
Wie statutair bestuurder is van een bv of een niet-beursgenoteerde nv, heeft zowel een vennootschapsrechtelijke als een arbeidsrechtelijke verhouding met de vennootschap. Die dualiteit blijkt geregeld tot complicaties te leiden, vooral bij ontslag. Een toelichting naar aanleiding van een recente uitspraak van de Ondernemingskamer.
Ontslaan van een statutair bestuurder is precisieklus
Het op de juiste wijze ontslaan van een statutair bestuurder is een precisieklus. In een uitspraak van enkele maanden geleden schorste de Ondernemingskamer – het onderdeel van het Amsterdamse gerechtshof dat geschillen binnen vennootschappen beslecht – een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van een vastgoedbedrijf tot ontslag van een bestuurder.
De reden waarom het besluit werd geschorst, was dat noch de vennootschap, noch haar meerderheidsaandeelhouder voorafgaand aan of tijdens de aandeelhoudersvergadering waarin het besluit werd genomen, een reden had opgegeven voor het voorgenomen ontslagbesluit. Daardoor, zo vond de Ondernemingskamer, was de bestuurder ‘onvoldoende in de gelegenheid gesteld om op enigerlei wijze zinvol invulling te geven aan zijn recht om als bestuurder (…) op het voorgenomen ontslagbesluit te worden gehoord’. Deze gang van zaken, zo oordeelde de Ondernemingskamer, ‘is niet in overeenstemming met de eisen van artikel 2:8 BW’.
Die wetsbepaling schrijft voor dat een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, zich ‘als zodanig’ jegens elkaar moeten gedragen ‘naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd’.
Vennootschapsrechtelijk en arbeidsrechtelijk
Het recht van een bestuurder om te worden gehoord over een voorgenomen ontslagbesluit dat op hem of haar betrekking heeft, is een van de typische valkuilen in het mijnenveld dat veroorzaakt wordt door de duale relatie van een statutair bestuurder met de vennootschap: er is zowel een vennootschapsrechtelijke als een arbeidsrechtelijke verhouding.
Het gelijktijdig van toepassing zijn van zowel vennootschapsrechtelijke als arbeidsrechtelijke voorschriften heeft in de praktijk tot een ingewikkelde uitkomst geleid: zo gelden sommige regels uit het arbeidsrecht niet voor statutair bestuurders (een ontslagen bestuurder kan bijvoorbeeld geen herstel van de arbeidsovereenkomst vorderen), maar andere juist weer wel (zoals het opzegverbod bij ziekte).
Toch aangebleven
In de zaak waarover de Ondernemingskamer oordeelde, deden zich bij het bedrijf in kwestie nog wel wat meer problemen voor dan alleen het verzuimen van de plicht om de bestuurder te horen, alvorens over zijn ontslag werd besloten. Die optelsom zal dan ook wel aan de Ondernemingskamer aanleiding hebben gegeven om een zogenoemde enquête te bevelen ofwel, in jargon, een ‘onderzoek naar het beleid en de gang van zaken’.
Desondanks is het opvallend dat de Ondernemingskamer ook, bij wijze van onmiddellijke voorziening, het besluit schorste waarmee de algemene vergadering van aandeelhouders de bestuurder had ontslagen, een nieuwe bestuurder met beslissende stem benoemde en daarbij bepaalde dat de vennootschap niet zonder deze nieuwe bestuurder kan worden vertegenwoordigd.
Het resultaat van dit ingrijpen is dat de bestuurder die dacht te zijn ontslagen, nu toch als bestuurder is aangebleven. De setting waarin die bestuurder nu zijn taak moet (blijven) uitoefenen, is bovendien ingrijpend gewijzigd door de benoeming van de extra bestuurder, met doorslaggevende bevoegdheid.
Voortschrijdende opvattingen
Mogelijk is het gemak waarmee de Ondernemingskamer het ontslagbesluit schorste, ook een manifestatie van voortschrijdende opvattingen over het ontslagrecht voor statutair bestuurders. Steeds vaker wordt verdedigd dat het recht van de algemene vergadering van aandeelhouders om een bestuurder om welke reden dan ook te ontslaan – zoals wel wordt gezegd: zelfs vanwege de kleur van diens sokken – naar huidige maatstaven moet worden ingekleurd door zowel redelijkheids- en billijkheidsnormen uit het vennootschapsrecht, als door het begrip ‘redelijke grond’ dat sinds medio 2015 een belangrijke rol is gaan spelen in het ontslagrecht.
Oppassen dus, als u aandeelhouder bent en een bestuurder wilt ontslaan of als u zelf bestuurder bent. De kleur van uw sokken lijkt er steeds minder toe te doen.
Auteur: mr. H.L. Kaemingk
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2018, afl. 12