
In vergelijking met andere Europese landen zoeken Nederlandse ondernemers nog altijd het vaakst een bank om de start van hun bedrijf te financieren. De meeste ondernemingen maken van oudsher vooral gebruik van bancair krediet als financieringsbron. Maar veel ondernemingen klagen dat banken sinds de crisis behoudender zijn geworden met het verstrekken van leningen. Tijd om aandacht te besteden aan alternatieve financieringsvormen.
Uit de sectorprognoses voor het bedrijfsleven 2015 van de Rabobank blijkt voor het eerst sinds jaren dat in 2015 alle sectoren zullen profiteren van economische groei. De economische groei wordt niet alleen gedragen door aantrekkende export en stijgende investeringen. Voor het eerst sinds jaren zal naar verwachting ook de particuliere consumptie in 2015 weer licht toenemen. De daarvoor benodigde investeringen moeten natuurlijk wel kunnen worden gefinancierd. De financiële wereld is echter aan belangrijke ontwikkelingen onderhevig. Banken spelen in Nederland en Europa een dominante rol in de financiering van ondernemingen.
Zie ook: Wat is de status van de Europese Bankenunie?
Twee derde van de ondernemingsfinancieringen wordt verstrekt door banken en een derde door kapitaalmarkten. In de Verenigde Staten is deze verhouding andersom. Veel ondernemingen zijn vooral met vreemd vermogen, leningen en kredieten, gefinancierd. Hiervan verloopt meer dan 80% via banken, hoofdzakelijk via de drie grootbanken. Ondernemingen zijn dus kwetsbaar voor afnemende kredietverlening door de banken. Daarnaast zijn veel met name kleinere ondernemingen gefinancierd met eigen vermogen uit eigen middelen of bijvoorbeeld vrienden of familie. In totaal heeft jaarlijks circa 10 tot 20% van alle ondernemingen behoefte aan nieuwe financiering buiten de bestaande kredietruimte.
Als we ons als voorbeeld even concentreren op het mkb, dan blijkt uit de Verkenning MKB-financiering van de Commissie-Hoek uit 2013 dat sinds 2010 de omvang van kleine kredieten, tot € 250.000, en de kredietverlening in specifieke sectoren, zoals Bouw, Retail (non-food) en Commerciële Dienstverlening, is gedaald. De omvang van kleine kredieten met 4% per jaar. Kleine kredieten vormen maar een beperkt deel van de totale zakelijke kredietverlening, slechts circa 7%, maar een grote hoeveelheid mkb-ondernemingen heeft een klein krediet. Van de 20% mkbondernemingen die jaarlijks financiering zoekt buiten de bestaande kredietruimte, ervaart meer dan 20% financieringsproblemen; voor het kleinbedrijf is dit meer dan 40%. Deze daling wordt veroorzaakt door zowel een lagere vraag naar kredieten door het mkb als een afnemend aanbod van kredieten door banken.
Met name drie categorieën mkb-ondernemingen hebben acute financieringsproblemen:
• starters; starters zijn altijd moeilijk te financieren met vreemd vermogen, omdat hun risico-rendement-profiel hoog is. De toekomstige cashflows zijn vaak onzeker, het track record is beperkt, de gevraagde financiering is doorgaans klein (en daarmee zijn de bewerkingskosten voor investeerders relatief hoog), de kwaliteit van de onderliggende businessplannen varieert sterk en het beschikbare onderpand is meestal beperkt. Ongeacht de macro-economische situatie is financiering van starters dan ook een uitdaging.
