
Wekelijks stelt Executive Finance in ‘Wat zegt u nu?’ een reeks vragen. Deze week is het de beurt aan Chris Figee, CFO van verzekeringsmaatschappij a.s.r.
1. Wat is uw functie en hoe zou u uw functie omschrijven aan een kind van 5 jaar?
Ik ben de CFO van a.s.r. Wat mijn belangrijkste taak is, dat we de middelen die we hebben, voor een kind van 5 jaar de centjes, op een verstandige manier investeren. In wetenschappelijke taal: de CFO bewaakt de allocatie van schaarse middelen. Geld, mensen of IT. Hoe zorgen dat we de middelen die we hebben, verstandig investeren. De CFO is ook degene die daarbij het neutrale perspectief op gang van zaken kan geven.
De invulling van de CFO moet zo neutraal mogelijk zijn. De CFO moet degene zijn die durft en kan zeggen waar het op staat. Hij of zij is degene die bij uitstek de feiten moet presenteren zoals ze zijn, zonder emotie of eigenbelang moet kunnen aangeven wat verstandig of onverstandig is en hoe de situatie er daadwerkelijk voor staat. Daarom heeft de CFO een zwaarwegende rol in het toewijzen van middelen.
2. Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Gewoon goed. Het zonnetje schijnt, het is weer mooi weer buiten en bij a.s.r. is het eigenlijk ook mooi weer. De verzekeringsmarkt in Nederland is niet makkelijk, maar a.s.r. draait goed. Waar ik blij mee ben, is dat we het aloude vakmanschap weer omarmd hebben in het verzekeringsbedrijf. Het lijkt zijn vruchten af te werpen. Als je kijkt naar de resultaten, zijn wij in staat om met de goede marges ook weer te groeien in een markt die heel concurrerend is. In het verleden hebben we ervoor gekozen om op sommige plekken te krimpen als dat het verstandigste was. Krimpen in volume, krimpen in kosten, krimpen in aantal locaties en aantal medewerkers. Daarmee hebben we keuzes gemaakt die ons nu in staat stellen om weer te groeien. a.s.r. is een bedrijf dat groot genoeg is om relevant te zijn en klein genoeg om wendbaar te zijn. We hebben een aantal jaar geleden keuzes gemaakt die pijn deden, maar die blijken nu ook de goede te zijn geweest. Nu zie je dat we in staat zijn om in een concurrerende markt die niet groeit toch weer groei te pakken.
Schadeverzekeringen was voor ons 6-7 jaar geleden een niet-rendabel product. Toen hebben we besloten om eerst in te zetten op verbetering van onze marges en geaccepteerd dat we flink wat marktaandeel zouden verliezen. Daar ging behoorlijk wat premievolume en marktaandeel aan verloren. Het doel was het herstel in de marges en dat is gelukt. Als je naar ons premievolume in schade bekijkt, zie je van 2010-2012 een krimp in volume en marktaandeel en nu zie je de groei weer terugkomen. Dat was toen best wel lastig. Want je neemt toch afscheid van volume, van klanten. Maar het was wel het verstandige besluit.
3. Wat staat er in 2017 op de planning?
Het verdere afbouwen van het belang van de Staat. We zijn natuurlijk voor een deel in handen van de overheid. We zijn vorig jaar naar de beurs gegaan en we hebben, in samenwerking met NLFI, de beheerder van de aandelen namens de Staat, in rap tempo extra delen van het overheidsbelang afgebouwd. Het tweede punt is Solvency II, de nieuwe financiële regelgeving voor verzekeraars. Dat is geïmplementeerd, maar in het kader van disclosure en uitleg aan de buitenwereld is het voor mij een thema. Het zelf meer sturen op Solvency II en natuurlijk ook daarover rapporteren. Ten derde, wij zijn een bedrijf met een gezonde kapitaalspositie. We kijken wat efficiënt is om het kapitaal in te zetten. Organisch of inorganisch.
4. Wat is de grootste uitdaging voor uw onderneming?
Nieuwe markten. De verzekeraars in Nederland zijn allemaal gegroeid met levensverzekeringen. Dat was in de tijd dat levensverzekeringen nog fiscaal aantrekkelijk waren. Die markt is er niet meer, dat deel in de business krimpt. Dus alle verzekeraars staan voor de uitdaging om een stuk van de business waar krimp onontkoombaar is om die te counteren en om alternatieve groei in alternatieve businessgebieden te vinden. Dat kan in vermogensbeheer zijn, dat kan zijn in schadeverzekeringen. De hele sector heeft de uitdaging. Een deel van de business zal over tien jaar misschien wel gehalveerd zijn. Hoe ga je dat volume compenseren?
5. Wat is de grootste uitdaging in uw vakgebied?
De complexiteit ontstijgen. Verzekeren is in wezen een relatief eenvoudig vak. Alleen de toenemende wet- en regelgeving, zoals Solvency II en IFRS-accounting, maken sommige dingen heel ingewikkeld. De uitdaging is om door de bomen het bos te blijven zien. Wat is nou echt economisch relevant? Je kunt heel veel modeleren, maar kun je er doorheen kijken? Welk besluit neem je nou precies? De uitdaging in het financiële vakgebied in verzekeringen is de complexiteit ontstijgen.
