
Onlangs heeft de Europese Commissie een openbare consultatie (enquête) uitgezet met als centrale vraag of de Europese regelgeving voor de jaarrekening nog steeds adequaat is (EC fitness check). Deze regelgeving betreft enerzijds de Europese richtlijn die door lidstaten in de eigen wetgeving is verwerkt en anderzijds het ‘importeren’ van de IFRS-regelgeving voor beursgenoteerde ondernemingen. Inmiddels heeft de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) zijn visie bekendgemaakt door het ingevulde enquêteformulier op zijn website op te nemen. In dit artikel worden enkele aspecten uitgelicht.
De Europese Commissie ziet voor de toekomst de financiering van duurzame groei als een belangrijk maatschappelijk onderwerp. De vraag is of de financiële jaarverslaggeving een stimulerende rol kan spelen bij het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen, met name het vermijden van korte-termijnwinstbejag en het stimuleren van investeringen in duurzaamheid.
In het consultatiedocument wordt dan gedacht aan het toevoegen van ‘long term investment’ en ‘sustainability’ als extra overwegingen bij het ontwikkelen van jaarrekeningregels. Dit zou kunnen leiden tot het verlichten van de verslaggevingsregels voor relevante jaarrekeningposten, bijvoorbeeld door het gemakkelijker toestaan van het activeren van kosten, of minder toelichtingseisen.
De RJ wijst een dergelijke benadering af. Men verwacht dat de jaarrekening slechts een beperkte rol op dit vlak speelt, en dat oneigenlijke winstegalisatie en vermindering van transparantie het inzicht uiteindelijk niet ten goede komen.
Goedkeuringsprocedure
Op dit moment voorziet het Europese recht alleen in een goedkeuringsprocedure voor nieuwe IFRS-voorschriften (die dan gelden voor de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen). In de consultatie wordt gevraagd of ‘Europa’ niet ook de mogelijkheid moet hebben om deze voorschriften binnen de EU aan te passen, bijvoorbeeld om ze daarmee beter passend te maken binnen de Europese omstandigheden.
De RJ is hierop tegen; het zou een soort Europese variant van IFRS creëren die enerzijds de internationale vergelijkbaarheid schaadt en anderzijds veel extra werk zou vergen. Voor dochterondernemingen van IFRS-toepassende groepen zou het praktisch kunnen zijn als er een soort IFRS-‘light’ zou bestaan, met wel dezelfde waarderingsgrondslagen maar met minder toelichtingsvereisten.
De RJ ziet op dit punt echter meer een taak voor de IASB dan voor de Europese Commissie. De al bestaande IFRS for SMEs voldoet hiervoor niet, vanwege afwijkende waarderingsgrondslagen.
Aanvullingen
In plaats van wijzigingen zouden ook aanvullingen wenselijk kunnen zijn. Een bekend verschil tussen de Europese regelgeving en IFRS is dat de laatste geen voorgeschreven ‘modellen’ heeft voor de balans en winst- en verliesrekening. Op het eerste gezicht is dat vreemd, aangezien een eenduidige vormgeving juist in het belang lijkt van (internationale) vergelijkbaarheid. In de consultatie wordt daarom overwogen of Europa voor toepassers van IFRS toch aanvullende eisen kan stellen.
De RJ onderkent echter dat een zekere flexibiliteit in de rangschikking en benaming van posten recht kan doen aan de specifieke omstandigheden van ondernemingen. Bovendien loopt er binnen IFRS al een project wat betreft presentatieaspecten van de jaarrekening. Een aanvullende regelgeving buiten IFRS om lijkt de RJ daarom minder wenselijk.
Digitale rapportage
De wijze van presenteren raakt ook het punt van digitale rapportage van jaarrekeningen. Sinds enige jaren is het mogelijk om jaarrekeningen in een gestandaardiseerd elektronisch format te publiceren (XBRL, in Nederland veelal aangeduid als SBR). De RJ onderkent dat dit een belangrijke trend is, maar dat regelgever niet per se een belangrijke rol hoeft te hebben in de verdere ontwikkeling van deze technieken.
De RJ lijkt in zijn reactie toch meer de beperkingen van XBRL te benadrukken, zoals (te) rigide modellen en de beperking om toelichtingsinformatie – dus de informatie anders dan de bedragen van jaarrekeningposten – te standaardiseren.
De EU verwacht in 2019 de uitkomsten van deze consultatie te publiceren. Deze uitkomsten worden dan verder gebruikt in het bredere EU-project Action plan on financing sustainable growth.
Auteur: dr. B. Kamp RA
Dit artikel is gepubliceerd in F&A Actueel 2018, afl. 9