
Europese banken zijn stabieler dan in het verleden. Ook de kapitaalmarkten staan er beter voor. Maar hoe staat het er eigenlijk voor met de Europese Bankenunie?
Aanvankelijk werd augustus 2017 de groeiende onzekerheid over de waarde van hypotheekleningen in de VS gezien als een geïsoleerd liquiditeitsprobleem. Grote structurele solvabiliteitsproblemen zouden er echter achter schuil blijken te gaan. Door ingewikkelde constructies dienden hypotheekleningen als onderpand voor nieuwe leningen die door Amerikaanse maar ook Europese instellingen waren gekocht. Leningen van bijzonder slechte kwaliteit, waarmee de bijnaam toxic assets snel was geboren. Veel partijen hadden ze direct of indirect op de balans staan, vaak zonder weinig besef hoeveel leningen ze hadden uitstaan en hoe groot de problemen waren. Miljarden aan afschrijvingen waren het gevolg.
Zie ook: ‘Europese banken staan er beter voor’
U weet het, kapitaalinjecties vanuit overheden, ECB en IMF moesten de banken ‘overeind’ houden. Anderen werden genationaliseerd. Vanaf 2010 veranderde daardoor het karakter van de crisis. De staatsschulden van verschillende Europese landen liepen extreem op als gevolg van deze bail-outs, waardoor Europese overheden in de schulden raakten en de belastingbetaler moest betalen.
Een aantal belangrijke mankementen in de geldende bancaire wet- en regelgeving en toezicht kwamen als gevolg van die crisis aan het licht. Mankementen die onder meer zijn terug te vinden in de kapitaal- en liquiditeitsregels, herstel- en resolutieregels en in het grensoverschrijdend toezicht.
Vicieuze cirkel doorbreken
De nationale toezichtstructuren bleken niet meer berekend te zijn op de geïntegreerde en onderling verweven Europese financiële markten. De samengevoegde monetaire verantwoordelijkheden sinds de oprichting van de Europese Unie in 1992 hadden nauwe economische en financiële integratie aangemoedigd en de kans op grensoverschrijdende effecten bij bankencrises vergroot. Deze specifieke risico’s en de vicieuze cirkel tussen overheidsschuld en bankenschuld moesten worden aangepakt. Daarnaast bleek de samenwerking tussen nationale toezichthouders tijdens de crisis onvoldoende om de problemen waarmee de eurozone werd geconfronteerd effectief op te kunnen lossen.
Het was duidelijk dat deze mankementen moesten worden gerepareerd en de kern van de Europese Unie moest worden versterkt om verdere instorting te voorkomen. Om deze mankementen te repareren zijn nationale toezichthouders aan het werk gegaan om wijzigingen in de bancaire wet- en regelgeving aan te brengen om vervolgens tot het besef te komen dat wet- en alleen effectieve uitwerking kan hebben als de spelregels in alle landen hetzelfde zijn en als het toezicht op het naleven van deze regels centraal wordt uitgevoerd.
Coördinatie tussen nationale toezichthouders
Zoals al eerder aangegeven was de coördinatie tussen nationale toezichthouders aanvankelijk beperkt. Allereerst liet het toezicht op grensoverschrijdend bancair verkeer te wensen over. Praktisch kwam het erop neer dat er slechts beperkte tot geen coördinatie bestond tussen de verschillende nationale toezichthouders waar grensoverschrijdend bancair verkeer mee te maken had. Dit had twee gevolgen. Aan de ene kant heeft de toezichthouder in Nederland mogelijk veel te weinig zicht op de gehele structuur en risico’s van de buitenlandse bankengroep waartoe de Nederlandse vestiging van een bank toe behoort. Op deze manier kan de Nederlandse toezichthouder zijn toezicht niet effectief inrichten en uitvoeren. Aan de andere kant heeft de betreffende bankengroep in ieder land met een ander toezichtsysteem te maken, wat tot hoge compliance kosten leidt. Deze hoge kosten drukken de winst en zullen op de klant worden afgewend.
