
CFO’s krijgen even de kans op adem te komen na een decennium van continue veranderingen in de boekhoudregels. Het tijdperk van grote veranderingen en ingrijpende herzieningen loopt volgens Hans Hoogervorst, voorzitter van de International Accounting Standards Board (IASB), op zijn eind.
Het raamwerk staat en de komende jaren zullen de veranderingen in IFRS volgens Hoogervorst meer gradueel verlopen. ‘We focussen ons vooral op incrementele verbeteringen. Bijvoorbeeld in de communicatie tussen bedrijven en investeerders via de jaarrekening en het leveren van meer ondersteuning aan bedrijven bij de implementatie van de nieuwe standaarden.’
Wat zijn de resultaten van twaalf jaar IFRS?
‘Als je kijkt naar de adoptie van de IFRS-standaard, dan is er sprake van een succes. In 2005 leidde de Europese Unie de eerste golf van landen die IFRS adopteerden. Landen in andere delen van de wereld volgden dit voorbeeld en volgens de laatste tellingen zijn er op dit moment meer dan 125 landen waar IFRS is ingevoerd. Van de G20-landen hebben 15 landen IFRS als verplichte standaard terwijl in Japan 29 procent van de beursgenoteerde ondernemingen op vrijwillige basis kiest voor IFRS. China, India en Indonesië hebben eigen standaarden die voor een belangrijk deel overeenkomen met IFRS. Deze landen bewegen langzaam naar een volledige adoptie. Alleen de VS houdt vast aan US GAAP voor binnenlandse bedrijven. Je kunt wel zeggen dat IFRS een van de meest wijdverspreide standaarden in de financiële wereld is.’
Zie ook: Hoe maakt Kendrion van een 9 een 10?
Zijn de cijfers echt duidelijker leesbaar, eerlijker en vooral beter vergelijkbaar geworden nu steeds meer landen dezelfde financiële taal spreken?
‘Een aantal van deze landen heeft na de invoering van IFRS geëvalueerd wat de effecten van IFRS zijn en zij kwamen allemaal tot gunstige conclusies. Zo vond de Europese Commissie dat de adoptie van IFRS positief heeft uitgepakt en de beoogde doelen, meer transparantie en vergelijkbaarheid van cijfers, zijn gehaald. De voordelen waren volgens het onderzoek van de commissie duidelijk groter dan de hiermee gemoeide kosten. Academisch onderzoek heeft bovendien aangetoond dat landen die zijn overgegaan op IFRS profiteren van lagere kapitaalkosten. Dus het antwoord op de vraag is ja. De meeste indicatoren laten een positieve impact van de IFRS-standaard zien.’
In november 2016 presenteerde de IASB een nieuw vijfjarenplan waarin werd aangekondigd dat de nadruk de komende jaren komt te liggen op betere communicatie. Wat bedoelt u met betere communicatie?
‘Betere communicatie is een overkoepelend thema in ons werkprogramma voor de komende vijf jaar waarin alles draait om het inzichtelijker maken van de jaarrekening. De focus ligt op een zo helder mogelijke communicatie van bedrijven naar hun stakeholders via de jaarrekening. In de praktijk betekent het dat we gaan kijken hoe de financiële informatie wordt gepresenteerd, hoe deze informatie is gegroepeerd en in welke vorm ze beschikbaar is. We gaan door met ons werk om structuur aan te brengen in financiële informatie. We geven bijvoorbeeld aan hoe moet worden omgegaan met materiële beoordelingen en we werken verder aan het ontwikkelen van algemene principes voor financiële informatie. Op deze manier willen we bedrijven helpen om hun informatie op te schonen en waardevoller te maken.’
Wat betekent dat voor CFO’s?
‘We gaan kijken naar de jaarrekening en dan met name naar de rapportage over de prestaties van de onderneming. We zien dat beleggers meer zaken uitgesplitst willen zien. Ze willen additionele posten en mogelijke subtotalen die meer vertellen hoe de onderneming werkelijk presteert. We zullen meer en betere structuren moeten bieden voor het opstellen van de winst- en verliesrekening en het cashflowoverzicht. Dat moet resulteren in een jaarrekening die beleggers op eenvoudige wijze heldere en duidelijke informatie biedt zonder dat zij daarvoor diep moeten graven in een eindeloze reeks toelichtingen.
