
De Governancecode Zorg 2017 vergroot de verantwoordelijkheden voor bestuurders van zorginstellingen door het pas-toe-of-leg-uit-beginsel te vervangen door pas-toe. ‘Veel bestuurders zullen zich afvragen: waar moet ik beginnen?’
Door de toegenomen nadruk op gedrag en cultuur in zorgorganisaties en de verandering van het beginsel blijkt een gedegen governancestructuur nog altijd een knelpunt bij zorgorganisaties. Partner Bert Hilverda (EY): ‘Als je die twee veranderingen bij elkaar optelt, valt er heel veel voor te zeggen om als zorginstelling het principe ‘pas toe én leg uit’ te hanteren.’
Zie ook: Nieuwe corporate governance code: focus op lange termijn waardecreactie en cultuur
Hi;verda geeft op de website van de accountantsorganisatie aan dat het bord van bestuurders zoals de CFO voller wordt door de nieuwe code. ‘Bestuurders en toezichthouders snappen heel goed dat naleving van de code meer van hen vraagt dan het zetten van vinkjes die de aanwezigheid van bijvoorbeeld een cliëntenraad of klokkenluidersregeling bevestigen. Want waar het uiteindelijk op neerkomt is een organisatorische verankering in cultuur en gedrag. Sturen op dergelijke soft controls is echter geen sinecure; veel bestuurders zullen zich afvragen: waar moet ik beginnen?’
Einde van afvinkgedrag
De zorgpartijen zijn van mening dat het zogenoemde ‘afvinkgedrag’ verleden tijd moet zijn met de Governancecode Zorg 2017. Aan de regels voldoen omwille van de regels is niet wat de code beoogt. Brancheorganisaties Zorg (BoZ): ‘Dat is wel waar het pas-toe-of-leg-uit-beginsel soms toe leidt. De bedoeling en de dialoog moeten weer centraal staan.’
De bepalingen in de code verschillen van karakter, Bij een open geformuleerde bepaling zal er geen behoefte zijn om af te wijken, maar is de vraag hoe de bepaling concreet wordt toegepast veel belangrijker. Bij een gesloten geformuleerde bepaling kan vanwege dat gesloten karakter de toepassing dwingend zijn. BoZ: ‘Dan kan de toepassing van het principe waar de bepaling bij hoort, gediend zijn met een goed gemotiveerde en toetsbare onderbouwing van een alternatieve invulling. De breed gedragen normen en gedragsregels die in de code staan, zijn niet vrijblijvend.’