Toenemende complexiteit
Daar komt bij dat het toezicht op financiële markten en instellingen de afgelopen decennia steeds ingewikkelder is geworden. Financiële markten, ondernemingen en producten zijn veel complexer geworden en financiële instellingen breiden de activiteiten op meerdere terreinen uit en opereren steeds meer op globaal niveau. Daardoor is de verwevenheid met andere (internationaal actieve) financiële instellingen toegenomen. Bovendien zijn financiële instellingen in omvang gegroeid, waardoor hun balansen in grootte zijn toegenomen. Daarbij zijn financiële markten zeer dynamisch met snel wijzigende omstandigheden zoals bijna continue hervormingen van de regelgeving voor de financiële sector en ict-gerelateerde ontwikkelingen. Vaak lopen regelgeving en toezicht daarom niet gelijk met of zelfs achter op de vernieuwingen en ontwikkelingen van financiële markten en de instellingen die onder toezicht staan. De invloed van derde partijen op financiële markten, zoals publieke, private, internationale en nationale partijen, maakt financieel toezicht eveneens een uitdaging. Bovendien moest het toenemende risico van de fragmentatie van de Europese bankensector, waardoor onder meer de interne markt wordt ondermijnd, worden verkleind.
Toenemende fragmentatie
Daarbij ontstond door de financiële crisis in Europa nog meer gefragmenteerde wetgeving, doordat op nationaal niveau antwoorden werden ontwikkeld op de gevolgen van de crisis. Deze fragmentatie had als groot risico dat de regels averechts werkten doordat landen verschillend op de liquiditeitsregels en kapitaalregels stuurden. In een gezamenlijke markt is het logischer om voor een gelijk speelveld eenduidige wetgeving op te stellen. Daarnaast kan in het algemeen worden gesteld dat de correlatie tussen het functioneren van een banksysteem en het soevereine risico van het desbetreffende land dusdanig sterk is, dat het disfunctioneren van het bankensysteem een negatief effect op de wisselkoers van het betreffende land heeft. Het was dan ook dubieus dat een gebied met dezelfde wisselkoers niet dezelfde regels en bancair toezicht kent.
Voltooiing van de Economische en Monetaire Unie
In december 2012 besloten de staatshoofden en regeringsleiders van de EU met de ‘routekaart naar een Europese bankenunie’ tot de voltooiing van de Economische en Monetaire Unie. De Europese Commissie heeft het doel van de bankenunie daarbij als volgt verwoord: ‘Garanderen dat bankentoezicht en – afwikkeling in heel de eurozone aan strenge normen voldoen, zal de burgers en de markten geruststellen dat een gemeenschappelijk, hoog niveau van prudentiële regelgeving consistent voor alle banken geldt. Als banken in de toekomst in moeilijkheden geraken, moet het publiek er vertrouwen in hebben dat noodlijdende banken zullen worden geherstructureerd of gesloten en de kosten voor de belastingbetaler zullen worden geminimaliseerd. Dit toekomstige systeem zal bijdragen tot het opbouwen van het noodzakelijke vertrouwen tussen de lidstaten, hetgeen een eerste vereiste is voor het invoeren van alle gemeenschappelijke financiële regelingen om depositohouders te beschermen en een ordelijke afwikkeling van failliet gaande banken te ondersteunen.’