Een beter gestructureerde jaarrekening is ook nodig om digital reporting te faciliteren. Je ziet dat investeerders in toenemende mate gebruik maken van elektronische hulpmiddelen om financiële informatie, vaak afkomstig van dataleveranciers, te verwerken. Om de kwaliteit van elektronisch aangeboden data te verbeteren is het noodzakelijk dat we blijven inzetten op de ontwikkeling van de IFRS-taxonomie. Tot slot richten we onze werkzaamheden ook op non-financial reporting. We willen de strategische uitdagingen in kaart brengen en kijken wat onze toekomstige rol kan zijn op dit gebied.
Onlangs hebt u tijdens een conferentie van de IASB uw zorg uitgesproken over het gebruik van alternatieve winstbegrippen die naast EBIT ontstaan zoals EBITDA. Wat is het probleem?
‘Het probleem is dat EBITDA niet is gedefinieerd in IFRS. Bedrijven geven daardoor op verschillende manieren een eigen invulling aan dit begrip waardoor cijfers niet meer vergelijkbaar zijn. De ene onderneming neemt bijvoorbeeld de rente niet mee in de vaste lasten terwijl een andere onderneming deze wel meeneemt. Verder sluit EBITDA kosten uit die belangrijk zijn om te kunnen vaststellen of een onderneming gezond is. Door bijvoorbeeld de post afschrijvingen uit te sluiten kunnen bedrijven die veel gebouwen en machines in bezit hebben de resultaten er mogelijk gezonder laten uitzien dan ze in werkelijkheid zijn.’
Wat gaat u daaraan doen?
‘Er is in principe niets fout aan het gebruik van EBITDA, maar wij zijn van mening dat te allen tijde voor beleggers transparant moet zijn hoe de berekeningen zijn uitgevoerd. Deze alternatieve winstbegrippen hinderen transparantie en maken het moeilijker om internationaal bedrijfsresultaten te vergelijken. We zijn aan het kijken of het mogelijk is meer van deze alternatieve winstbegrippen in standaarden onder te brengen maar dat is in de praktijk erg ingewikkeld.’
In het kader van duidelijkheid is er vanuit investeerders ook de roep om inzicht te krijgen in de financiële prestaties van de operationele segmenten van beursgenoteerde ondernemingen. IFRS 8 moet dit regelen maar de kritiek is dat hierbij te veel wordt uitgegaan van wat het management, de chief operating decision maker (CODM), nodig acht en niet door wat de belegger nodig heeft om meer inzicht te krijgen. Ook is er onduidelijkheid over wie of wat de CODM is.
‘In 2013 hebben we een post-implementatieonderzoek van IFRS 8 gedaan en hieruit kwam de conclusie dat de standaard over het algemeen zijn doelen heeft bereikt en de financiële rapportage heeft verbeterd. Desalniettemin geven we toe dat op sommige gebieden er ruimte is voor verbetering. Zoals het verduidelijken van de term chief operating decision maker. Dit jaar hebben we een consultatiedocument gepubliceerd met verbeteringen die we willen aanbrengen in de standaard. Voordat dit document definitief wordt zullen we de feedback later dit jaar bekijken.’
Komen er in de toekomst ook richtlijnen voor integrated reporting?
‘Integrated reporting gaat veel verder dan de financiële rapportage waar we ons als IABS primair op richten. We werken echter nauw samen met de International Integrated Reporting Council en andere organisaties die betrokken zijn bij aspecten van een bredere corporate rapportage zoals de Climate Disclosure Taskforce. Ons niet-verplichte Management Commentary Practice Statement, uitgegeven in 2010, gaat voor een deel over het gemeenschappelijke gebied en we zijn nu aan het bekijken of we de MCPS gaan updaten om het in lijn te brengen met recente ontwikkelingen.’
Hebben rapportages waarbij wordt teruggekeken naar het afgelopen half jaar of kwartaal nog toegevoegde waarde in het nieuwe digitale tijdperk?
‘Financiële overzichten zullen altijd een belangrijke reality check vormen. Volgens mij zal juist door het toenemen van de hoeveelheid beschikbare informatie er een grotere behoefte ontstaan aan vergelijkbaarheid, standaardisatie en een goede kwaliteitscontrole. Als IASB streven we ernaar dit te bieden door accountingstandaarden die zijn gebaseerd op solide economische principes. Kunstmatige intelligentie is niet in staat om duiding en structuur te geven aan vaak gebrekkige en ongestructureerde informatie. Ik zie de opkomst van big data en kunstmatige intelligentie dan ook niet als een bedreiging voor de relevantie van accountingstandaarden. Ze kunnen zorgen voor nuttige extra informatie, zeker als het gaat om snelheid, maar ze zullen nooit de financiële overzichten vervangen. Ik ben er om deze reden van overtuigd dat financial statements een belangrijk anker blijven voor investeerders bij het evalueren van een bedrijf.’