
Bedrijven die internationaal digitale diensten aanbieden, kunnen in de toekomst meer controles verwachten van de Belastingdienst over het nakomen van hun internationale btw-verplichtingen. Staatssecretaris Snel gaat hiermee aan de slag op basis van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer.
Versterking van het ‘Mini-One-Stop-Shopsysteem’
De rekenkamer pleit voor diverse maatregelen op dit gebied: versterking van het ‘Mini-One-Stop-Shopsysteem’( MOSS), uitwisseling van signalen met andere EU-lidstaten, het maken van risicoanalyses en onderzoek doen op internet om ontduiking op te sporen. Daarnaast dient de samenwerking met EU-belastingdiensten te verbeteren.
Aangifte doen voor alle EU-lidstaten
Bedrijven kunnen via het loket MOSS omzetbelasting op digitale diensten, zoals telefonie, gegevensopslag, kranten, radio- en televisieprogramma’s, muziek, games en series regelen voor alle EU-lidstaten. Ze kunnen via het MOSS aangifte doen en betalen. Vanaf 2021 moet het MOSS tevens gaan gelden voor niet-digitale goederen en diensten.
Internationale digitale dienstverlening groeit explosief. Tussen 2015 en 2017 is het bedrag aan btw-aangiften van bedrijven in Nederland bijna verdubbeld, van 254 miljoen euro naar 461 miljoen euro. In dezelfde periode zijn de btw-aangiften voor digitale dienstverlening vanuit het buitenland aan Nederlandse afnemers gestegen van 147 miljoen euro in 2015 naar 185 miljoen euro in 2017.
Geen controles op btw-aangiften
Maar tot begin dit jaar is niet gecontroleerd of de btw-aangiften van bedrijven ook klopten met hun betalingen. En de controle die inmiddels wel plaatsvindt, moet die nog grotendeels handmatig worden uitgevoerd.
Een zaak waarop de Algemene Rekenkamer tijdens het onderzoek stuitte, toont het belang aan van de maatregelen. Een Brits bedrijf dat diensten leverde aan Nederlandse afnemers bleek meer dan 20 miljoen euro aan btw-aangiften niet te hebben betaald. Omdat het bedrijf een groot deel van de in Nederland behaalde omzet niet had aangegeven, liep de fiscus nog eens 20 miljoen euro mis. Dit kwam aan het licht doordat de Britse belastingdienst de Nederlandse fiscus om bijstand vroeg bij onderzoek.