
Een nog steeds lage rente, big data die definitief hun intrede doen en economische groeicijfers die ronduit rooskleurig zijn. Twee CFO’s, Ronald Merckx van Wessanen en Michael de Ridder van PwC, over 2018 en verder. De seinen staan op groen.
Wessanen was volgens Merckx ooit een overgediversificeerd voedingsbedrijf, dat vervolgens het pad van specialisatie betrad. ‘We waren het lelijke eendje van de beurs.’ In 2011 verkocht het maar liefst drie vierde van het bedrijf. De omzet van 1,6 miljard dook naar 400 miljoen euro. Daarmee kwam het bedrijf ook in de midcap terecht. Maar de specialisatie in biologische voeding legde volgens Merckx vervolgens geen windeieren. ‘Mensen willen op de ingrediënten van hun voedsel kunnen vertrouwen. Ze willen gezonder, eerlijker maar ook “schoon” eten. Dat hebben diverse schandalen en acties rondom plofkippen wel uitgewezen. Met merken als Whole Earth, Tartex en Zonnatura spelen we op die trend in.’ Voor heel 2017 verwacht de CFO dan ook dat de omzet met 10 procent groeit. Het levert Wessanen de kwalificatie op van een midcapper die er zijn mag.

Jullie zitten op de trend, om het zo te zeggen. Wat is in essentie jullie strategie naar de toekomst toe?
‘Blijven groeien met eigen merken. Innoveren. Steeds meer op Europese schaal werken. En: de organisatie daarop aanpassen. Voorbeelden van die innovaties zijn het ontwikkelen van melkalternatieven zoals amandelmelk en vleesvervangers. Minder vlees eten past in het terugdringen van de CO2-uitstoot en het verminderen van het waterverbruik. Of ik zelf alleen maar biologische producten eet en drink? Nee, maar wel veel biologische producten. Ik moet wel bijblijven.’
Wat ziet u als uitdaging voor 2018 en verder?
‘We hebben al veel slagen in de automatisering gemaakt. Bijvoorbeeld in het matchen van de inkomende en uitgaande facturen. Maar als finance moeten we stappen zetten in het helpen van de business met het creëren van inzicht. Wij zijn medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de besluiten. Maar als finance functie zijn we mijns inziens nog te veel tijd kwijt met het op orde krijgen van data en informatie. Waardoor er minder tijd overblijft voor het creëren van inzicht voor de business. De basis moet dus eerst op orde. Want rubbish in is ook rubbish out. Noem het masterdatamanagement. Daarnaast moeten we de business ondersteunen bij M&A-activiteiten, de groei van de merken, maar ook bij innovatieprocessen en het behalen van een hogere groeimarge.’
Als finance functie zijn we nog te veel tijd kwijt met het op orde krijgen van data en informatie
Hoe kijkt u tegen de economische omstandigheden aan?
‘De monetaire verruiming wordt een klein beetje afgebouwd. Ik heb geen goed zicht op wat de consequenties daarvan zijn voor de economie, maar ik weet wel dat de rente, ook als deze in stapjes omhoog gaat, nog steeds op een historisch laag punt staat. Financiering blijft daardoor goedkoop. Voor ons als bedrijf blijft het steady as she goes in deze groeimarkt. Mensen zijn wel iets prijsbewuster, maar ze willen graag voor gezond voedsel een klein beetje meer betalen.’
Goede vooruitzichten dus. Wat staat er nog op uw verlanglijstje?
‘In de voeding hebben we veel ervaringscijfers. In de eerste drie maanden kun je al zien of een product succesvol is, waarbij je aan diverse knoppen kunt draaien in de product life cycle. Bijvoorbeeld door promotie te doen. Daar zie ik ook een proactieve rol voor finance. Niet alleen als rem, maar ook als gasgever. Verder gaat de General Data Protection Regulation (GDPR) spelen. Voor die Europese richtlijn hebben we een opleidingstraject opgezet. Dat gaat over wie verantwoordelijk is voor data, wat we wel en niet mogen opslaan en wat er moet gebeuren mochten we toch een datalek hebben. Als laatste hebben we nog de Nederlandse corporate-governancecode en Europese richtlijnen voor niet-financiële kpi’s liggen. Ik merk dat meer stakeholders in duurzaamheidscijfers geïnteresseerd zijn. Goed om daar als bedrijf met een gezondheidsfocus meer de nadruk op te leggen.’
PwC Nederland heeft een gebroken boekjaar en kwam dus al in juni met de jaarcijfers. De omzet viel 3 procent hoger uit en CFO/COO Michael de Ridder ziet de business aantrekken. Op alle drie onze terreinen: assurance, advisory en tax. ‘We hebben een heel mooi jaar gedraaid en de cijfers voor het lopende boekjaar laten ook een positief beeld zien.’ De groei is volgens De Ridder vooral ook het gevolg van een toenemende focus bij klanten op digitalisering. ‘We helpen hen om digitalisering vorm te geven. Je hoort wel eens dat digitalisering banen kost, maar bij ons is niets minder waar. We hebben tegenwoordig een paar honderd data-analisten in dienst. Het genereert andere functies. Dus moet je als bedrijf weerbaar blijven en je zo weerbaar mogelijk organiseren. Daar ligt de uitdaging. Doe je dat goed, dan zie je per saldo groei. En in elk geval geen krimp.’
