
Bedrijven krijgen een bedenktijd van 250 dagen bij een buitenlandse overname. Rutte III wil het Nederlandse bedrijfsleven hiermee beter beschermen tegen aandeelhouders.
Een bedrijf kan in de huidige politieke situatie verrast worden door buitenlandse kopers of aandeelhouders die het willen opsplitsen of op een andere manier hervormen. Ondernemingen als AkzoNobel en Unilever wisten de afgelopen tijd maar ternauwernood dergelijke aanvallen af te slaan.
Zie ook: Worden bedrijven zonder bescherming een ‘sitting duck’?
Als een onderneming zelf al maatregelen heeft genomen om zich tegen al te drieste plannen van aandeelhouders te beschermen, kan zij geen beroep doen op de adempauze van 250 dagen, staat in het regeerakkoord. Last een bedrijf de bedenktijd in, dan moet de leiding de aandeelhouders wel verantwoording afleggen en uitleggen wat zij met de onderneming voor heeft.
Mislukte overnames AkzoNobel en Unilever leiden tot bedenktijd
Kraft Heinz had destijds maar liefst 143 miljard euro over voor Unilever. De bedrijven na het mislukken van de deal aan dat ze ‘groot respect’ voor elkaar hebben.
AkzoNobel was een gewild doelwit van het Amerikaanse PPG Industries. Tot groot ongenoegen van de activistische aandeelhouder Elliott Advisors. Demissionair minister Henk Kamp (EZ) sprak zich uit over de overnamepogingen en noemde een eventuele overnname ‘niet in het belang van Nederland’. Uiteindelijk staakte PPG de pogingen. ‘Wij vinden dat het in het beste belang van PPG en haar aandeelhouders is om ons voorstel aan AkzoNobel voor nu in te trekken.’