
Wekelijks stelt Executive Finance in ‘Wat zegt u nu?’ een reeks vragen. Deze week is het de beurt aan Ed van Viegen, partner bij Greyt, een team van ervaren cfo’s, controllers, consultants en vakspecialisten.
1. Wat is uw functie en hoe zou u uw functie omschrijven aan een kind van 5 jaar?
Mensen met een eigen bedrijf, die noem je ondernemers. Ik help ondernemers. Ik help ze met het opschrijven van hun plannetjes. En als ze die plannetjes hebben opgeschreven, dan help ik ze om de plannetjes te laten uitkomen. Een voorbeeld. Stel dat jij een speelplannetje maakt, je hebt zin om een keer te gaan skaten, maar je hebt dat nog nooit gedaan. En ik zou jou helpen. Dan zou ik je allemaal vragen stellen. Heb je zelf skates of moet je ze van iemand lenen? Wat is je maat? Heb je beschermers en een helm? Wanneer wordt het mooi weer? Kun je zelf skates aantrekken of heb je hulp nodig? En daarna ga ik je helpen bij het skaten. Ik houd bijvoorbeeld je hand vast als je de stoep af gaat. Of ik vang je op als je bijna valt. Zo doe ik dat ook met ondernemers.
2. Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Ik voel me goed. Ik ben nu 1,5 jaar onderweg als partner bij Greyt met focus op de flexmarkt en op ICT bedrijven. En ik krijg het ondernemen steeds beter in de vingers. Mijn ‘handel’ groeit en de opdrachten vallen steeds makkelijker binnen. Dat heeft wel een flinke netwerk investering gevraagd en dat investeren moet ook gewoon door blijven gaan. Soms was ik daarin te ongeduldig, duurden de dingen me te lang. Dan helpt het dat je onderdeel van Greyt ben, een netwerk van ongeveer 25 ervaren financiële professionals. Allemaal CFO’s die het verschil willen maken voor ondernemers in het mkb. Op die groep kun je altijd terugvallen en vanuit ons Greyt-‘huis’ in Rotterdam wordt er ook voor gezorgd dat we elkaar regelmatig ontmoeten. We helpen en inspireren elkaar en dat was ook precies de reden waarom ik bij deze club wilde horen.
3. Wat staat er in 2017 op de planning?
Ik heb twee grote opdrachten lopen. Ik begeleid een uitzendbureau bij de transitie naar nieuwe software en bij de herinrichting van hun bedrijfsprocessen. En ik ben voor een ICT bedrijf aan het onderzoeken hoe ze hun financiële functie kunnen verbeteren. Daarnaast heb ik de nodige kleinere klanten die ik help met het realiseren van hun doelen. Nieuw is dat ik me meer in de organisatie van het Greyt netwerk ga begeven. Zo ben ik recent toegetreden tot de franchiseraad, een soort linking pin tussen de franchisegever en de partners. En ik ben lid geworden van de Greyt-desk bij het CIC, het Cambridge Innovation Center. Dat is een hotspot van startups en scale ups in het Groothandelsgebouw in Rotterdam, waar Greyt sinds kort een permanent bemande desk heeft.
4. Wat is de grootste uitdaging voor uw onderneming?
Het is niet heel lastig om voor een ondernemer van toegevoegde waarde te zijn. Onze kennis en ervaring stelt ons daar uitstekend toe in staat. Het is wel een kunst om een ondernemer er van te overtuigen dat je hem die toegevoegde waarde kunt bieden, zonder dat je daarvoor permanent in zijn bedrijf aanwezig bent. Je zou zeggen dat vooral ondernemers in mijn specialisatie, de flexmarkt, uitstekend de kracht van flex begrijpen. Maar een flex-CFO, daar moeten ze toch altijd even over nadenken. Terwijl ze mij bij uitstek schaalbaar kunnen inzetten, van enkele uren per maand tot vrijwel fulltime. En alles daartussen. En als ik niet genoeg tijd zou kunnen leveren, dan staat er altijd wel een andere Greyt-partner klaar.
5. Wat is de grootste uitdaging in uw vakgebied?
Die uitdaging zit niet zozeer in mijn eigen vakgebied als wel in de markt die ik bedien, de flexmarkt. Er zijn weinig branches waar de ontwikkelingen zo snel gaan. Met de marges onder permanente druk en de blijvende schaarsheid van kandidaten kan geen flex ondernemer het zich permitteren om op de billen te blijven zitten. Klanten en kandidaten verlangen de inzet van innovatieve tools en de wetgever wijzigt de spelregels waar je bij staat. Het afschaffen van de mogelijkheid voor sectorverloning door demissionair minister Asscher is daarvan het meest actuele voorbeeld. Flex ondernemers zullen meer en meer met hun inlenende klanten de strijd aan moeten gaan. De mogelijkheden om goedkoper te ‘produceren’ raken uitgeput en inleners zullen tariefsverhogingen moeten accepteren.