Het risico-rendement-profiel van starters vraagt ook eigenlijk om een vorm van financiering door middel van eigen vermogen. Maar Nederlandse ondernemers lijken, ook in vergelijking met andere landen, vooral financiering via vreemd vermogen te zoeken en zijn vanwege de eventuele deling van zeggenschap slechts in beperkte mate bereid tot participatie van andere aandeelhouders. In een slechte economische situatie worden starters extra hard getroffen, omdat ook particulieren, vrienden en familie bijvoorbeeld, over minder middelen beschikken om starters te kunnen financieren;
• ‘grensgevallen’; ‘grensgevallen’ ontvingen onder een gunstiger economisch klimaat wel financiering, maar ervaren nu financieringsproblemen. Oorzaak hiervan zijn de lagere bedrijfsrendementen als gevolg van de huidige economische situatie, in combinatie met de hogere rentetarieven die worden gevraagd door financiers en de (onbewust) kritischere beoordeling door banken;
• mkb-ondernemingen in krimpende sectoren; mkb-ondernemingen in krimpende sectoren, zoals Bouw, Retail (non-food) en Commerciële Dienstverlening, ervaren een sterk afgenomen vraag naar goederen en diensten, vaak gecombineerd met negatieve vooruitzichten. Basel I, II en III vormen een set van internationale standaarden voor het bepalen van risicogevoeliger kapitaal- en andere eisen, aan banken te stellen om meer nadruk te leggen op interne methoden ter beheersing van de risico’s van banken en vereist onder andere een gedetailleerde risico-inschatting en hogere kapitaalseisen van banken.
De banken kregen steeds meer strikte eisen opgelegd en moeten hogere buffers aanleggen, waardoor minder geld beschikbaar is voor financiering. De strengere eisen die worden gesteld aan kapitaal, funding en liquiditeit, hebben dan ook verstrekkende invloed op de banken zelf, maar ook op de financiële markt als geheel. Banken waren altijd de aanjagers van de economie, doordat ze veel liquiditeiten ter beschikking konden stellen. Door de nieuwe regelgeving wordt dit moeilijker en in ieder geval minder rendabel. De kredieten die relatief minder aantrekkelijk zijn, zoals kleinere of risicovollere kredieten, worden hierdoor het eerst getroffen.
Bovendien is de wil bij banken om te investeren afgenomen. Ze zijn meer risicoavers geworden. De risico-opslag op de rente is omhoog gegaan en de eisen zijn enorm toegenomen, bijvoorbeeld op het gebied van de zekerheden die moeten worden verstrekt en de rapportages die ondernemingen bij kredietaanvragen aan de bank moeten overleggen. Daarnaast is het vooral voor kleinere ondernemingen
moeilijker om in de financieringsbehoefte te voldoen, omdat daardoor langetermijnfinancieringen duurder worden, niet alleen voor banken, maar daardoor ook voor
ondernemingen.
Dit terwijl de komende drie jaar in Europa voor € 1.800 miljard aan bankleningen zal moeten worden geherfinancierd. Gezien de liquiditeitsspanning die dit oplevert, doen ondernemingen er verstandig aan om bij het invullen van hun (her)financieringsbehoefte zelf de regie in handen te nemen, vroegtijdig alle financieringsalternatieven te onderzoeken en passende voorbereidingen te treffen. Dit leidt langzaam maar zeker tot de komst en het gebruik van alternatieve financieringsvormen die hun weg proberen te vinden naar ondernemingen met een financieringsbehoefte.
Het Amerikaanse model nadert
Langzaamaan schuift Europa daardoor op naar het ‘Amerikaanse model’. Dit betekent echter wel dat ondernemend Europa, en daarmee ook Nederland, een andere mindset zal moeten krijgen ten aanzien van financiering en alternatieve financieringsvormen in het bijzonder. De bank zal in de toekomst waarschijnlijk niet altijd meer het loket zijn waar ondernemingen tegen de aantrekkelijkste voorwaarden kunnen aankloppen voor de gehele (her)financieringsbehoefte.
Met zekerheid kan worden gesteld dat ook in de toekomst innovatie zal blijven plaatsvinden in de markt van financieringsvormen. Bepaalde alternatieven die nu bestaan zullen aan populariteit verliezen, terwijl andere juist een grote groei zullen doormaken. Het is in dat toekomstbeeld haast vanzelfsprekend dat banken een grote rol zullen blijven spelen in het verstrekken van vreemd vermogen aan ondernemingen. Daarnaast zullen banken ook hun rol blijven (willen) vervullen in transacties die tot stand komen met andere financieringsbronnen.
