
Wekelijks stelt Executive Finance in ‘Wat zegt u nu?’ een reeks vragen. Deze week is het de beurt aan Joris Docter, CFO van online accountancyplatform Gekko.
1. Wat is uw functie en hoe zou u uw functie omschrijven aan een kind van 5 jaar?
Ik ben verantwoordelijk voor de financiën, maar eigenlijk ben ik de product owner van Gekko. Ik implementeer wat de klanten willen en ben het medium waardoor onze klanten met onze developers praten. Als ik het aan 5-jarige zou moeten uitleggen… Stel dat iemand wat wil, bedenk ik wat die persoon nou echt wil en vervolgens leg ik dat uit aan onze developers. Zij maken dan wat zij denken wat goed is. Dan keur ik dat wel of niet goed. Dat is het enige wat ik doe.
2. Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Op dit moment een beetje moe. Ik kom zojuist uit het zuiden van het land gereden en ik ben net weer terug in Amsterdam. Wel voldaan, want het waren interessante gesprekken met klanten.
3. Wat staat er in 2017 op de planning?
Wij zijn een online platform. Wij bestaan nu vier jaar en zijn de afgelopen jaren iedere maand met tien procent gegroeid. Dat gaan we dit jaar ook doen. Dat betekent een verdriedubbeling van het aantal gebruikers en weet ik veel hoeveel er op de bank staat. Dat moeten we ondersteunen, anders halen we die tien procent niet. Groei, groei, groei. Dat is het enige wat belangrijk is.
4. Wat is de grootste uitdaging voor uw organisatie?
Het beheersbaar houden van ons product. De meeste bedrijven hebben moeite met het opschalen van een product. Daar hebben wij totaal geen moeite mee, omdat we een digitaal platform zijn. Wij kunnen letterlijk tien keer zoveel klanten aan met ons team als we nu draaien. Het kost ons niets extra. Iedere extra gebruiker kost niets en levert ons alleen maar op. Maar naarmate er meer gebruikers zijn, zijn er meer eisen van klanten. Een van de dingen waar wij de meeste moeite mee hebben, is iets nieuws bouwen dat echt geïntegreerd wordt in de huidige dienstverlening. Dan moet je je alsmaar afvragen of het relevant is wat je hebt gemaakt. We zijn onszelf continu op de vingers aan het tikken.
5. Wat is de grootste uitdaging in uw vakgebied?
Het ligt eraan hoe je ons vakgebied omschrijft. De meeste mensen zeggen dat we een online accountancy tool zijn. De grootste uitdaging binnen online accountancytools zijn nieuwe platformen die volledig nieuwe businessmodellen en technieken op de markt brengen op een veel snellere manier dan de huidige spelers aankunnen. Binnen de fintech zie je dat de incumbents heel veel moeite hebben om aan te passen. Wat zij nu doen, is over vijf jaar waarschijnlijk niet meer relevant. Heel cru gezegd, maar er zijn bedrijven zijn die denken nu goed te zitten, maar over vijf jaar gewoon niet meer bestaan. Vooral de middelkleine tot middelgrote partijen zullen het zwaar krijgen in deze nieuwe wereld waarbij kleine startups en grote techreuzen met bijna unlimited funds nieuwe dingen in de markt pushen. En veel sneller dan de huidige competitors kunnen bijbenen.
Uber is een perfect voorbeeld. De Amsterdamse Taxicentrale dacht dat het goed gaat met hun monopolie. Lekker bezig. Dan komt er plotseling een partij als Uber langs die technisch gezien extreem goed is, een nieuwe manier van business doen heeft ontwikkeld en eigenlijk unlimited funds heeft. Afgelopen jaar hebben ze drie miljard verlies gedraaid. Je kunt wel je best doen, maar het lukt je toch niet om daartegen te competen. Hetzelfde kan gebeuren in de online accountancymarkt en de fintechmarkt. Daar kunnen partijen opstaan die traditionele diensten gewoon wegblazen met een nieuw soort product, een ander businessmodel en gewoon heel veel geld. Waarbij het niet uitmaakt hoeveel verlies ze lijden de komende tien jaar, zolang ze de hele markt maar overspoelen en pakken. Dat is wel echt de grootste bedreiging van deze markt. Een startup of techreus als Google in deze markt gaat zitten en overnemen. Wij gaan gewoon de hele markt in een keer overnemen. Het is hoe men tegenwoordig business doet.
