
De CFO is bij uitstek geschikt een voorname rol te spelen bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Maar nog weinig topfinancials geven invulling aan die rol. Hoe kan dat veranderen? Daarover ging het NBA-congres De rol van de financial in CO2-reductie.
Uit onderzoek van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) blijkt dat de helft van de Nederlandse organisaties wel een visie op CO2-reductie heeft, maar dat nog geen 30 procent daarop is ingericht. Is er beleid, dan is de CO2-rapportage nauwelijks gestandaardiseerd en voldoet deze meestal niet aan internationale normen, zoals het Greenhouse Gas Protocol. Een andere opvallende conclusie is dat de financial bij het monitoren van de uitstoot van broeikasgassen nog nauwelijks betrokken is, maar dat de overgrote meerderheid (82%) voor zichzelf wel een prominente rol ziet weggelegd.
Het schort nog vaak aan de onderbouwing van niet-financiële informatie”
Financials (met CFO voorop) kunnen veel toegevoegde waarde leveren

Volgens de Groningse hoogleraar financial accounting Dick de Waard kunnen financials veel toegevoegde waarde leveren bij het formuleren, meten en rapporteren van klimaatdoelstellingen. “Ook zijn zij als geen ander in staat de betrouwbaarheid van niet-financiële bedrijfsinformatie te vergroten, bijvoorbeeld door het opzetten van goede meet- en rapportageprocedures.” Accountants in business en openbare accountants dienen gezamenlijk te werken aan standaardisering, aldus De Waard. Nu nog verschilt het in kaart brengen van broeikasgasemissies sterk per organisatie. Belangrijk is wel dat financials hun kennis van meetmethoden en broeikasgasinstrumenten verbeteren, want die laat nog te wensen over.
Zie ook: CO2 ondergeschoven kindje bij controllers.
Proces belangrijker dan getallen
Dat klimaatbeleid nog geen onderwerp van financials is, bleek toen Jaap Petraeus het podium betrad. Hij is manager corporate environment affairs & sustainability bij FrieslandCampina en begon zijn betoog met de mededeling dat het voor het eerst was dat hij voor een zaal accountants sprak. Zijn komst naar het congres onderstreepte echter dat ook hij een belangrijke rol voor financials ziet weggelegd. “Die ligt niet zozeer in het zetten van kpi’s of in het ophalen van data,” aldus Petraeus, “maar in het beoordeling en inbedding van het proces. Zijn de procedures goed gevolgd? Is het vierogenprincipe toegepast? Zijn de juiste getallen verwerkt? Is de pdca-cirkel gesloten? Cijfers zijn vooral om de voortgang te toetsen. De controle van niet-financiële data is cruciaal maar staat nog in de kinderschoenen.”
Meten en wegen van broeikasgasemissie is met veel onzekerheid omgeven
Tegelijk signaleerde Petraeus dat daar de schoen wringt. Het meten en wegen van broeikasgasemissie is met veel onzekerheid omgeven en wordt gedreven door externe (politieke) krachten. Niet zelden veranderen de regels. Accountants en controllers houden niet van dergelijke onzekerheid. Die zijn gewend te werken volgens vastgestelde en internationaal geaccepteerde regels (inside-out). “Maar in de wereld van de duurzaamheid kunnen regels snel veranderen, waardoor de uitstoot van een bepaald gas ineens veel zwaarder of juist minder zwaar gaat wegen, en de footprint van het bedrijf ineens verandert,” aldus de zuivelman.
Het is zinvoller een financial op te leiden om over CO2 te rapporteren, dan een specialist duurzaamheid in accountingprincipes te trainen.”
Praktijk is weerbarstig
Bij FrieslandCampina is het duurzaamheidsbeleid geïntegreerd in de organisatie. Er zijn 10 core kpi’s en 10 aanvullende kpi’s. Die worden maandelijks gerapporteerd aan Petraeus en eens per kwartaal besproken met de overkoepelende board. 75 procent van de uitstoot van broeikasgassen zit bij de leveranciers van het zuivelbedrijf – de melkveehouders. Complicerende factor is dat zij niet alleen leverancier zijn maar ook eigenaar van de coöperatie. Petraeus: “Dat maakt het lastiger om te sturen op het verminderen van de uitstoot. Toen in 2015 de melkquota werden afgeschaft nam de productie van onze melkveehouders meteen flink toe. Daarmee groeide ook de emissie van broeikasgassen met 20 procent!” Voor de directie van FrieslandCampina zit er niets anders op dan het gesprek aan te gaan met boeren en hen ervan te overtuigen dat het beperken van de uitstoot niet alleen beter is voor het milieu, maar ook steeds meer door internationale wet- en regelgeving zal worden afgedwongen. Zo zijn in 2015 in Parijs allesbehalve vrijblijvende klimaatdoelen afgesproken.
Zuinig rijden, smalle marges