Andere financieringsbronnen, zoals institutionele beleggers bijvoorbeeld, maken gebruik van de infrastructuur, kennis en expertise van banken bij de samenstelling en beoordeling van de risico’s en rendementen van een kredietportefeuille. Deze intermediatie betekent voor banken dat zij ook in tijden dat hun balans onder druk staat door regelgeving, concentratierisico’s, funding en kapitaalschaarste uiteindelijk de balans minder hoeven in te zetten, terwijl zij toch hun cliënten kunnen blijven bedienen en daarmee hun relevantie voor de maatschappij kunnen blijven behouden, ook onder de Basel-regelgeving.
Banken zijn momenteel aan het beoordelen hoe ze hun betrokkenheid bij de langetermijnfinanciering van hun klanten kunnen handhaven. Ze hebben veel contacten met andere investeerders, zoals pensioenfondsen, verzekeraars, particuliere beleggers, en willen die andere financieringsbronnen meer betrekken bij de kredietverlening van de bank. De andere investeerders willen van hun kant deelnemen in de kredietverlening aan de klant. Deze vorm van kredietverlening bestaat al langer in Amerika. In dit verband doet het begrip disintermediatie opgeld. Onder disintermediatie wordt het bedienen van de klant met minder afhankelijkheid van de bankbalans door relaties met investeerders in te zetten voor klanten verstaan.
Bancaire financiering versus alternatieve financieringsvormen
De financieringsmarkt is door al deze ontwikkelingen de afgelopen jaren zo fundamenteel en structureel veranderd, dat ondernemingen en financiële medewerkers, managers en adviseurs in het bijzonder er goed aan doen om zich te verdiepen in de voor- en nadelen van bancaire financiering versus alternatieve financieringsvormen en te onderzoeken hoe alternatieve financieringsvormen de
bancaire financiering kunnen aanvullen of vervangen om invulling te kunnen blijven geven aan de financieringsstrategie van een onderneming.
Het is dan ook nuttig als financiële medewerkers, managers en adviseurs goed weten welke alternatieve financieringsvormen er bestaan, wat die inhouden en welke voor- en nadelen ze bieden. Al is dat vaak een kwestie van maatwerk. Aan de ene kant is niet elke alternatieve financieringsvorm voor iedere onderneming geschikt. Aan de andere kant hadden alleen grote internationale ondernemingen traditioneel toegang tot de kapitaalmarkten en alternatieve financieringsvormen, maar gestaag komen er meer alternatieven beschikbaar.
Doorgaans geldt daarbij wel, dat hoe groter een onderneming, hoe meer alternatieve financieringsvormen er voorhanden zijn. Zodat uiteindelijk alleen die ondernemingen waar de financieringsproblemen het meest schrijnend zijn in de toekomst nog op banken zullen zijn aangewezen.
Terwijl ondernemingen die bedrijfsfinanciering als strategisch thema zien, zich realiseren dat de financieringswereld continu in beweging is en openstaan voor alternatieve financieringsvormen, in staat zullen zijn om financiering tegen de laagste (rente)-kosten en scherpe voorwaarden en condities zeker te stellen. Ondernemingen die dat niet doen, stellen zich bloot aan een onnodig (her)financieringsrisico dat ontstaat door mogelijk onvoorspelbaar handelende banken.
Ook de overheid en toezichthouders kunnen een rol spelen bij het oplossen van de financieringsproblematiek in het bedrijfsleven. De Commissie-Hoek stelt in de Verkenning MKB-financiering twee specifieke maatregelen voor om de financieringsproblemen voor starters en grensgevallen te helpen oplossen:
• beter benutten en eventueel uitbreiden van garantieregelingen;
• invoeren van fiscale prikkels om de opbouw van eigen vermogen door mkbondernemingen te bevorderen en financiering door particulieren, vrienden en familie bijvoorbeeld, te stimuleren.
De overheid heeft diverse regelingen in het leven geroepen om de financiering te stimuleren, zoals de borgstelling mkb-kredieten en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO). De borgstelling mkb-kredieten is een regeling waarbij de staat borg staat voor dat deel van een bancaire lening van een onderneming waarover de onderneming de bank geen zekerheden kan bieden. Die borgstelling kan de drempel voor de bank verlagen om een lening te verstrekken, omdat het kredietrisico voor de bank daardoor kleiner wordt. De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een regeling gericht op (middel)grote ondernemingen, waarbij het risico op de financiering tussen overheid en financier wordt gedeeld. Daarnaast zullen meer regelingen ontstaan, doordat de Europese regels over staatssteun in de vorm van garanties, kapitaalinjecties of fiscale instrumenten aan ondernemingen per 1 juli 2014 zijn verruimd. Overheidsregelingen worden in deze cursus niet verder behandeld. Daarvoor wordt verwezen naar de cursus Financieringswijzer.