6. Wat is uw laatste juichmoment op uw werk geweest?
Ik kan geen specifiek moment bedenken. Vooral omdat juichmomenten en totale huilmomenten zich zo snel opvolgen. Denk je: ‘Nu hebben we het gemaakt’ blijkt dat er ondertussen aan de andere kant weer wat misgaat. Dus we houden onze champagne over het algemeen in de ijskast omdat we weten dat terwijl we aan het vieren zijn, er weer een misser in de maak is. Mijn laatst pleziermoment was daarom een weekje dat het wat rustiger was. Want als zowel de juich- als de huilmomenten zich snel opvolgen, is een weekje rust wel erg prettig. Het is leuk om heel hard te groeien, maar je houdt het niet meer bij.
Wij rijgen successen en dalingen in het succes heel snel aan elkaar. Al met al gaat het positief, daar zijn we heel blij om. Als een jong bedrijf dat groeistuipen kent, zie je heel veel positieve dingen, maar je bent nooit klaar. Een juichmoment is voor mij als het bedrijf verkocht is en wij allemaal in een huis in Zuid-Frankrijk aan het strand kunnen zitten. Dat zou een einde van een era zijn, maar voorlopig willen we dat nog niet.
7. Wat maakt u boos?
Apathie. Wij geven onze mensen heel veel vrijheid en verantwoordelijkheden. Dan ben je van begin tot einde verantwoordelijk. Het is niet dat er totaal geen oversight of management is, maar er is niemand bij ons die zegt hoe je iets moet doen. Je moet continu zelf blijven bedenken wat je moet doen. Dat vinden heel veel mensen moeilijk. Ook al zegt men altijd dat ze het kunnen, zijn er heel veel mensen die halverwege zeggen ‘Eigenlijk kan ik daar niks aan doen, het is niet mijn verantwoordelijkheid’. Als je een dergelijke instelling hebt, kun je eigenlijk niet bij een klein bedrijf werken. Als je geen verantwoordelijkheid neemt, kan dat heel slecht zijn voor het team. Daar kan ik boos om worden.
8. Met welke vakgenoot zou u wel eens een week willen ruilen?
Ik weet niet of ik met een vakgenoot zou willen ruilen. Mijn baan is ontiegelijk leuk. Ik zou wel willen ruilen met een developer. Ik ben zelf niet megatechnisch, maar het is heel leuk om met je handen achter een computer iets te creëren.
Ik heb bij grotere bedrijven gewerkt en deze ervaring krijg je toch niet snel bij bedrijven die minder hard groeien en minder technisch zijn. Misschien Google. Maar ik ken heel Google niet, dus dat is meer out the top of my mind.
9. Van wie heeft u het meest geleerd?
Gordon Toole, mijn vorige baas bij Philips. Van hem heb ik geleerd dat niet alleen wettelijke en morele maar vooral politieke bezwaren tussen dromen en werkelijkheid staan. Je moet goed weten wanneer het ijzer heet is en je het momentum hebt om dingen te bereiken. Anders moet je niet gaan trekken aan een dood paard.
10. Ajax of Feyenoord?
Ik kom uit Amsterdam, dus dat wordt Ajax. Ik woon hier al een tijdje en ik ga er voorlopig niet weg. Amsterdam is eigenlijk een uit de kluiten gewassen dorp en Rotterdam is meer een stad. Het centrum heeft veel meer een stads gevoel. Het is bruisend geworden. Er gaat niets boven Amsterdam, maar de ontwikkeling van Rotterdam is wel heel leuk om te zien. Maar in ieder geval, dat heeft niets met voetbal te maken, want we zijn gewoon voor Ajax.
11. Hoe ontspant u zich?
Met een kopje koffie en een krantje. Het liefst op een zaterdagmiddag. Wij hebben een heel strikte no working on the weekend. Expres, want het is al stressvol genoeg. Tenzij er iets echt misgaat, maar dat is de afgelopen anderhalf jaar niet voorgekomen. Op maandag pikken we het weer op en kijken we hoe ver we zijn gekomen.
Vorige week was Henk Volberda (Erasmus) aan het woord. Wilt u ook meedoen? Stuur een e-mail naar de redactie.