Hoe ver zijn jullie zelf met de digitalisering?
‘Digitalisering gaat hand in hand met standaardisatie. Zowel voor onze dienstverlening naar de klant als de interne dienstverlening. Richting de klant waren wij al snel breed bezig om de accountantscontrole te standaardiseren. We hebben ook grote slagen gemaakt met data-analysetools en ontwikkelingen in artificial intelligence. Dit verhoogt de kwaliteit van onze werkzaamheden en dossiers. Het lastige daarbij is wel dat we in een zwaar gereguleerd werkveld zitten, waarbij de beroepsstandaarden niet altijd geschreven zijn met de digitale wereld in het achterhoofd. De techniek is altijd verder dan de standaard. Dat is wel een strategische bron van zorgen. Maar ook bij tax, onder andere de aangiftes, zien we nu veel ontwikkelingen en bij advisory gaat een heel groot deel van de advisering over digitalisering. Even snel gaan de ontwikkelingen intern waarbij veelal data-analyse ter controle wordt gebruikt, maar ook bij de planning van onze mensen.’

Wereldwijd hebben jullie ook de nodige uitdagingen hoorden we…
‘Dat mag je inderdaad wel zo zeggen. Wereldwijd uniformeren we onze systemen. Zo gingen wij afgelopen jaar ook al over op Google Suite. Verder gaan we komend jaar over naar Salesforce en Workday en zijn we één engagement-management- en financesysteem aan het selecteren. In 150 landen willen we in twee à drie jaar over. Nederland zit in het PwC-netwerk van de grootste twintig landen en daar zijn we actief met al deze veranderingen bezig. Hoe gaan we van het woud aan systemen over en hoe kunnen we de datakwaliteit in de nieuwe systemen tegelijkertijd vergroten? Hoe zorgen we ervoor dat de data betrouwbaar blijft? Denk hierbij ook aan cyber security en GDPR. Wat mijn rol als CFO en COO daarbij is? Ik heb ICT in mijn portefeuille. Het is mijn taak om veel kopjes koffie te drinken en zo verbindingen tussen de juiste mensen te leggen. Zijn alle checks en balances op orde, ook richting de eindgebruikers? Ik zie bijvoorbeeld dat het te gevaarlijk wordt als we Salesforce en Workday in één keer willen implementeren. Dat wordt te hobbelig. Dan wil ik eerst een impactanalyse zien. Wie raakt dit allemaal? Zit er een overlap in? Het is dus vooral een begeleidingsrol.’
U hamert daarbij als financial op veranderingsmanagement
‘Ik geloof wel dat we, als we goed ons best doen, de techniek kunnen implementeren. Dat is niet eenvoudig, maar uiteindelijk staat die motor er. Vervolgens is het dé vraag of onze mensen de systemen gaan gebruiken en de nieuwe way of working die daarbij hoort ook gaan toepassen. Als ze dat niet doen, dan kunnen we nog zo’n mooi systeem hebben neergezet, maar dan is deze eigenlijk nutteloos. Doodzonde van al je moeite. Persoonlijk wil ik dan ook stappen zetten in mijn soft skills en change management. Dat past hierbij. Dat je ook aanvoelt waar het mis kan gaan.’
Vervolgens is het dé vraag of onze mensen de systemen gaan gebruiken
Ook u bent positief over 2018 en verder. Waarom?
‘Onze klanten laten groei zien. Wij helpen hen veranderen. Niet alleen bij digitalisering, maar bijvoorbeeld ook bij de introductie van duurzame kpi’s. Dat adviesterrein, dat ook te maken heeft met integrated reporting, heeft een enorme rugwind. Daarbij willen we ook een voorbeeld stellen door onze eigen reiskilometers, met het vliegtuig en de auto, terug te dringen. Dat is by far onze grootste impact op het klimaat. Zo gebruiken we bijvoorbeeld massaal Google Hangouts zodat we ook op afstand met elkaar kunnen afspreken. In het algemeen: het wordt voor ons als CFO’s belangrijk om aan die milieu-impact een tussen bedrijven onderling vergelijkbaar getal te hangen. Dat is nog niet zo makkelijk, want dit betreft de intangibles waar we nog niet goed vergelijkbare eenheden voor hebben gevonden. Daar waar we de denominator van geld al moeiteloos eeuwenlang vergelijken. In dat kader hebben wij in ons laatste jaarbericht ook een circulaire kpi geïntroduceerd.’
Lees ook
Outlook 2016: Als u nu niet investeert, wanneer dan wel?
CFO bepalend voor invoering technologie