
Het gesprek tussen bestuurders en commissarissen moet scherper. Hoogleraren Edgar Karssing en Marcel Pheijffer (Nyenrode) willen meer daadkracht zien in de bestuurskamer om de mate van integriteit op te krikken. ‘Te lankmoedige, schijterige commissarissen die niet durven terug te komen op hun beslissing zijn het probleem.’
Integriteit bij bestuurders blijft een heikel punt. Edgar Karssing en Marcel Pheijffer, beiden verbonden aan Nyenrode Corporate Governance Instituut, geven in gesprek met ManagementScope aan dat selectie op basis van integriteit in ieder geval geen oplossing is. Karssing: ‘Ik geloof niet dat je integriteit kunt testen. Een kwade wolf manifesteert zich vaak pas als de omgeving daartoe uitnodigt. Je moet dus niet alleen naar de persoon kijken, maar vooral naar de context.’
Zie ook: Een beetje integere CFO bestaat niet
Pheijffer wil de druk op bestuurders opvoeren. ‘Als je op moraliteit gaat testen, krijg je alleen sociaal-wenselijke antwoorden. Je kunt beter zorgen voor een countervailing power. Het gesprek tussen bestuurders en commissarissen moet scherper. Commissarissen moeten kritische vragen agenderen, bestuurders durven aanspreken en hen zo nodig ontslaan. Vaak vinden commissarissen dat moeilijk, omdat ze die bestuurder zelf hebben benoemd. Daarom bedekken ze ongewenst gedrag soms met de mantel der liefde. Maar als je iemand één keer ergens mee weg laat komen, heb je een afhankelijkheidspositie gecreëerd en je nek in de strop gehangen.’
‘Je moet als commissaris groter zijn dan je ego en durven toegeven: ik heb de verkeerde beslissing genomen,’ vervolgt Pheijffer. ‘Niet die ene lone wolf is het grootste probleem, maar te lankmoedige, schijterige commissarissen die niet durven terug te komen op hun beslissing.’
Exit, voice of loyalty
Karssing ziet herhaaldelijk ene bepaalde nonchalance terugkeren bij bestuurders en commissarissen. ‘De meeste bestuurders en commissarissen weten wel wat ze eigenlijk zouden moeten doen, maar vinden het moeilijk om naar dat afgewogen oordeel te handelen. Je nek uitsteken kan je carrière of maatschappelijke positie immers schaden. Je hebt drie opties: exit, oftewel opstappen, voice, oftewel mensen aanspreken op hun gedrag, en loyalty, oftewel de andere kant opkijken. Aan de hand van voorbeelden die bestuurders en commissarissen zelf hebben meegemaakt, brengen we een concreet handelingsrepertoire in kaart voor voice: zaken aan de kaak stellen. Als je mensen vraagt wat voor hen integriteit is, zeggen ze meestal: ik wil mezelf in de spiegel kunnen aankijken. Het overbruggen van de kloof tussen oordeel en doen helpt daarbij.’
Pheijffer heeft er weinig vertrouwen in. ‘Klinkt mooi, die spiegeltest. Maar aan het eind van de dag geldt toch vaak gewoon de hypotheektest: kan ik die blijven betalen?’ Karssing: ‘Je geestelijk onafhankelijk opstellen is inderdaad gemakkelijker als je financieel onafhankelijk bent. De Amerikanen noemen dat fuck you money: het geeft je de vrijheid om je middelvinger op te steken en zeggen wat je te zeggen hebt.’