Scoren met loon- en innovatiesubsidies
Ook subsidies kunnen helpen bij het oplossen van de financieringsproblematiek. Met subsidies steekt de overheid nationaal en Europees een forse helpende hand uit naar de ondernemers. Opvallend is dat ondernemingen nog veel subsidie laten liggen. Ondernemingen kunnen op het gebied van loon- en innovatiesubsidies echt scoren, het kan groei en vernieuwing dichterbij brengen en enige verlichting geven in zware tijden. Ook is de weg naar investeerders korter als een onderneming ondersteunende subsidie heeft aangevraagd.
Subsidies worden in deze cursus niet verder behandeld. Daarvoor wordt verwezen naar de cursus Subsidies. Naast de twee eerdergenoemde specifieke maatregelen voor starters en grensgevallen stelt de Commissie-Hoek in de Verkenning MKB-financiering twee generieke maatregelen voor die een positieve invloed hebben op de financiering:
• verder verfijnen van kapitaaleisen in nieuwe regelgeving, zodat deze meer in lijn komen met de werkelijke risico’s en mkb-financiering aantrekkelijker wordt voor banken en institutionele beleggers, zonder daarbij de totaaleisen te verlagen en afbreuk te doen aan de stabiliteit van het financiële systeem; en uitbreiden van voorlichting en educatie aan ondernemingen, om de kwaliteit van kredietaanvragen te verbeteren, de kansen op zakelijk succes te vergroten en de bewerkingskosten voor financiers te verlagen.
Door nationale en internationale regelgeving, zoals Basel I, II en III, krijgen banken steeds meer strikte eisen opgelegd en moeten ze hogere buffers aanleggen, waardoor minder geld beschikbaar is voor financiering. Bovendien is de wil bij de banken om te investeren afgenomen. Ze zijn meer risico-avers geworden. De reguliere financieringsmogelijkheden voor ondernemingen zijn voor een groot deel gewoon weggevallen. Vooral kleinere ondernemingen komen daardoor in de problemen. Het gaat dan zowel om nieuwe financieringen voor vervangings- of uitbreidingsinvesteringen als om het vernieuwen van bestaande financieringsarrangementen.
Bovendien is traditionele bancaire financiering veel onaantrekkelijker geworden dan vroeger. De risico-opslag op de rente is omhoog gegaan en de eisen die banken aan de financiering stellen zijn toegenomen, bijvoorbeeld op het gebied van de zekerheden die moeten worden verstrekt en de rapportages die ondernemingen aan de bank moeten overleggen. Daarnaast moet de bank zelf ook aan veel meer eisen voldoen en zijn de procedures dus aangescherpt. Het is daardoor veel moeilijker geworden om bancair te financieren tegen aantrekkelijke voorwaarden.
Bancaire financiering: minder makkelijk en minder aantrekkelijk
Voor het hele speelveld van ondernemingen geldt daardoor dat bancaire financiering minder makkelijk en minder aantrekkelijk is geworden. Zowel kleine als grote ondernemingen gaan met lood in hun schoenen naar de bank en krijgen daar vaak nul op het rekest. Maar ondernemingen willen ondernemen en moeten dus aan de slag met alternatieve financieringsvormen. Binnenkort is € 2 miljard nodig voor herfinanciering in alleen het mkb al, maar de banken kunnen de financieringsvraag niet alleen aan. Daarom is het belangrijk dat financieel medewerkers, managers en adviseurs kennis opdoen over alternatieve financieringsvormen.