Daarna was het de beurt aan Mischa Vredeveld, directeur van het 81-jarige transportbedrijf Vredeveld. Ook hij is voorstander van CO2-reductie, die ertoe moet leiden dat de opwarming van de aarde in deze eeuw maximaal anderhalve graad is. Maar tegelijk liet hij zien hoe moeilijk dat in de praktijk kan zijn. De 100 vrachtauto’s van het bedrijf verbruiken per jaar 4,5 miljoen liter diesel, zo liet Vredeveld zien. Een truck die op LNG rijdt (vloeibaar gas) stoot aanzienlijk minder CO2 uit maar is 60.000 euro duurder in de aanschaf dan een conventionele vrachtauto. Met marges van 2 tot 3 procent die in de logistiek gangbaar zijn, is de aanschaf van een LNG-auto financieel onverantwoord, aldus Vredeveld. “De smalle marges laten ons erg weinig speelruimte”, luidde de conclusie. En als het bedrijf investeert in zuinig-rijden-trainingen voor chauffeurs (en andere programma’s die de duurzaamheid ten goede komen), dan vist het bij aanbestedingen achter het net omdat andere transporteurs – die dergelijke kosten niet maken – 5 of 10 procent goedkoper zijn.
De scope van de verantwoording
Accountant Roy Linthorst van EY had het over de scope van de CO2-verantwoording. Die valt in drie delen uiteen. De eerste is die van het eigen brandstofverbruik, de tweede die van het eigen elektriciteitsverbruik en de derde betreft de CO2-emissie van alle woon-werkverkeer en zakelijke dienstverleners. Vooral die laatste is een lastige, want dan heb je te maken met ketenpartners. Er zijn bedrijven die de uitstoot van de hele keten in hun verantwoording opnemen. “Die is soms wel 100 keer groter dan de emissie van de eigen organisatie,” aldus Linthorst.
Rol van externe accountant: aanjagen meet- en rapportageproces

Verantwoording is deels vrijwillig, deels semi-vrijwillig (wanneer die bijvoorbeeld gevraagd wordt bij aanbestedingen) en deels verplicht (voor wie onder de Europese emissiehandel valt, zoals luchtvaartmaatschappijen). De rol van de externe accountant ziet Linthorst vooral in het aanjagen en verbeteren van het meet- en rapportageproces, het in kaart brengen van risico’s en het doen van aanbevelingen aan het management en het identificeren van leemtes in de verslaglegging. “Hoe weet een organisatie bijvoorbeeld dat alle CO2-uitstoot is meegenomen? En als de emissie in de keten wordt verantwoord, hoe weet je dan dat er geen dubbeltelling plaatsvindt? Het schort nog vaak aan de onderbouwing van niet-financiële informatie,” constateerde ook Linthorst, en hij signaleerde dat de financiële kolom vaak niet betrokken is bij het opstellen van de verantwoording. “Maar het is zinvoller een financial op te leiden om over CO2 te rapporteren, dan een specialist duurzaamheid in accountingprincipes te trainen.”
Niet-financieel? Misvatting!
Tot slot kwam Marcel Beukeboom aan het woord. Hij is klimaatonderhandelaar namens de Nederlandse regering. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij, vertelde hij de zaal. Nog voor het eind van dit jaar zal er een Nationaal Klimaatakkoord zijn, dat de komende jaren in wet- en regelgeving zal worden vertaald. “De financiële sector zal cruciaal zijn bij het slagen van de nationale en internationale klimaatdoelstellingen,” voorspelde hij. “De redenen daarvoor zijn tijdens het congres aan bod gekomen,” besloot hij, “maar één aspect is nog onderbelicht gebleven. U heeft het over niet-financiële informatie. Dat is een misvatting. Met het beprijzen van CO2-uitstoot, en dat steeds meer gaan gebeuren, komt het onderwerp hoe onherroepelijk op het bord van de financial te liggen.”
Lees ook
CO2 ondergeschoven kindje bij controllers
Bedrijven niet open genoeg over CO2-uitstoot