
Predikant Ruben van Zwieten creëerde midden op de Zuidas in Amsterdam en op het Weena in Rotterdam huizen voor ontmoeting en inspiratie, onder andere voor financials. ‘Je moet geld durven ontheiligen.’
Eigenlijk is hij moe van het geven van interviews. Telkens weer hetzelfde verhaal. En dan is er ook nog de begrafenis die hij gisteren heeft moeten leiden. Maar Van Zwieten maakt toch tijd. Al etend legt hij het idee voor De Nieuwe Poort uit. ‘Na de beurskrach van 1929 werd Nederland in de jaren dertig in een diepe crisis geworpen. Toen werd de stichting Alle-Dag-Kerk opgericht, op loopafstand van de beurs, aan het Begijnhof in Amsterdam. In de statuten van die stichting staat: voor de vermoeiden van hart, in het financiële hart. Dat heeft me, net zoals Trinity Church, middenop Wall Street, geïnspireerd. Mijn droom was een huis voor ontmoeting en inspiratie neer te zetten waar iedereen kon binnenkomen. Niet direct gelieerd aan een kerk. Dit is in feite een sociëteit, naast de grote industriële clubs. Dit is een grote ideële club, maar dan wel voor industriëlen.’
Een oppertollenaar als CFO
Een sociëteit die sinds 2008 zo goed loopt, dat er in 2016 ook een vestiging in Rotterdam kwam. Direct aan het Weena. ‘Zo’n beetje ook het Wall Street van Rotterdam.” Van Zwieten noemt De Nieuwe Poort een ‘serieuze social enterprise’. ‘Met een omzet van 1,8 miljoen euro. Of ik een CFO in dienst heb? Nee, niet echt. Wel een oppertollenaar. Dat is een zakelijke directeur, naast de artistieke leiding. Net zoals bij een kunstinstelling. De zakelijke directeur heeft bij ons de financiën in de vingers.’ Had de dominee al iets met finance, voordat hij aan De Nieuwe Poort begon? ‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in hoe geld werkt. Op school al. Ik smulde van macro-economie en bedrijfseconomie. Na het gymnasium heb ik in Leiden Theologie en Rechten gestudeerd. Mijn scriptie ging over de onzichtbare hand van de koopman en de dominee. Daarvoor las ik het boek The wealth of nations van Adam Smith. Dat is slechts een kleine uitwerking van de Theory of moral sentiments, dat later uitkwam. Economie betekent in het Grieks niets meer dan huishouding. Vandaag de dag geldt: wie de financiën heeft, heeft het eerste en het laatste woord.’

Wie economie doet, doet de huishouding
Dat klopt historisch van geen kant, beschouwt Van Zwieten. “Wie de economie doet, doet de huishouding. Is het slaafje. Want de echte vrije geest zorgt ervoor dat de huishouding voor hem wordt geregeld. Hij gaat naar de acropolis om het te hebben over de inrichting van de wereld. Waar ik mij aansluitend zorgen over maak: de financiële elite is losgezongen van de politieke elite. Wie het voor het zeggen heeft, valt samen met wat hij verdient. In een dorp, waar waarschijnlijk veel CFO’s wonen, hield een wetenschapper voor de plaatselijke rotary een voordracht over zijn wetenschappelijk onderzoek. De eerste vraag van een financial na de lezing was: ‘Dank voor het verhaal, maar wat brengt een hoogleraarschap nou eigenlijk op?’ De hoogleraar geeft in de vertrouwelijkheid van de club toch het antwoord. De financial laatdunkend: ‘Goh, kun je daarvan rondkomen?’ Misplaatst. Net zo wordt gedacht over burgemeesters of Tweede Kamerleden die ‘maar’ een ton pakken.”
Durf geld te ontheiligen
Wat we waard zijn, wordt uitgedrukt in het salaris. Van Zwieten: ‘Geld drukt waarde uit. Heeft een functie. Geld is een brug tussen twee oevers, zei Aristoteles. Maar waar we voor moeten waken, is dat geld een doel op zichzelf wordt. Dat het alleen geldverwerving wordt. Het moet een betekenis hebben.’ De raad van commissarissen van ING wilde de beloning van topman Ralph Hamers verhogen naar ruim 3 miljoen euro in de vorm van aandelen boven op zijn vaste salaris van 1,75 miljoen euro. Uiteindelijk trok de bank zijn voorstel terug. Van Zwieten reageert: ‘Ik snap als je geld gebruikt om te vermenigvuldigen. Maar als je manager bent, kun je in principe alleen optellen. Dan moet je je afvragen, als je naar je lieve moeder in het verzorgingstehuis kijkt, wat het je waard is dat degene die haar billen wast, fatsoenlijk betaald krijgt. Wat is degene je waard die jouw kinderen onderricht? Geld moet waarde uitdrukken. Ik ben geen kunstenaar die zegt: geld is taboe. Maar geld is niet heilig en dus moet je het durven ontheiligen. Ook als CFO.’
Ik snap als je geld gebruikt om te vermenigvuldigen. Maar als je manager bent, kun je in principe alleen optellen.”
Hypernumeriek tijdperk
Welke topman is een voorbeeld voor Van Zwieten? ‘Feike Sijbesma, bestuursvoorzitter van DSM. We houden hier bijeenkomsten onder het motto ‘de meest sprekende lunchspreker’. Daarin gaan we op zoek naar inspiratiebronnen. De meeste mensen komen niet verder dan het leiderschapsboek van Stephen Covey, de biografie van Steve Jobs of hun kinderen. Alle drie zijn dat geen literaire bronnen. Je wilt aan je kinderen wat meegeven. Als zij jouw inspiratiebron zijn, hoe kun je hen dan een kijk op de wereld meegeven? Sijbesma zoekt het verhaal op waarvanuit hij zich tegen de sustainable development goals van de Verenigde Naties wil aanbemoeien.’
Berijden van de spreadsheettrein
Hij geeft antwoord op de vraag hoe je dominee en koopman kan zijn in een groene economie.” Dat is heel wat anders dan het berijden van de spreadsheettrein, zoals Van Zwieten het noemt. ‘We leven in een hypernumerriek tijdperk. Een focus op kwantificeerbaarheid. Als het niet te meten is, bestaat het niet. Terwijl het beloofde land, een land van belofte is. Een belofte is niet kwantificeerbaar. Net als een nieuwe toekomst dat niet is. Dat moeten financials – met de CFO voorop – zich goed realiseren.’
Ruben van Zwieten (1983) is predikant en initiatiefnemer van De Nieuwe Poort, huis voor ontmoeting en inspiratie, gevestigd in Amsterdam op de Zuidas en in Rotterdam op het Weena. Als ondernemer en predikant tegelijk, verenigt Van Zwieten twee beroepen in zich die Nederland groot hebben gemaakt: de dominee en de koopman. Hij is adviseur van het bestuur van de Goldschmeding Foundation, lid van het bestuur van het VUmc Fonds, lid van het bestuur van het alzheimer en kankercentrum Adore en voormalig lid van de Monitoring Commissie Code Banken.
Lees ook
CFO moet op financieringsmarkt verder kijken dan zijn neus lang is
Leiding en Verleiding: De weg naar integriteit ligt voorbij het genot