
Er wordt nog te weinig rekening gehouden met het terugdringen van CO2 door financiële afdelingen van organisaties. Dat is de conclusie die de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Rijksuniversiteit Groningen trekken na onderzoek naar CO2 in combinatie met administratie van bedrijven.
In de onderzochte administratie troffen de onderzoekers maar weinig regels aan over het terugdringen van CO2. Opmerkelijk, omdat de ondervraagde financials het terugdringen van CO2 wel als een belangrijke taak zien. “Bij ongeveer de helft van de organisaties is het terugdringen van de CO2-uitstoot onderdeel van de visie en strategie van de organisatie en dat betreft dan vooral de grote organisaties, zo concluderen de onderzoekers in hun rapport. “Bij slechts een derde van de organisaties wordt de CO2-uitstoot besproken in formele bijeenkomsten. Een nog kleinere groep blijkt de CO2-uitstoot ook daadwerkelijk te meten (51, 29%).”
Grote bedrijven zijn over het algemeen dus verder met het stroomlijnen van hun duurzaamheidsdoelstellingen dan kleinere. “Kleine en middelgrote organisaties lijken ver achter te blijven. Dat is wellicht niet verwonderlijk gegeven dat grote organisaties in absolute zin een grotere uitstoot zullen hebben en meer mensen en middelen beschikbaar hebben om het CO2-beleid vorm te geven. Dit neemt niet weg dat ook kleine en middelgrote organisaties bijdragen aan de totale CO2-uitstoot.”
Al met al is CO2-beleid nauwelijks ingebed in de organisatie. Zelfs de organisaties die hun CO2-uitstoot meten, zijn zelden zo ver dat ze die CO2-reductie ook onderdeel maken van de prestatiebeoordeling van hun financials. In het rapport staat daar het volgende over: “Een reden daarvan kan zijn dat deze informatie volgens de meeste respondenten niet goed kan worden verwerkt in het managementinformatiesysteem. Een andere reden kan zijn dat CO2-prestaties bij de meeste organisaties geen speerpunt van beleid zijn. Het is aannemelijk dat dit beeld nog sterker is bij de organisaties die de uitstoot niet meten.”
De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn:
- 1. De vormgeving van CO2-beleid is bij de meerderheid van Nederlandse organisaties (nog) niet geïntegreerd in de bedrijfsvoering en dus geen speerpunt, vooral niet bij midden- en kleinbedrijf. Bovendien vindt de vormgeving van beleid met name plaats op het hoogste bestuursniveau.
De helft van de deelnemende respondenten geeft aan dat CO2-reductie onderdeel vormt van de missie en strategie van de organisatie. Slechts bij 28% wordt de uitstoot ook daadwerkelijk gemeten, vooral bij (zeer) grote organisaties. De belangrijkste redenen voor het CO2-beleid zijn:
1) milieuprestaties,
2) maatschappelijke reputatie en
3) economische prestaties. - 2. De CO2-rapportage verloopt weinig gestandaardiseerd en voldoet meestal niet aan internationale normen.
Voor zover CO2-uitstoot wordt gemeten zijn de rapportages weinig gedetailleerd en gestandaardiseerd. Organisaties die intern rapporteren doen dit ook extern. Slechts 7 van de 51 organisaties voldoen aan de internationale normen van het Greenhouse Gas (GHG) Protocol. Dit protocol is een internationale standaard die organisaties een handreiking biedt bij de rapportering van broeikasgasemissies. - 3. Een minderheid van de financieel professionals is actief betrokken bij CO2-beleid, maar een ruime meerderheid is van mening dat dit wel het geval zou moeten zijn. 82% van de financieel professionals die de vragenlijst hebben ingevuld, is van mening dat zij een rol zouden moeten spelen bij CO2-beleid. Momenteel is slechts 8% in zeer grote mate betrokken en 44% helemaal niet.
- 4. Concrete CO2-doelstellingen en wettelijke maatregelen worden als belangrijk gezien om de broeikasgasreductie binnen organisaties te stimuleren. Om CO2-reductie in de naaste toekomst te versnellen is het volgens respondenten in de eerste plaats noodzakelijk (meer) concrete doelstellingen binnen de organisatie te formuleren. Wettelijke maatregelen worden hierbij belangrijk geacht. Zeer weinig organisaties maken gebruik van een interne CO2-prijs en een overgrote meerderheid verwacht niet dat dit binnen een termijn van 3 jaar zal veranderen.
- 5. Financieel professionals wensen meer betrokken te zijn bij het CO2-beleid. Hiervoor moet er aandacht worden besteed aan CO2-beleid in de opleiding van de financieel professional. Het kennisniveau van de financieel professional op het gebied van CO2-beleid is beperkt. Dat zou een reden kunnen zijn van de lage betrokkenheid van de financieel professional bij CO2-beleid, zoals vastgesteld in dit onderzoek. Het kan ook een gevolg zijn. De eigen rol zou vooral verstevigd kunnen worden door toename van kennis en bewustzijn over CO2 in de organisatie.
Lees ook:
‘Bedrijven niet open genoeg over CO2-uitstoot’
Economische groei van 64 procent; uitstoot broeikasgassen 3 procent lager