
De curator is vanaf 1 juli 2017 wettelijk verplicht om in faillissementen van ná 1 juli te onderzoeken of er sprake is van eventuele onregelmatigheden, zoals fraude.
Per 1 juli 2017 is de ‘Wet versterking positie curator’ officieel in werking getreden. Deze wet zorgt voor meer duidelijkheid omtrent de taak van een curator en zijn positie door:
- een vaste wettelijke taakomschrijving voor de curator bij signalering van faillissementsfraude;
- een uitbreiding van de informatieplicht van de failliet; en
- een medewerkingsplicht tot overhandiging van de administratie van een failliete klant door derden (waaronder accountants-(organisaties).
Onregelmatigheden
In het geval de curator onregelmatigheden constateert, informeert de curator de rechter-commissaris die toezicht houdt in dat faillissement vertrouwelijk. Daarnaast doet hij eventueel melding of aangifte van de onregelmatigheden bij een bevoegde instantie zoals bijvoorbeeld het Centraal Meldpunt Faillissementsfraude, FIOD of politie. ‘Een melding of aangifte doet de curator alleen als hij of de rechter-commissaris dit gelet op het geconstateerde nodig acht’, meldt BDO. ‘In het periodieke faillissementsverslag moet de curator bovendien voortaan opnemen hoe hij zich van zijn fraudesignalerende rol heeft gekweten.
Informatiepositie curator
De informatiepositie van de curator op grond van de Faillissementswet (Fw) wordt door de invoering van inlichtingen- en medewerkingsplichten en de plicht tot het overleggen van de administratie in faillissement sterker en duidelijker, signaleert BDO. ‘Daarnaast krijgt de curator meer mogelijkheden om onregelmatigheden rondom een faillissement op te sporen en aan te pakken. De gefailleerde licht de curator niet alleen op verzoek, maar ook uit eigen beweging in over feiten en omstandigheden waarvan hij weet of behoort te weten dat deze voor de curator van belang zijn. Denk hierbij aan informatie over activa in het buitenland, zoals vastgoed en banktegoeden.’
Bij het faillissement van een rechtspersoon, V.O.F. of CV gelden de inlichtingen- en medewerkingsverplichtingen (ook) voor (middellijk) bestuurders, commissarissen, vennoten en feitelijk bestuurders. Tevens valt iedereen die in de drie jaar voorafgaande aan het faillissement bestuurder, commissaris of vennoot bij de failliet was, onder deze verplichtingen.
Medewerkingsplichten derden
Derden die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf de administratie (gedeeltelijk) onder zich hebben, moeten die administratie en alle daartoe behorende bescheiden op verzoek volledig aan de curator ter beschikking stellen. BDO: ‘Deze verplichting geldt voor een ieder die administratie onder zich heeft, dus ook een accountant of belastingadviseur.’