaande patronen worden hierdoor onvoldoende zichtbaar. Goede, onafhankelijke, evaluaties maken dat de raad, en haar individuele leden, beter functioneren. Dit is goed nieuws voor de aandeelhouder, maar ook voor de commissaris zelf. Win-win.’