
Uber CEO Kalanick is onlangs op non-actief gesteld vanwege een reeks integriteitsschandalen. Een door de directie geïnitieerd onderzoek wees naar een ongezonde invloed van de CEO op de organisatiecultuur. Uit de aanbevelingen van het onderzoek vloeit een aangepaste governance structuur die de invloed van Kalanick als CEO moet verlichten. De situatie bij Uber is geen uitzondering. Een hoofdrol is weggelegd voor financials. Zij spelen een belangrijke rol in het bevorderen van de integriteit van de organisatie.
Een CEO ontslaan vanwege een integriteitskwestie gebeurt steeds vaker. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van Price Waterhouse Cooper (PwC) onder de 2500 grootste multinationals. In West-Europa steeg het aandeel CEO’s dat het veld moest ruimen om bijvoorbeeld fraude, een milieudelict of seksuele intimidatie van 4,2 naar 5,9 procent.
Zie ook: Nico Koning: ‘Ik pleit voor oefenen in integriteit’
Onethisch gedrag kan dus rekenen op een zerotolerance-reactie. Fraudebeheersing is in organisaties een steeds belangrijker onderwerp, omdat de publieke opinie op een andere manier de organisatie raakt. Kritiek op het beleid van organisaties wordt sneller en breder uitgemeten in (sociale) media. Wat en hoe een organisatie communiceert vormt daardoor een belangrijk te beheersen risico, omdat berichten een eigen leven kunnen gaan leiden.
Topje van de ijsberg
Theo Quaijtaal, docent Fraude en fraudebeheersing van NIVE Opleidingen, houdt zich dagelijks bezig met integriteitsonderzoek en advies binnen bestuursorganen. Zijn de ontslagen CEO’s uit het onderzoek het topje van de ijsberg? ‘Dat hoop ik oprecht niet,’ zegt Quaijtaal die ziet dat de aandacht groeit voor het onderwerp. ‘Maatschappelijk gaan we er steeds meer iets van vinden. Je ziet een duidelijke maatschappelijke verschuiving van onwettig naar onwenselijk gedrag. De vernieuwde aandacht kan het beeld geven dat het probleem heel groot is.’
Er wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar onwettig en onwenselijk gedrag in de boardroom. Quaijtaal noemt onder meer narcisme, diversiteit, groupthink, de hofhuishouding onder de board, vriendschap, status, rationalisaties, druk, het ontbreken van elementaire controleprincipes, gebrek aan realiteitszin, bewondering, differentiële associatie, volledige afwezigheid van schuldbesef, ontbreken van een integriteitscultuur en psychological safety als redenen waarom die CEO doet wat hij doet. ‘Dit geldt overigens niet alleen voor CEO’s maar ook voor bijvoorbeeld de politieke top. Ik durf wel de stelling te poneren: Het is niet zozeer de vraag of u met fraude en/of creatief boekhouden te maken krijgt, maar vooral de vraag wanneer!’
Het onderzoek van PricewaterhouseCoopers gaat over grote multinationals. Hoe is het gesteld met kleinere Nederlandse organisaties? ‘De buitenwereld vertellen over fraude in je organisatie zal niet snel gebeuren; Vaak wordt door angst voor reputatieschade fraude binnenskamers opgelost,’ aldus Quaijtaal. ‘Betrouwbare cijfers zijn niet beschikbaar, maar ik denk dat fraude in kleinere organisaties minder voorkomt. 75 procent van de bedrijven in Nederland met meer dan vijftig werknemers zijn immers familiebedrijven en daar heerst nog altijd het geloof dat ze het bedrijf te leen hebben van hun kleinkinderen.’
Faillissementsfraude
‘Wat wel vaker voorkomt is faillissementsfraude. Collega’s Jurjen Bouwens en Dennis Jordan hebben hier onderzoek naar gedaan. Hieruit bleek dat er in eenzesde van de faillissementsgevallen sprake is van een zekere strafbare benadeling en in nog eens 1/6 van de gevallen is sprake van een waarschijnlijke strafbare benadeling. Een curator kiest doorgaans niet voor strafrechtelijke vervolging. Daarvoor is aangifte bij de politie noodzakelijk. De curator moet dan veel werk verrichten om de aangifte goed te onderbouwen. Deze werkzaamheden moeten worden betaald uit de veelal geringe boedel van de failliet, waardoor de curator het risico loopt dat zijn rekening onbetaald blijft. Bovendien is de omvang van de boedel niet gediend met juridische vervolging.’
Volgens Quaijtaal hebben financials een belangrijke rol in het bevorderen van de integriteit van de organisatie. ‘Ze zijn het geweten van de organisatie waarvoor zij werkzaam zijn. Als voorbeeld neem ik de gedragscode van de Register Controllers in Nederland, een vakgroep van financials die belangrijke uitspraken doet over integer handelen. Artikel 2.5 “Het beginsel van integriteit” impliceert dat de controller in al zijn interacties eerlijk moet zijn. Daarom moet hij altijd naar eer en geweten de waarheid spreken, zodat belanghebbenden niet worden bedrogen. Een belangrijk aspect van integriteit is dat de controller niet met rapportages, aangiften, communicatie of andere informatie wordt geassocieerd die onjuist, incompleet of anderszins misleidend zijn, of geen deugdelijke grondslag hebben.’
De controller zorgt ervoor dat hij alle betrokkenen tijdig, juist en volledig waarschuwt. Hij vermijdt misverstanden, zodat betrokkenen zich een goed en juist beeld kunnen vormen. ‘Integriteit staat voor professionele verantwoordelijkheid. Dat betekent dat een controller het tot zijn taak rekent om het moreel juiste te doen. Hij neemt daarvoor zelf de verantwoordelijkheid en legt daarover verantwoording af.’
Theo Quaijtaal is docent van de NIVE cursus Fraude en fraudebeheersing.