
Tata Steel en Thyssenkrupp willen hun Europese staalactiviteiten bundelen. De twee bedrijven hebben een intentieovereenkomst gesloten. Het Indiase moederbedrijf van de staalfabriek in IJmuiden, en het Duitse technologiebedrijf richten hun pijlen op een locatie in de regio Amsterdam.
De ondernemingen Tata Steel en Thyssenkrupp hopen de definitieve deal begin volgend jaar te ondertekenen. De fusie moet eind 2018 worden afgerond. Eventueel groen licht van de autoriteiten speelt daarbij een belangrijke rol. Minister-president Mark Rutte heeft in ieder geval zijn goedkeuring gegeven.
Goed nieuws: Tata Steel en Thyssenkrupp vestigen hoofdkwartier van hun joint venture in NL en zetten hun inzet in IJmuiden voort (1/2)
— Minister-president (@MinPres) 20 september 2017
Dit versterkt de leidende rol van Tata Steel IJmuiden als een van de meest efficiënte en duurzame staalfabrieken ter wereld. (2/2)
— Minister-president (@MinPres) 20 september 2017
Zie ook: Maarten de Vries (Intertrust) vervangt financieel topvrouw AkzoNobel
Werkgeversorganisatie VNO-NCW noemt de komst van het hoofdkantoor van de Europese activiteiten van Tata Steel en ThyssenKrupp naar Amsterdam ‘een opsteker voor Nederland’. Voorzitter Hans de Boer spreekt van ‘een erkenning van het goede Nederlandse vestigingsklimaat’.
De Boer benadrukt wel dat het met de fusie van belang is dat de Nederlandse tak van het fusiebedrijf, het voormalige Hoogovens in IJmuiden, zich autonoom kan ontwikkelen. Hij wijst daarbij op het economische belang van het bedrijf in Nederland met zijn 10.000 werknemers en zijn voortrekkersrol op de vlakken van duurzaamheid en innovatie.
Kostenvoordelen: 400-600 miljoen euro
Het duobedrijf heeft een jaaromzet van circa 15 miljard euro en er werken ongeveer 48.000 mensen. De kostenvoordelen worden geraamd op structureel 400 miljoen tot 600 miljoen euro. Onder meer de commerciële divisies, onderzoeksafdelingen en andere ondersteunende diensten zullen worden samengebracht. Later wordt ook gekeken hoe de capaciteit en de faciliteiten van de staalfabrieken in IJmuiden, Duisburg en Port Talbot kunnen worden verbeterd.
Onvermijdelijk banenverlies
De vrees voor banenverlies, die al langere tijd bestond, wordt bewaarheid: ongeveer 4000 werknemers verliezen hun baan. Het gaat daarbij niet om topfunctionarissen, maar uitsluitend ondersteunend personeel en de andere helft productiemedewerkers.