
Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, neemt het woord quota niet graag in de mond, maar steekt op de website van de Stichting Topvrouwen niet onder stoelen of banken dat het ‘laatste ronde, laatste kansen’ is.
“We hebben afgesproken dat het kabinet in 2019 zal evalueren hoe het staat met de doorstroom van vrouwen naar de top, dus daar houd ik me aan. Ondertussen voer ik de druk op – want heren, als dit zo blijft, gaat de ‘vrijblijvendheid’ er echt vanaf.”
Doorstroom vrouwen naar de top is gevoelig dossier
Van Engelshoven: “Op een gevoelig dossier als de doorstroom van vrouwen naar de top, heb je niet veel aan ‘grote stappen, snel thuis’ – een cultuuromslag vergt nu eenmaal geduld. Tegelijkertijd bestaat de Wet bestuur en toezicht al een tijdje, en bedrijven hebben al extra tijd gehad om te voldoen aan het wettelijk streefcijfer. Dus als je ziet hoe slecht de zaken zich ontwikkelen – bij 90 procent van de ondernemingen veranderde de man-vrouwsamenstelling in de Raad van Bestuur het afgelopen jaar niet en datzelfde geldt voor 85 procent van de Raad van Commissarissen – dan raakt mijn geduld echt op. Er is blijkbaar sprake van onwil.”

Volgens de minister schiet het met de doorstroming niet op
Die onwil is volgens haar tweeledig: niet alleen schiet het met de doorstroom niet op, uit de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017 blijkt bovendien dat bedrijven die in de twee hierboven genoemde gremia nog geen 30 procent vrouwen aan boord hebben, nauwelijks gehoor geven aan het ‘pas toe of leg uit’-principe, dat hen verplicht in het bestuursverslag uit te leggen waarom het niet gelukt is en wat zij daaraan gaan doen. Meer dan de helft van de bedrijven doet het niet, waarmee de conclusie dat de wet met de voeten getreden wordt onontkoombaar is.
De wens blijft dat ondernemingen zelf de regie houden
Er is kortom aardig wat werk aan de winkel en dat werk pakt Van Engelshoven op met werkgeversvoorman Hans de Boer van VNO-NCW. Dat is opmerkelijk, aangezien de achterban van De Boer de handschoen niet oppakt. “Niet voor niets noemde Hans het in ontvangst nemen van de Bedrijvenmonitor een lesje in nederigheid. Het is pijnlijk te constateren dat ondernemingen over het algemeen wel openstaan voor regels en geboden, behalve als die regeltjes niet in hun kraam van pas komen, zoals met de doorstroom van vrouwen naar de top. Hans en ik hebben hier samen uitvoerig over gesproken en ik weet dat hij goed in deze wedstrijd zit en mij steunt – de wens blijft toch echt dat ondernemingen zelf de regie houden. Dat blijven we samen stimuleren. We houden de druk op de ketel, omdat tot 2019 alles uit de kast moet worden gehaald voor de eindsprint.”
Afspraak is afspraak, en de door mijn voorganger gemaakte afspraak is nu eenmaal dat we in 2019 een knoop doorhakken”
Het gaat minister op het resultaat
Hoe waarschijnlijk acht de minister het dat er na die evaluatie een quotum met ‘straf’ volgt, of eventueel een ingroeiquotum zoals de commissie Monitoring Streefcijfer Wet bestuur en toezicht aanbeveelt? “Het gaat mij er niet om een exacte maatregel te noemen, het gaat mij om het resultaat. Ik blijf liever bij mijn eerdere uitspraak van een stevig pakket aan maatregelen. Als bestuurder hecht ik aan continuïteit. Afspraak is afspraak, en de door mijn voorganger gemaakte afspraak is nu eenmaal dat we in 2019 een knoop doorhakken. Dat ga ik niet doorkruisen door al dit jaar een andere koers te varen.” Maar ‘afspraak is afspraak’ geldt ook andersom: ondernemingen en hun leiders zullen werk moeten maken van het streefcijfer van minimaal 30 procent vrouwen in RvB’s en RvC’s. “Heren, als dit niet verandert, dan komt dat pakket met maatregelen die minder vrijblijvend aanvoelen echt dichterbij.”
Lees ook
Niet voldoende vrouwen in top bedrijfsleven (minister: vorderingen om te huilen)
CFO Hak: Vrouw-zijn is voordeel in boardroom