Vier bouwstenen
Het ontwerp voor de ‘de voltooiing van de Economische en Monetaire Unie’ bestaat uit vier essentiële bouwstenen:
• het invoeren van een ‘Europese bankenunie’ (EBU); de lidstaten van de Europese Unie wilden het gezamenlijke beleid van de Europese banken versterken door middel van een set geharmoniseerde regels, centraal toezicht op de sector en de afwikkeling van banken in nood. Het doel van de ‘Europese bankenunie’ (EBU) is het opzetten van een geïntegreerd financieel kader waarmee financiële stabiliteit kan worden gewaarborgd en de kosten van bankfaillissementen kunnen worden geminimaliseerd;
• een geïntegreerd begrotingskader; bestaande uit het coördineren van de nationale begrotingen, een gemeenschappelijke besluitvorming en meer toezicht op de Europese lidstaten met financiële problemen;
• een geïntegreerd raamwerk voor het economische beleid; onder dit raamwerk wordt het op nationaal en Europees niveau invoeren van beleidsmaatregelen die bevorderlijk zijn voor een duurzame groei, de werkgelegenheid en het concurrentievermogen verstaan, die een goede werking van de Economische en Monetaire Unie niet in de weg staan;
• de democratische legitimiteit en verantwoording van het raamwerk; vastleggen van de zeggenschap van de lidstaten in de besluitvorming in het kader van de Economische en Monetaire Unie.
Bankenunie
Nadat op 29 oktober 2013 de verordening voor het Europees bankentoezicht officieel werd gepubliceerd, nam de ECB op 4 november 2014 het bankentoezicht in de eurozone als belangrijk onderdeel van de Bankenunie over. Hiermee is de ECB dé toezichthouder op grote banken in de EU geworden en spelen de nationale banken hierin een kleinere rol. Deze stap wordt gezien als een belangrijk moment in de oprichting van een Europese bankenunie.
Voordelen en…
Een geharmoniseerd, centraal en scherp toezicht biedt de financiële markten de zekerheid dat er op uniforme wijze naar de banken gekeken wordt en dat tijdig actie ondernomen kan worden bij het disfunctioneren van een bank. Hieraan verwant is het voordeel dat banken in de gehele Eurozone met elkaar kunnen worden vergeleken. Dit betekent zowel een voordeel voor actieve partijen op de financiële markten als een bron van inzicht voor de ECB in de risico’s van verschillende banken. Zo zal de ECB op basis van een aantal belangrijke ratio’s, zoals de kapitaalratio, banken continu met elkaar vergelijken en de betreffende informatie voor eventuele acties of uitvragen bij banken gebruiken. Tot slot is het vertrouwen in een centraal orgaan met brede expertise en no-nonsens aanpak groter dan in een nationale toezichthouder die zo nu en dan bilaterale afspraken maakt met bepaalde banken.
Een belangrijk voordeel voor de banken is het feit dat stabiele markten meer vertrouwen bij investeerders en klanten scheppen, wat het bankbedrijf ten goede komt.
Daarnaast biedt een geharmoniseerd toezicht een gelijk speelveld voor de banken, wat bijdraagt aan eerlijke concurrentie op de Europese markt. Een bijkomend voordeel is dat het vergrootglas waar de banken onder worden gehouden door de ECB ervoor zorgt dat banken interne processen en systemen nader herzien als dat nodig is. Efficiënte interne processen leiden tot besparing op onnodige kosten en tijd.
Nadelen
Naast de voordelen voor diverse belanghebbenden zijn er helaas nog genoeg nadelen. Zo zijn de geïmplementeerde mechanismen, zoals het resolutiemechanisme, nog nooit getest en is het van belang dat er een geharmoniseerd deposito garantie stelsel in Europa bestaat. Ondanks het feit dat de stappen hiervoor in de goede richting zijn gezet, is dit onderdeel nog niet klaar. Daar komt bij dat door de verschillende lokale belastingregels het geharmoniseerde en gelijke toezicht in de praktijk niet in alle landen gelijk is en niet alle banken dezelfde set van standaarden voor de financiële verslaggeving hanteren. Belastingregels en financiële verslaggeving hebben directe impact op de kapitaalratio’s van banken, waardoor deze belangrijke ratio’s in het toezicht niet grensoverschrijdend kunnen worden vergeleken.
