
Multinationals laten investeringen via derde landen lopen om gebruik te maken van potentiële verdragsvoordelen die de directe route niet biedt. Met een omweg plukken de bedrijven de vruchten van belastingvoordelen. Nederland is nummer vier op de lijst van doorsluislanden.
Landen hebben regelingen ter voorkoming van dubbele belastingen op internationale winstuitkeringen en bieden bilaterale belastingverdragen vaak verlaagde tarieven van de bronbelasting. Het zogenoemde treaty shopping kan de belastingdruk nog verder drukken. Onderzoekers Maarten van ’t Riet en Arjan Lejour (CPB): ‘Dit omleiden van directe buitenlandse investeringen levert wereldwijd gemiddeld een belastingverlaging op van 6 procentpunt. Hierbij blijven de mogelijkheden tot verlaging van de vennootschapsbelasting die afgedragen wordt in het gastland van de investeringen buiten beschouwing.’
Zie ook: Nederland blijft belastingparadijs ondanks Dijsselbloems maatregelen
Lejour en ’t Riet hebben een lijst samengesteld van de zogenoemde derde landen, ook wel bekend als doorsluislanden. Nederland bezet hier een vierde plaats. Het Verenigd Koninkrijk heeft vooralsnog de twijfelachtige eer als koploper van de lijst. In afwachting van de Brexit profiteren multinationals hier het meest van de belastingvoordelen.
Doorsluislanden hebben aanzienlijk grotere directe investeringsvoorraden in het buitenland dan andere landen. In doorsluislanden worden grotere investeringen gedaan door andere landen. Als de waarde van de indicator met 1 standaard deviatie toeneemt, kan de bilaterale buitenlandse investeringsvoorraad met ongeveer 22 procent toenemen.
Goedkopere routes trekken meer investeringen aan
Met een treaty shopping variabele wordt aangegeven of de investeringsroute tussen twee landen ook de goedkoopste is in termen van belastingdruk. Het blijkt dat goedkopere routes ook veel meer investeringen aantrekken. De semi-elasticiteit van 1,7 geeft aan dat een 10 procentpunt hogere belasting tot een 17 procent lagere buitenlandse investeringsvoorraad leidt.