
De effectiviteit van raden van commissarissen wordt niet zozeer bepaald door het bestuursmodel of de samenstelling, maar veel meer door de onderlinge verhoudingen en de kwaliteit van de samenwerking.
Dat blijkt uit internationaal literatuuronderzoek van het Tilburgs Instituut voor Familiebedrijven (TiFB), een samenwerkingsverband van Tilburg University en PwC. ‘De effectiviteit van raden van commissarissen wordt bepaald door sociale processen en groepsdynamiek’, schrijft onderzoekster Brigitte Kroon. ‘Actief informatie halen en brengen, constructieve kritiek durven uiten en gedeelde verantwoordelijkheid bepalen of er voldoende draagvlak is voor de bijdrage van commissarissen en of toezichthouders voldoende toegang krijgen tot informatie en middelen om hun taak goed te kunnen uitvoeren.’
Kroon maakte gebruik van inzichten uit sociale psychologie

Bij haar onderzoek maakte Kroon gebruik van inzichten uit de sociale psychologie. ‘Decennialang heeft in onderzoek naar effectief toezicht de nadruk gelegen op structurele kenmerken van de raad van commissarissen als voorwaarde voor goed functioneren’, legt Kroon. ‘Een overzicht van bestaand onderzoek naar de effecten van de samenstelling van de raad van commissarissen op organisatieprestaties laat echter slechts kleine effecten zien.
Menselijk handelen in groep niet rationeel
De sociale psychologie leert echter dat menselijk handelen in groepen niet rationeel is, maar wordt beïnvloed door subjectiviteit, normen en waarden, en conflicten. Vooral de bereidheid om actief naar kennis of informatie te zoeken en deze te gebruiken, het durven uiten van opbouwende kritiek op elkaars mening en een gedeelde verantwoordelijkheid voor het bereiken van resultaten maken het verschil tussen effectieve en minder effectieve teams. ‘Raden van commissarissen verschillen hierin niet van andere teams waarin mensen samen aan een opdracht werken’, aldus Kroon.
Lees ook
Nederlandse gezondheidszorg gebaat bij strenger toezicht op zorgfusies
AVA of RvC is nog de enige die accountant mag benoemen