
De NBA kent sinds 2007 een permanente-educatieverplichting voor accountants-in-buisiness, waarbij zij 120 uur per drie jaar moeten besteden aan het bijhouden van hun vak. ‘Een achterhaald systeem’, volgens Frank van Gelder, senior stafmember PE bij de NBA. Daarom gingen op 1 januari 2019 de eerste accountants met de nieuwe regeling voor PE aan de slag.
In eerste instantie gaat het slechts om 5 procent van de accountants, namelijk accountants die werken voor de belastingdienst en accountants met een adviserende functie bij de Big Four. In 2020 volgt een groep van zo’n 40-45 procent van de NBA-leden en in 2021 gaat de regeling voor iedereen gelden, ook voor de accountants in business.
We spreken Frank van Gelder, verbonden aan de NBA als senior stafmedewerker PE. Hij legt uit waarom het nodig is om het systeem te herzien: ‘Het was in het oude systeem zo dat accountants verplicht waren om elke drie jaar 120 punten te halen. Elke punt is gelijk aan één uur opleidingstijd. Het was mogelijk om de eerste twee jaar 20 punten te halen en in het laatste jaar 80. Maar er konden ook gewoon jaarlijks 40 punten worden gehaald.’ Inmiddels noemt Van Gelder dat ‘een achterhaald systeem’, want wat daarin miste, is dat er niet werd gekeken naar wat er in die 120 punten precies was geleerd, maar slechts naar de input in PE-uren. Een enkele accountant maakte het ook niet uit. Van Gelder: ‘Dan kregen we tegen het eind van het jaar een belletje van ‘heb je nog een cursusje van 4 punten?’ in plaats van ‘heb je nog een cursus over de Wwft?’.
Gecertificeerde uren
De trainingen en opleidingen die accountants-in-business voor PE volgden hoefden niet per se gecertificeerde cursussen te zijn. Van Gelder: ‘We zagen vaak een gemengde variant, waarin de -in-business door de NBA gecertificeerde cursussen volgden, maar ook bijvoorbeeld aantoonbaar vakoverleg, het schrijven van publicaties en het aanwezig zijn bij ledenbijeenkomsten opvoerden. Dat blijft in de nieuwe regeling ook mogelijk, met één belangrijke verandering: we laten de kwantitatieve punten-eis los en vervangen die door een kwalitatieve eis.’
Vakinhoudelijk
Voor 2007 was de invoering van PE een heet hangijzer voor de accountant-in-business. Sommigen vonden de regel betuttelend en onnodig. Een goede wil immer toch wel relevant blijven en volgt opleidingen ook vanuit een zekere passie voor zijn vak. Deze nieuwe regeling doet daar veel meer eer aan. Van Gelder legt uit: ‘Een kan heel goed beoordelen welke cursus relevant is voor hem. Naast vakinhoudelijke cursussen kan hij ook andere cursussen op het gebied van managementtechnieken of vaardigheden in aanmerking nemen.’ Als voorbeeld haalt Van Gelder een cursus Spaans aan. ‘De meeste accountants zullen een dergelijke cursus in hun privétijd volgen. Maar als het bedrijf waar de accountant werkt heel veel zaken in het Spaans doet, is zo’n cursus ineens wel relevant. Hetzelfde geldt voor een training leidinggevende vaardigheden, een cursus timemanagement of omgaan met stress.’
Kwalitatieve verantwoording
Een van de kenmerken van deze outputgerichte methodiek is dat ook de vorm vrijer is. Van Gelder: ‘We vragen mensen om aan de hand van hun werkzaamheden en wat deze moeten opleveren concrete leerdoelen te formuleren. Aan de hand van de leerdoelen bepaalt de accountants welke leeractiviteiten hij gaat ondernemen. Na het verrichten van de leeractiviteiten is er ruimte voor evaluatie’ We vragen mensen om aan de hand van hun werkzaamheden en wat deze moeten opleveren concrete leerdoelen te formuleren. Aan de hand van de leerdoelen bepaalt de accountants welke leeractiviteiten hij gaat ondernemen. Na het verrichten van de leeractiviteiten is er ruimte voor evaluatie’ Bovendien veranderen de landen om ons heen ook hun eisen. Deze output-gestuurde methodiek is – tot grote tevredenheid – al langer in gebruik bij onze collega’s in Ierland, Schotland en Engeland. Bij vorm-eisen loop je vaak achter de feiten aan. Dan vormen de regels een beperking. Zo hadden we net in de regeling opgenomen dat e-learning is toegestaan, zien we ineens het webinar opkomen. Dat mocht dan weer niet. Dat probleem helpen we met deze vorm van PE uit de wereld.’
Aansluiting
Hij vervolgt: ‘Uiteindelijk komt het er op neer dat we de techniek die al langer in het tertiaire onderwijs wordt gebruikt, het persoonlijk ontwikkelingsplan, nu ook doortrekken naar het werkveld. We vragen mensen wat hun werkzaamheden zijn, welke werkzaamheden ze zouden willen doen en welke educatie-activiteiten zij denken dat daarvoor nodig zijn. Ook is er ruimte voor evaluatie. Misschien vinden ze dat de cursus bij nader inzien toch niet de kennis bracht die ze zochten. Dan kunnen ze op een andere plek verder zoeken. Dit systeem motiveert – met behulp van die kwalitatieve verantwoording – tot nadenken.’
Sjoemelen
Toch is er niet te sjoemelen met deze vorm-vrije variant. Het nieuwe systeem blijft -in-business vragen of ze compliant zijn en de NBA gaat steekproefsgewijs de leerdossiers opvragen. Ook blijven er verplichte trainingen voor deze accountants, zoals in het verleden Beroepsethiek en dit jaar Fraude. Maar het bestuur van de NBA bekijkt ook per doelgroep welke onderwerpen verplicht gesteld moeten worden. ‘Een controller heeft een ander werkveld dan een openbaar accountant’, meent van Gelder. ‘Dan moeten dus ook andere zaken verplicht onder de aandacht komen.’
Toekomst
In de toekomst zou het ook mogelijk kunnen worden dat er eens in de twee à drie jaar een verplichte kennistoets wordt afgenomen. Die toets zou diagnostisch kunnen werken en dienen als input voor het eigen PE-plan. Maar er is ook niet uitgesloten dat het ook een toetsend karakter krijgt.
Het gesprek met Van Gelder loopt ten einde, maar toch moet hem nog iets van het hart: ‘Ik wil graag benadrukken dat PE geen doel op zichzelf is. Het gaat om kwaliteitsbehoud in het vak. De maatschappij vraagt dat van ons.’
Lees ook
Nieuw PE-model accountants sinds 1 januari 2019
Paape over risicomanagement: Mensen gaan te snel met de stroom mee