
Jeroen Dijsselbloem blikte onlangs tijdens de controllersdag terug op vijf jaar als minister van financiën en vijf jaar voorzitterschap van de Eurogroep. “De Europese economie is te afhankelijk van banken.”
Dijsselbloem constateert dat internationale instabiliteit de wereldeconomie parten speelt. “Handelsoorlogen, na een lange periode waarin multilaterale samenwerking de oplossing voor alles was. Dat tijdperk lijkt voorbij. Ons platform voor volgende stappen en verdere versterking wordt wellicht Europa. Dat zeg ik niet omdat ik een groot federalist ben. Ik ben niet van de school die zegt dat Europa de oplossing is voor alles is. Maar ik geloof wel dat Nederland, een klein land met een open economie, sterk hechtend aan internationale rechtsgang, er belang bij heeft dat Europa sterker wordt.”

Crisis was een zichtbare en herkenbare breuk
De crisis is volgens Dijsselbloem nog steeds voelbaar. “Die crisis begon tien jaar geleden. Dat was een shock in het systeem. Een zichtbare en herkenbare breuk na een lange naoorlogse periode waarin het beter en beter ging. Ineens was de zekerheid weg. Ook de zekerheid dat Europa zou bijdragen aan welvaart en veiligheid. De eerste vijf jaar van die crisis heeft Europa eigenlijk slecht gemanaged. Je zag heel veel improvisatie. De monetaire unie was niet voorbereid op een dergelijke crisis. In het verdrag van Maastricht hadden we een fictie gecreëerd dat als het fout zou gaan, dat iedereen voor zichzelf zou zorgen. Het was het eerste jaar dan ook iedereen voor zichzelf. Pas na vier a vijf jaar veranderde dat.”
Pessimisme sloeg over naar reële economie
Het keerpunt kwam midden 2012. Op een investeringsseminar in Londen op 27 juli was de sfeer extreem negatief. “Tachtig procent van de investeerders gaf niets meer voor het voortbestaan van de eurozone.” Op dat seminar besloot de voorzitter van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, vol gas te geven. “Within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro. And believe me, it will be enough.” Dat was nodig volgens Dijsselbloem. “Want het pessimisme sloeg over op de reële economie.” Daar direct achteraan kwam Angela Merkel, bondkanselier van Duitsland. “Zij stelde zich publiekelijk achter Draghi op. Dat maakte het een nog sterker signaal. Toen dacht iedereen: nou is het serieus.”
Bankproblemen niet alleen in Zuid-Europa
In 2012 besloten de politieke leiders in Europa ook tot de bankenunie. “Tot dan toe hadden landen allemaal voor zich banken gered, vaak tegen hele hoge kosten voor de belastingbetaler. Maak overigens niet de denkfout dat bankproblemen alleen in Zuid-Europese landen bestaan. Ze bestaan overal, tot de dag van vandaag. Op dit moment zijn er grote zorgen over een Duitse bank. We hebben zelf, afgezet tegen onze economie, één van de grootste bankencrises gehad. En ook Ierland werd getroffen. Maar er was geen Europese aanpak.” Tot aan de bankenunie, die in 2014 van start ging. “Die andere manier van doen, waarbij je de aandeelhouder laat opdraaien voor de problemen bij de bank, hebben we eerst toegepast bij SNS. Als je dat als principe hanteert, moet je dat met z’n allen in Europa doen.”
Als derde noemt Dijsselbloem de big bazooka. “Europese landen lieten het no bail out-principe los en er kwam eind 2012 het reddingfonds ESM. Daarna hebben we veel tijd gespendeerd aan structurele verbeteringen. Van de bankenunie, het inzetten van ESM om landen uit de crisis te trekken en hervormingen.”
Wereldeconomie is kwetsbaar
Waar staat we nu? Dijsselbloem: “De eurozone doet het beter, en dat zeg ik met spijt, dan de Britten. En ook beter dan het Europese gemiddelde en beter dan de VS. De eurozone is weer een van de motoren van de wereld. Maar die wereldeconomie is kwetsbaar. De groei van de wereldhandel is er wel, maar zwakt weer af. Dat zie je terug in Europa. We doen het dit jaar alweer minder dan vorig jaar. Ik ben daar niet heel bezorgd over. Ik denk dat het voor een deel normalisatie is ten opzichte van vorig jaar. De groei die we gemiddeld vorig jaar hadden in de eurozone, 2,4 procent, was veel meer dan verwacht. Het was ook boven wat we kunnen verwachten, gezien de demografische en productiviteitsontwikkelingen in Europa. Het was heel sterk. Nu gaan we weer wat terug. Ik vind de laatste voorspellingen (van het CPB, red.) iets te somber. Het is normaal om te verwachten dat de groei rond de 2 procent uitkomt.”
