
Het kabinet neemt verschillende maatregelen om belastingontwijking- en ontduiking tegen te gaan en Nederland tegelijkertijd aantrekkelijk te houden voor het reële bedrijfsleven. Daar volgens het kabinet bij dat Nederland haar verdragsbeleid vernieuwt en een lijst van laagbelastende landen opstelt. Hierover start het ministerie van Financiën nu een internetconsultatie van 25 september tot en met 22 oktober.
Doel van de maatregelen is te voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen. Nederland is van plan om in 2019 de volgende staten te plaatsen op de lijst met laagbelastende landen: Anguilla, Bahama’s, Bahrein, Bermuda, Britse Maagdeneilanden, Guernsey, het eiland Man, Jersey, de Kaaimaneilanden, Koeweit, Palau, Qatar, Saudi-Arabië, Turks- en Caicoseilanden, Vanuatu en de Verenigde Arabische Emiraten. Het gaat om staten zonder winstbelasting of met een tarief van minder dan 7%. Via de consultatie krijgen betrokkenen de kans om hun kennis over de belastingsystemen van andere landen te delen voordat de lijst definitief wordt vastgesteld. Zo kan worden voorkomen dat landen ten onrechte wel of juist niet op de lijst worden opgenomen. Na 2019 zal de lijst jaarlijks worden geactualiseerd en opnieuw worden vastgesteld.
Twee maatregelen tegen belastingontwijking
De lijst zal worden gebruikt bij een twee maatregelen in de strijd tegen belastingontwijking – en ontduiking. Dit geldt ook voor staten die zijn opgenomen op de EU-lijst van belastingparadijzen (lijst van niet-coöperatieve jurisdicties). Als eerste gaat het om de met Prinsjesdag voorgestelde CFC-maatregel die per 1 januari 2019 ingaat. Met deze maatregel wil het kabinet voorkomen dat bedrijven belasting ontwijken door mobiele activa te verschuiven naar een bedrijf in een laagbelastend land. De lijst wordt daarnaast gebruikt bij de invoering van een conditionele bronbelasting op dividenden (per 1 januari 2020) en interest en royalty’s (per 1 januari 2021). Dit betekent dat de landen op de Nederlandse lijst in 2021 een belasting van 22,25% gaan betalen over deze dividenden, rente en royalty’s. Hiermee wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen.
Verdragen moeten goed aansluiten bij maatregelen
Het verdragsbeleid is volgens het kabinet op een aantal punten aan vernieuwing toe en ook hierover kan iedereen via de consultatie zijn of haar mening geven. “Zo wil het kabinet dat de verdragen goed aansluiten bij de maatregelen die zijn voorgesteld om ervoor te zorgen dat er geen belasting ontweken kan worden. Dit speelt met name in het geval dat er een belastingverdrag is met landen op de lijst van laagbelastende landen. Ook de heffingsverdeling tussen Nederland en ontwikkelingslanden is onderwerp van de consultatie, aan de hand van een nieuw VN-Modelverdrag. Het ministerie van Financiën staat ook open voor reacties over andere zaken rondom het verdragsbeleid.”
Antimisbruikbepalingen in verdragen met ruim vijftig landen
Het verdragsbeleid is van belang voor landen waarmee Nederland in de toekomst gaat onderhandelen. In bestaande belastingverdragen kunnen door middel van het multilateraal verdrag tegen internationale belastingontwijking in een keer antimisbruikbepalingen worden opgenomen in belastingverdragen met ruim vijftig landen. Nederland neemt hierbij volgens het kabinet meer antimisbruikbepalingen op dan andere (OESO-) landen.
Lees ook
Belastingadviseurs: rulingpraktijk functioneert naar behoren
Tata Steel: dividendbelasting niet relevant