Kapitaal, liquiditeit en winstgevendheid zijn voornamelijk retrospectieve indicatoren. Ze weerspiegelen ontwikkelingen in het verleden. Het toezicht gaat echter om het beheersen van risico’s in de toekomst. Daarvoor is het nodig de reikwijdte van het toezicht te verbreden. Toezichthouders zullen zich op nieuw beleidsterrein moeten begeven en meer aandacht moeten schenken aan “zachte” indicatoren die al in een vroeg stadium kunnen aangeven dat problemen zich aan het ontwikkelen zijn.
Conclusie
Uiteindelijk wil de Europese Unie met toezicht bereiken dat het gedrag van financiële instellingen verandert, hetzij direct via regelgeving hetzij indirect via veranderingen in de relatieve kosten van activiteiten. Het gaat daarbij niet alleen om de direct zichtbare resultaten, zoals een hogere kapitaalbuffer. Die zijn slechts een middel tot het uiteindelijke doel: het realiseren van meer financiële stabiliteit. Het is echter moeilijk in deze snel veranderende tijden om goed in te schatten wat de gevolgen voor de financiële sector zullen zijn. Accountant, let u ook op? Voor de externe accountant heeft het nieuwe toezichtsysteem invloed op zijn taken.
Het stappenplan:
1. de eerste stap voor de externe accountant van een bank in Nederland is het vergaren van informatie over de resultaten van de AQR en deze beoordelen in het kader van de controle van de jaarrekening en verslagstaten aan DNB. De verschillende onderwerpen van de AQR zullen nader onderzocht moeten worden, zoals de reële waarde van financiële instrumenten die niet op een actieve markt worden verhandeld, de waardering van het kredietrisico in een derivatencontract en impairments;
2. vinden van de balans tussen prudentie en compliance; door de hoge mate van conservatisme in de AQR zullen de resultaten niet altijd in lijn zijn met IFRS.
3. het verhoogde belang van de kapitaalratio’s onderkennen en daarmee de noodzaak de DNB-verslagstaten, waarin de kapitaalratio’s worden gerapporteerd, stringenter te controleren. Daar komt bij dat de verwachting is dat de ECB het toezicht veel meer op basis van data zal insteken, het belang . van de volledige verslagstaten hiermee verhogend;
4. de verwachting is dat de communicatie tussen de banken en de toezichthouder sterk zal toenemen, onder meer als gevolg van het permanente toezicht dat de ECB zal uitvoeren bij de significante banken. De accountant beoordeelt de inhoud van de communicatie op impact op de controle van de jaarrekening en de verslagstaten;
5. de NBA zal haar rol wellicht moeten intensiveren. Bijvoorbeeld door duidelijke handreikingen voor de externe accountant om de verslagstaten te controleren. Deze staten zullen door de ECB strenger worden beoordeeld. De rol van de NBA is temeer relevant omdat het bankentoezicht centraal wordt geregeld, terwijl de controlewetgeving op nationaal niveau is geregeld.
E-LEARNING INTERNATIONALE VERMOGENSMARKTEN
In de e-learning ‘Internationale vermogensmarkten’ (zie: www.executivefinance.nl/pe) wordt aandacht besteed aan de bestaande internationale voorschriften en de verplichtingen die het vormen van de Europese bankenunie met zich meebrengt. De e-learning geeft u inzicht in de werking van (internationale) financiële markten en bijvoorbeeld wat de oorzaken zijn van de recente financiële crisis. Een leerdoel is tevens om de vormgeving van het financieel toezicht in Nederland en internationaal te schetsen en om de bekendste richtlijnen voor de financiële regelgeving uit de Basel-akkoorden te beschrijven.
Verder wordt ingezoomd op het verschil tussen microprudentieel toezicht versus macro-prudentieel en het belang van de laatste vorm van toezicht. Daarnaast wordt u in de online cursus in staat gesteld om de pijlers waaruit de Europese bankenunie bestaat te beschrijven en toe te lichten. Een ander leerdoel is om de voor- en nadelen van een geharmoniseerd, centraal en scherp toezicht voor de Europese financiële sector en voor individuele banken te benoemen.