Banken zijn heel nationaal geworden
Volgens de oud-minister van financiën moet Nederland zijn concurrentiekracht verbeteren. “Dat gaat niet alleen maar over het verlagen van de vennootschapsbelasting of het afschaffen van de dividendbelasting. Dat gaat meer over het ondernemersklimaat in brede zin. Denk in Europa aan het bestrijden van corruptie, een efficiënt en betrouwbaar juridisch systeem en een effectief en
‘Het was naïviteit, bluf of complete zelfoverschatting’
Hoe werd Dijsselbloem minister van Financiën? Immers, Dijsselbloem studeerde landbouweconomie aan de Landbouwuniversiteit Wageningen en hield zich in de Tweede Kamerbanken bezig met onderwijs. “Dat je zo’n baan aandurft. Eerst minister van Financiën, een jaar later voorzitter van de eurogroep”, vroeg onderzoeksjournalist Jeroen Smit tijdens de controllersdag. “Waar haal je het lef vandaan?” Dijsselbloem: “Als ik er van een afstand naar kijk, dan is het naïviteit, bluf of complete zelfoverschatting. Eén van de drie. Ik had wel verkiezingsprogramma’s geschreven, maar was nooit financieel woordvoerder geweest. Je stapt op een rijdende trein. Middenin de financiële crisis. Ik wist heel weinig. Tijdens de formatie werd duidelijk: Jeroen naar financiën, Diederik naar de Kamer. De belangrijkste plek na Rutte is financiën. Die pakten we als PvdA. Zit je eenmaal op financiën, dan gaat een topambtenaar je drillen. Dan word je in no time up to speed gebracht. Ik heb het schriftje van de eerste meeting nog. Daar heb ik allemaal dingen opgeschreven die achteraf bezien niet relevant waren. Ik had toen dus nog een hoop te leren.”
efficiënt belastingstelsel, het verbeteren van infrastructuur en het onderwijssysteem.” Volgens Dijsselbloem is de bankenunie nog niet af. “Nederland en Duitsland zijn terughoudend. Maar ik denk dat het cruciaal is dat we een gezamenlijk depositogarantiesysteem maken. Als de potten per land gevuld zijn, moet je ze koppelen. Dat is de enige manier om een geïntegreerde bankensector te krijgen. Ook om weer crossborder banken te krijgen, want tijdens de crisis zijn banken heel nationaal geworden.”
Europa is te afhankelijk van banken
Europa is volgens de oud-minister te afhankelijk van banken op de kapitaalmarkt. “Tachtig procent van onze economie gaat via bankfinanciering. In de Verenigde Staten is dat 25 procent. De rest is daar risicodragend vermogen. Veel equity, corporate bonds… Dat verschil zag je ook terug tijdens de crisis. De afhankelijkheid van banken maakt ons kwetsbaar. Als de bliksem inslaat, slaat deze onmiddellijk in op de banken in Europa. Veel meer nog dan in de VS. De impact op de economie is in Europa dan ook groter. Omdat we banken niet kunnen laten omvallen, kost het belastingbetalers heel veel geld. Nu zijn banken beter gefinancierd. Meer eigen vermogen. Hogere buffers. Beter toezicht. En we hebben een bail in-principe. Als ze omvallen, worden investeerders in de banken als eerste aangeslagen. Maar we moeten wel minder afhankelijk worden van bankfinanciering.”
Overgang naar meer private investeringen niet zomaar geregeld
Ook Dijsselbloem weet dat een overgang naar meer private investeringen niet zomaar is geregeld. “Dat is een groot project dat veel tijd kost. Je moet de alternatieve markt ontwikkelen. Je moet financiële instrumenten Europabreed dezelfde juridische positie geven. Maar het moet. Want het is nu een fundamentele zwakte in de monetaire unie. We zijn te afhankelijk van publieke middelen om de economie te stabiliseren. Overheden bleven in de crisis achter met grote schulden en langjarige problemen. Als we over een paar jaar weer een grote financiële of economische crisis krijgen, dan zitten we in grote problemen. We zijn te afhankelijk van publieke middelen om een klap op te vangen. De financiële ruimte is er in veel landen niet. De staatsschuld is veel te hoog en dus heb je geen buffer. In de VS laten ze een groot deel van de klappen in de financiële markten vallen. Daar komt immers de financiering vandaan. Die situatie hebben we nog niet in Europa, maar daar moeten we wel naartoe. Private financiering als risicobuffer.”
Het tekort bleek 15 procent, de schuld al 120 procent
Als laatste ging Dijsselbloem in op integriteit. “Dat onderwerp speelde een grote rol tijdens de crisis. Dat gaat over geloofwaardigheid. Afspraken nakomen. Hoe betrouwbaar waren de rapportages over onze banken voor de crisis? Destijds was de risicoparagraaf vaak erg dun. Hoe betrouwbaar waren de cijfers die we hadden via Eurostat vanuit de lidstaten over hun begroting? Toen we uiteindelijk de goede cijfers uit Griekenland kregen, bleek het tekort 15 procent en de schuld al 120 procent. Hoe betrouwbaar zijn afspraken die we hebben gemaakt over het no bail out- principe? Het was een prachtige afspraak in het Verdrag van Maastricht, maar niet realistisch in tijden van zo’n grote crisis. Die afspraak hebben we losgelaten, maar zonder het verdrag te veranderen.”
Lees ook
Kredietverzekeraar voorspelt: 1e kwartaal 2020 recessie (+7 oorzaken)
CPB: belangrijk om bankenunie te voltooien
Sfeer proeven van de controllersdag? Zie onderstaande video.