
De economische groei in Nederland is in het derde kwartaal uitgekomen op het laagste niveau in ruim twee jaar. Het bruto binnenlands product (bbp) dikte met 0,2 procent aan ten opzichte van een kwartaal eerder, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een eerste berekening.
Dat er nog wel sprake was van groei was onder meer te danken aan een toename van de bestedingen door consumenten. Die gaven 2 procent meer uit dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Vooral aan auto’s en elektrische apparaten werd meer geld besteed. Ook de buitenlandse handel droeg bij aan de groei.
Investeringen nemen minder hard toe dan voorheen
Dat de groei is afgezwakt, komt volgens hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS vooral omdat de investeringen minder hard toenamen dan voorheen. Daarbij wijst hij op ontwikkelingen in de bouw. Waar de bouw na de crisis in rap tempo groeide, schakelt de sector nu een tandje terug. Op jaarbasis groeide de Nederlandse economie met 2,4 procent. Naast de gestegen consumptie kwam dat onder meer door hogere investeringen in vaste activa zoals machines en bedrijfsgebouwen en door de export, al was dat wel minder het geval dan in voorgaande kwartalen.
Ook Europees werden cijfers afgegeven. De economie van de eurozone is in het derde kwartaal minder sterk gegroeid dan in de voorgaande periode. Volgens een voorlopige schatting van het Europees statistiekbureau Eurostat ging de economie van het eurogebied met 0,2 procent vooruit op kwartaalbasis, tegen 0,4 procent in het tweede kwartaal. Het cijfer komt overeen met de gemiddelde verwachting van economen. Voor de gehele Europese Unie werd een groei gemeten van 0,3 procent, tegen 0,5 procent in de voorgaande periode. Op jaarbasis was sprake van een economische vooruitgang in de eurozone met 1,7 procent en 1,9 procent in de EU.
Nederland staat in Europees verband in de middenmoot
In Europese context stond Nederland het afgelopen kwartaal in de middenmoot, waar ons land eerder een van de grootste groeiers was. Duitsland, de belangrijkste handelspartner voor Nederland, kende evenwel een kwartaal van krimp. Volgens Van Mulligen leidt die ontwikkeling bij de oosterburen nog niet tot al te grote zorgen. ,,Dat is moeilijk te zeggen op basis van één kwartaal”. Mocht de Duitse economie ook in het volgende kwartaal krimpen, dan kan dat volgens hem wel reden tot zorg zijn. Het is de eerste achteruitgang van de Duitse economie sinds het eerste kwartaal van 2015.
Duitse economie ondervindt tegenwind
Volgens het Duitse statistiekbureau kwam de krimp uit op 0,2 procent, tegen een groei van 0,5 procent in de tweede driemaandsperiode van het jaar. Economen hadden in doorsnee op een achteruitgang met 0,1 procent gerekend. Op jaarbasis ging de grootste economie van Europa met 1,1 procent vooruit, tegen 2,3 procent in de voorgaande periode. De Duitse economie ondervindt tegenwind van de wereldwijde handelsspanningen waardoor de export van het land onder druk is komen te staan. Verder heeft de Duitse auto-industrie last gehad van de nieuwe emissie-eisen waardoor de productie werd verstoord. Ook zijn de consumentenbestedingen in Duitsland minder sterk. De Duitse regering rekent vooralsnog voor heel 2018 op een economische groei van 1,8 procent. In 2017 ging de economie van Duitsland met 2,2 procent vooruit.
Aantal banen in Nederland neemt toe
Het aantal banen nam in Nederland overigens opnieuw toe, evenals het aantal openstaande vacatures. De werkloosheid daalde verder. Dat becijferde het CBS eveneens. Hierdoor is de arbeidsmarkt nu bijna net zo gespannen als tien jaar geleden, net voor het uitbreken voor de crisis. Een gespannen arbeidsmarkt betekent dat de vraag naar arbeid bovengemiddeld is en het beschikbare aanbod relatief laag. Eind september stonden er 262.000 vacatures open, een toename van 11.000 in het derde kwartaal. Daarnaast kwamen er 60.000 banen bij en nam het aantal werklozen af met 6000. Het aantal openstaande vacatures was eind september met 262.000 groter dan ooit, merkt het statistiekbureau verder op.
Meer dan twee miljoen werknemers hebben flexibel contract
Tegenover elke vacature stonden gemiddeld 1,3 werklozen. Afgerond is dat evenveel als in de eerste drie kwartalen van 2008, maar de spanning is volgens het CBS nog steeds minder hoog dan destijds. Ter vergelijking: precies tien jaar geleden waren er 79 vacatures op elke 100 werklozen. In het afgelopen kwartaal waren dat er 75 op de 100. Het CBS constateert verder dat voor het eerst meer dan twee miljoen werknemers een flexibel contract hebben. Het afgelopen kwartaal nam het aantal werknemers met een flexibel contract toe met 21.000 ten opzichte van een jaar eerder.
Lees ook
Sterkste groei Britse economie in twee jaar
Economie eurozone groeit iets trager