Bijvoorbeeld in Solvency II heb je de discussie over de Loss Absorbing Capacity of Deferred Taxes (LAC DT) en die zegt of je kapitaal, als je een theoretische negatieve schok hebt, ooit van de belasting kunt aftrekken. Het is ook de vraag of je op dat moment voldoende verliescompenserende inkomsten hebt. Daar kun je een enorm model over ontwikkelen, maar uiteindelijk begrijpt niemand meer waar het precies over gaat. Het heeft wel invloed op je solvabiliteit die je rapporteert. Het gaat erom dat je op dat moment niet verzuipt in de complexiteit van het model. Wat is nou eigenlijk het doel hiervan? Heb ik voldoende winst dat als het een keer tegenvalt, kan ik dan die verliescompensatie realiseren? Dat is niet hoe je het in een Excel-model maakt, maar hoe je business draait. De uitdaging in ons vakgebied is om die complexiteit daar te laten en ‘erboven te hangen’. Wat is de economische vraag die echt wordt gesteld?
6. Wat is uw laatste juichmoment op uw werk geweest?
De CFO moet niet huilen en niet juichen. Hij moet zo neutraal mogelijk blijven. Ik ben dichtbij gekomen toen wij een forse nieuwe selldown van de Staat hebben gedaan, 725 miljoen euro. Wij zijn er weer in geslaagd om samen met de overheid en de banken weer beleggers aan ons te binden die bij a.s.r. passen. Het verkopen van aandelen is niet zo moeilijk. Het verkopen van je aandelen aan beleggers die zich in je verdiept hebben en passen bij je bedrijf en ook beleggen omdat ze snappen welke strategie je volgt, dat is wel lastig. Ieder verkoopmoment is dat weer een uitdaging om dat voor elkaar te krijgen. De Staat heeft onlangs de grootste tranche ooit gedaan en het is weer gelukt om beleggers te vinden die in ons geloven. Dat was een avond dat ik om half één de telefoon neerlegde na de laatste conference call en dacht: gaaf, het is weer gelukt.
7. Wat maakt u boos?
Wat ik niet prettig vind, is als mensen zich verschuilen achter een proces. Inhoud gaat namelijk voor. Proces is altijd secundair. Je moet een beheerst proces volgen. Ik kan me eraan ergeren als mensen proces boven inhoud stellen. Het moet andersom zijn.
8. Met welke vakgenoot zou u wel eens een week willen ruilen?
Ik zou wel een week op de stoel van Janet Yellen willen zitten, de baas van de FED. Of Mario Draghi (ECB). Gewoon om te zien hoe zo’n instelling loopt. Wat ziet hij, waar kijkt hij naar, wat voor informatie krijgen zij en hoe nemen zij hun besluiten? De menselijke geest kan toch maar een paar factoren meewegen. Je krijgt heel veel informatie, maar uiteindelijk zijn er maar twee à drie dingen die belangrijk zijn en op basis daarvan hak je een knoop door. Deze mensen hakken knopen door die van wereldwijd belang zijn. Ik zou een vlieg op hun muur willen zijn en weten hoe de discussie in de board van ECB of FED. Hoe hakken zij hun knoop door? Dat zou ik wel willen leren.
9. Van wie heeft u het meest geleerd?
Gerard van Olphen, mijn vorige baas bij Achmea. Gerard leerde mij hoe je een inhoudelijke analyse kon combineren met het verstandig communiceren en formuleren. Hoe je een CFO moet zijn. Je kunt je analyses en je uitwerking doen, maar hoe leg je complexe materie aan iemand anders uit? Zodat het tot een gedragen besluit komt. Verzekeren is een ingewikkeld vak, je kunt diepgravende analyses maken. Als je jezelf verliest n het diepgaan, gaat de discussie nergens heen. Ik heb van Gerard geleerd dat je als CFO in staat moet zijn de materie tot in detail te begrijpen, maar ook het vermogen moet hebben om het op het goede aggregatieniveau uit te leggen. Dat is de kunst.
10. Ajax of Feyenoord?
Er is maar een club in Nederland en dat is Ajax. Soms heb je een missstapje, maar uiteindelijk is er maar een club. Toen Peter Bosz vorig jaar begon, vroeg ik me af waar het heen zou gaan. Uiteindelijk heeft hij het heel goed gedaan. De nieuwe trainer (Marcel Keizer, red.) moeten we het vertrouwen geven.
Ik hoop dat we de ploeg bij elkaar kunnen houden. Ik ben heel bang dat er een leegloop komt. Het lijstje met spelers die weggaan wordt steeds langer. Het zou voor Nederland niet goed zijn als Ajax nog een jaar geen kampioen wordt.
11. Hoe ontspant u zich?
Ik ben een boekenlezer en een filmkijker. Ik lees meestal Engels en dan vooral boeken van C.J. Sansom. Dat zijn detectiveverhalen die zich afspelen in de tijd van Henry VIII en waarbij de geschiedenis echt en feitelijk juist is. Hij hangt zijn verhalen op aan waargebeurde historische gebeurtenissen. Daarin vlecht hij een soort misdaadmysteries. Dat vind ik heel mooi.
Ik heb geen oldtimers waaraan ik sleutel. Ik heb ook geen heel grote hobby’s. Ik ben geen fietser, ik ben geen golfer. Als je werk leuk is, heb je niet heel veel ontspanning nodig om het werk iedere dag weer aan te kunnen.
Vorige keer was Paul Jitta (DPDK) aan het woord. Wilt u ook meedoen? Stuur een e-mail naar de redactie.