
Een Nederlandse dochtermaatschappij kan niet meer zonder meer onbelast dividend uitbetalen aan een moedermaatschappij elders in Europa in het kader van de moeder-dochterrichtlijn. Bedrijven dienen eerst een verzoek te doen aan de Belastingdienst om aan de dividendbelasting te ontsnappen.
Het Haags Gerechtshof bekrachtigt het beleid om kunstmatige constructies te voorkomen.
Bedrijven moeten dus toestemming vragen in verband met Nederlandse dividendbelasting richting Belastingdienst, waarschuwt Abab. Kan inhouding inderdaad achterwege blijven? Zo houdt ons land greep op het dividend dat Nederland uitgaat. De reden voor deze handelwijze is het beleid dat de Nederlandse staatssecretaris van Financiën eind 2015 heeft gepubliceerd over met deze vrijstelling.
Gerechtshof rept van kunstmatige constructie
De uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag onderschrijft het nut van het verzoek aan de Belastingdienst. Het oordeelde in een zaak van vorig jaar dat een Nederlandse BV, die dividend wilde betalen aan een Luxemburgse BV, wel degelijk belasting moest afdragen. Het Gerechtshof oordeelde dat het hier ging om een zogenoemde kunstmatige constructie. De BV in Luxemburg beschikte niet over een kantoor en er werkten evenmin medewerkers.
Gang van zaken gericht op ontlopen dividendbelasting
Nederlandse dividendbelasting zou moeten worden betaald als het dividend uitgekeerd zou zijn naar de aandeelhouder. Dat zou het geval zijn zonder BV in Luxemburg. Dus was de gang van zaken volgens het Gerechtshof gericht op het ontlopen van Nederlandse dividendbelasting.
Lees ook
Multinationals strijden voor afschaffing dividendbelasting
Nederland is extra kwetsbaar op het punt van dividendbelasting
Geef een reactie