De behoefte aan alternatieve financieringsvormen speelt bij alle ondernemingen, maar grote ondernemingen kunnen makkelijker terecht op de nationale of internationale geldmarkt, aandelenmarkt of kapitaalmarkt. Daarnaast was aanvankelijk het scala aan alternatieve financieringsvormen beperkt. Onder andere omdat de bedragen die veel ondernemingen willen lenen aanvankelijk te laag waren om met alternatieve financieringsvormen aan de slag te kunnen gaan en de kennis van alternatieve financieringsvormen met name bij kleinere ondernemingen vaak in mindere mate aanwezig is. Verschillende nieuwe alternatieve financieringsvormen en het verlagen van de drempels van bestaande alternatieve financieringsvormen hebben naast de bredere publiciteit ten aanzien van alternatieve financieringsvormen de mogelijkheden ook voor mkb-ondernemingen verruimd.
De bekendheid van alternatieve financieringsvormen, zoals crowdfunding, kredietunies en factoring is bij veel ondernemingen nog gering. Enerzijds heeft het verwerven van bekendheid tijd nodig. Financiering is in veel kleinere ondernemingen geen continu proces, zoals bij grote ondernemingen, die daar specialisten voor inzetten. Anderzijds spelen onvoldoende interesse voor financiering en onvoldoende kennis van zaken op dit gebied ook een rol. Uit recent onderzoek blijkt dat ondernemers in kleinere ondernemingen met minder dan vijftig medewerkers hun eigen kennis op dit gebied als vrij matig beoordelen. De bekendheid van alternatieve financieringsvormen neemt toe, maar het vertrouwen bij ondernemers om met nieuwe initiatieven in zee te gaan is nog broos.
Ondernemingen die wel weten wat alternatieve financieringsvormen, zoals crowdfunding, kredietunies en factoring ongeveer inhouden, hebben vaak nog drempelvrees om er daadwerkelijk gebruik van te maken, weten soms niet exact hoe ze potentiële financiers kunnen interesseren en overhalen en welke informatie ze financiers moeten verschaffen over resultaten en perspectieven voor hun onderneming. Het gebruik van alternatieve financieringsvormen is als gevolg hiervan nog beperkt.
Het terugtrekken van de bank uit de kredietverlening en de opkomst van alternatieve financieringsvormen hebben als ander belangrijk nadeel dat ondernemingen niet langer één loket voor financieringsaanvragen hebben, maar een meer gedegen analyse van meerdere alternatieven moeten uitvoeren. Dit heeft gevolgen voor de rol van financiële medewerkers, managers en adviseurs. Alleen door een goede analyse van de mogelijkheden kan een onderneming met vertrouwen een afweging maken tussen de verschillende alternatieve financieringsvormen en kiezen voor de best passende financieringsvorm.
Banken letten op de centen
Daarnaast gaan banken in de komende jaren fors op hun kosten besparen. Zij realiseren dit voor een deel door delen van hun taken over te dragen aan financiële intermediairs, zoals accountants- en administratiekantoren. Met de opkomst van het gebruik van alternatieve financieringsvormen zal dan ook de betrokkenheid van financiële adviseurs de komende jaren groter worden.
Adviseurs, zoals accountants, boekhouders en brancheorganisaties, kunnen een sleutelrol vervullen bij de financiering, maar hebben vaak nog te weinig kennis van het onderwerp. Met name over stapelfinanciering is de onkunde onder accountants groot. Accountants adviseren daardoor onvoldoende over de kansen en mogelijkheden. Vooral de mogelijkheden om uiteenlopende financieringsvormen aan elkaar te koppelen, zoals een banklening met werknemersaandelen, crowdfunding, de uitgifte van een beursgenoteerde obligatielening of aandelenuitgifte blijven daardoor vaak onbenut.
Accountants zouden nog in onvoldoende mate weten dat zulke combinaties mogelijk zijn en hoe die tot stand te brengen. Daardoor missen veel ondernemingen kansen op herfinanciering en groei. De kennisachterstand van accountants over bedrijfsfinanciering, is vooral veroorzaakt doordat bancaire financiering altijd eenvoudig te regelen is geweest. Accountants hebben zich er daarom niet zo in verdiept. Als deze intermediairs met de juiste informatie worden gevoed, kan het snel gaan.
Permanente Educatie (PE): Alternatieve financieringsvormen
De cursus Alternatieve financieringsvormen wil een bijdrage toe leveren. Tijdens de cursus leert u meer over directe én indirecte financiering. Ook krijgt u een stappenplan voor alternatieve financieringsvormen aangereikt.