
Bedrijven die eigendom zijn geweest van private-equity-investeerders doen het op de beurs duidelijk beter dan hun concurrenten. In totaal zijn in Europa sinds 2009 bijna 250 bedrijven die voorheen met PE gefinancierd werden naar de beurs gegaan. De aandelen van deze bedrijven zijn sindsdien zo’n vijftig procent in waarde gestegen, terwijl de waarde van aandelen in andere nieuwkomers op de beurs 44 procent steeg.
Dat blijkt uit onderzoek van accountants- en adviesbureau PwC naar meer dan zeshonderd beursgangen die vanaf 2009 hebben plaatsgevonden. Volgens het onderzoek steeg de waarde van aandelen van de 243 bedrijven die voorheen met PE gefinancierd werden sinds hun IPO’s met 49,6 procent. De aandelen van de andere 364 bedrijven stegen daarentegen 44,4 procent in waarde.
PE richt zich sterker op opbouwen van gedegen onderneming
‘Private-equityfondsen hebben zich sterker gericht op het opbouwen van een gedegen onderneming’, zegt Remco van Daal, verantwoordelijk voor de PE-praktijk van PwC. ‘We zien dat hun aanpak veel meer op de lange termijn gericht is en er ook meer in de portfolio-ondernemingen wordt geïnvesteerd. Dit vertaalt zich in reële waardestijgingen en daar profiteren de nieuwe eigenaren natuurlijk ook van.’
Waardestijging voormalige PE-bedrijven na beursgang

Opvallend is dat veel voormalige PE-bedrijven enige tijd nodig hebben om de andere nieuwkomers op de beurs voorbij te streven wat waardestijging betreft. Gemiddeld was de prijs van deze aandelen een maand na hun IPO 5,7 procent gestegen, terwijl op dat moment de prijs van een aandeel van de andere nieuwkomers op de markt negen procent gestegen was. Na zes maanden (11,6 tegenover 13,7 procent) en na twaalf maanden (16,9 tegenover 20,9 procent) liepen de PE-gefinancierde bedrijven nog steeds achter op de andere bedrijven. Maar in het tweede en derde jaar begon die situatie te veranderen. ‘In mijn ogen bewijst dat twee dingen’, zegt Jan-Willem de Groot, kapitaalmarktexpert bij PwC. ‘Enerzijds hadden de bedrijven die voorheen door private-equity-investeerders gefinancierd werden veel substantie en PE investeert meestal in relatief volwassen ondernemingen.’
PE-firma’s bereiden portfoliobedrijven in vroeg stadium voor op exit
Private-equityfirma’s denken vaak op het moment dat ze in een bedrijf investeren al over hun exit na. Ze proberen gericht om het bedrijf op dat specifieke moment voor te bereiden. ‘Private-equitymanagers weten vaak heel goed wat institutionele beleggers bij een bedrijf willen zien, welke eigenschappen ze belangrijk vinden en welke gegevens en informatie ze nodig hebben om een goed beeld te krijgen van het ontwikkelingspotentieel van de IPO-kandidaat’, aldus De Groot.
Grootste PE-gefinancierde IPO’s en meest actieve financiële investeerders
De grootste PE-gefinancierde IPO’s sinds 2009 werden uitgevoerd door de Britse aanbieder van betaaldiensten Worldpay (uitgifte-opbrengsten 3,35 miljard euro), het Deense windenergiebedrijf Dong (2,65 miljard euro) en de Britse online marktplaats Auto Traders Group (2,23 miljard euro). Wat het aantal noteringen betreft waren CVC en Nordic Capital de actiefste financiële investeerders: zij brachten ieder elf van de bedrijven in hun portefeuilles naar de beurs. Daarna volgden Bain Capital, EQT en Apax met acht beursintroducties. In het onderzoek is overigens alleen gekeken naar IPO’s waarbij ten minste vijftig miljoen euro werd opgehaald.
Waar gingen de opbrengsten van IPO’s heen?
Verder laat de analyse van PwC zien dat 54 procent van de opbrengsten van de IPO’s naar de PE-fondsen ging en 46 procent naar de bedrijven zelf. De meeste van hen hebben het geld vervolgens gebruikt om schulden af te lossen (37 procent) of voor ‘algemene doeleinden’ (33 procent). Veel minder vaak werden de opbrengsten ingezet voor bedrijfsgroei (zeven procent), als werkkapitaal (zeven procent), voor investeringen (twee procent) of voor onderzoek en ontwikkeling (twee procent).
Lees ook
Gaat tandem CEO/CFO botsen met private equity?
LeasePlan blaast geplande beursgang af