6. Wat is uw laatste juichmoment op uw werk geweest?
Dat was nog vrij recent. Ik zat op een telefoontje te wachten waarin ik zou horen of ik een bepaalde opdracht wel of niet mocht gaan doen. Het telefoontje kwam en de boodschap was niet positief. Tijdens het telefoongesprek wist ik de ander te overreden om er nog eens over na te denken. Niet op een pushy manier, maar goed beargumenteerd. Dat kwam over en de ander vroeg nog een halve dag bedenktijd. Dat werd een spannend aantal uren, maar aan het eind van de middag belde hij terug en bleek ik hem te hebben overtuigd. Ik kreeg de opdracht alsnog. Dan zit je wel even te juichen achter je bureau.
7. Wat maakt u boos?
Tja, het is natuurlijk nogal kleinburgerlijke boosheid, maar ik erger me enorm aan schreeuwende ouders langs de sportvelden en dan vooral in het voetbal. Van die wat sneue vaders die hun eigen mislukte voetbal carrière op hun kind staan af te reageren. En dat zo’n kind zich dan voor zo’n vader loopt te schamen. Mijn jongste zoon Luuk is 11 jaar en speelt in een G-voetbalteam. Ik prijs me gelukkig dat er bij deze jongens en meisjes nog echt wordt ingezet op spelplezier en veiligheid.
8. Met welke vakgenoot zou u wel eens een week willen ruilen?
Ik ben niet per se van de grote corporates, maar met Wolfgang Nickl, de CFO van ASML, zou ik wel een week willen ruilen. ASML is wat mij betreft met afstand het meest interessante bedrijf van Nederland. Een parel van de Nederlandse economie, zeer hightech, met een grote lokale invloed op allerlei toeleveranciers. Extreem op allerlei fronten. Zeer snel groeiend, zeer winstgevend, maar ook zeer cyclisch en daarom zeer flexibel georganiseerd. Ik heb wel eens gelezen dat 40 procent van het personeelsbestand van ASML op een of andere flexibele basis wordt gecontracteerd. Een enorme uitdaging voor zo’n kennisintensief bedrijf. Ik ben heel benieuwd hoe je in zo’n bedrijf stuurt op groei en tegelijkertijd zo flexibel blijft.
9. Van wie heeft u het meest geleerd?
Dat is lastig kiezen want je hebt in verschillende fasen van je leven verschillende leermeesters. In mijn PwC tijd heb ik het accountantsberoep van Peter Tieleman geleerd en anders denken van Martin Blokland. Bij Vitae was Jelle Boelen zeer inspirerend als visionair ondernemer. Sowieso leerde ik bij Vitae heel veel. Het adagium daar was ‘hard op de feiten, zacht op de relatie’ en dat werd ook echt in de praktijk gebracht. Misschien heb ik het meest geleerd van mijn vrouw Heidi. Die gaf mij na PwC het boek ‘Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus’. Of ik nog even met die andere hersenhelft aan de slag wilde gaan. Na Vitae schreef ze me een brief. Het was goed gekomen met de balans tussen empathie en ratio. Dat inzicht was heel leerzaam en om dat te ontvangen van iemand die zo dicht bij je staat is heel waardevol.
10. Ajax of Feyenoord?
FC Utrecht. Bestaat sinds 1970 en ik kom er al sinds 1982 over de vloer. Als Feyenoord of (vooral) Ajax op bezoek komt, dan zijn dat wel jaarlijkse hoogtepunten overigens.
11. Hoe ontspant u zich?
Dat doe ik op verschillende manieren. Actief door op zondagmorgen vroeg met mijn beste vriend Arwin hard te lopen over de dijk tussen Schalkwijk en Tull en ’t Waal. Liefst beginnen als het nog donker en goed koud is en dan genieten van de opkomende zon en het uitzicht over de Lek. Maar ook passief door gezellig met vrienden te genieten van bier, wijn en BBQ. Of door een boek te lezen op de camping, bij mijn cluppie in stadion Galgenwaard, langs het veld bij Luuk of in mijn eentje op de motor. Keuze genoeg, toch?