
Moreel-psychologisch onderzoek en onderzoek naar gedragsethiek heeft laten zien dat mensen heel goed in staat zijn om zichzelf ervan te overtuigen dat ze morele wezens zijn, zelfs als hun gedrag het tegenovergestelde bewijst. We zijn dus moreel flexibel.
In haar artikel ‘Always the hero to ourselves: the role of self-deception in unethical behaviour’ schreef psychologe Celia Moore:
We willen heel graag geloven dat we morele wezens zijn, maar we liegen, bedriegen en stelen […] erop los om iets te krijgen dat we niet verdiend hebben. Door ons vermogen om de realiteit anders voor te stellen, kunnen we het beste over onszelf geloven en ons tegelijkertijd onethisch gedragen. Zo eten we van twee walletjes: we hebben zowel een positief zelfbeeld als de voordelen die onethisch gedrag ons opleveren.”
Zie ook: Waarom de CFO best paranoïde mag zijn…
Uit het onderzoek van Moore bleek dat mensen drie strategieën hebben waarmee ze zichzelf om de tuin leiden om te geloven dat ze zich moreel verantwoord gedragen, terwijl ze iets oneerlijks hebben gedaan:
- Gemotiveerde aandacht: We besteden selectief aandacht, of juist geen aandacht aan informatie die ons bereikt, om het beeld van onszelf als moreel wezen in stand te houden.
- Gemotiveerde interpretatie: We herdefiniëren ons immorele handelen om het te rechtvaardigen.
- Gemotiveerde herinnering: We zijn selectief in het vergeten, herinneren of bedenken van informatie uit het verleden om het beeld van onszelf als moreel wezen intact te houden.

We zijn goed in mentale gymnastiek
Simpel gezegd zijn we heel goed in de mentale gymnastiek die nodig is om het gewenste beeld van onszelf in stand te houden. Als we voelen dat onze moraliteit wankelt, hetzij door iemand anders hetzij door onze eigen acties, dan katten wij de dingen om, zodat we onszelf integer kunnen blijven voelen. Dit kan gaan om een gedragsverandering, maar het kan ook gaan om het aanpassen van onze plannen, herinneringen of gebeurtenissen uit het verleden. Zoals sociaal psycholoog Daniel Batson schrijft in zijn artikel Moral motivation: a closer look blijkt uit onderzoek dat mensen gemotiveerd worden door morele hypocrisie, maar is er weinig bewijs voor het idee dat mensen worden gemotiveerd door morele integriteit (Batson 2016).
Boek op shortlist
Managementboek van het Jaar
Het boek Broken Business: Fraude, crisis en herstel waar dit artikel een fragment uit is, staat op de shortlist van de verkiezing voor Managementboek van het Jaar. Ook benieuwd naar het boek? Download hier een preview.
Een voorraadje bewijzen waaruit blijkt dat ze rechtschapen zijn
Mensen hebben de neiging morele geloofsbrieven voor zichzelf te bedenken, een voorraadje bewijzen waaruit blijkt dat ze een rechtschapen mens zijn. Op die manier kunnen we onszelf wijsmaken dat een voorgeschiedenis van goede daden ons een vrijbrief geeft om een echt slechte daad te begaan. Francesca Gino, docent aan Harvard, beschrijft het concept morele flexibiliteit als het vermogen van mensen om hun immorele handelen te rechtvaardigen door het bedenken van meerdere, uiteenlopende redenen waarom dit handelen gepast was.
De lijn tussen goed en kwaad wordt gemakkelijk overschreden
Een ander beroemd en controversieel onderzoek, uit 1971, is dat van psycholoog Philip Zimbardo aan de Stanford University. Hij sloot een groep studenten die zich vrijwillig hadden aangemeld voor het experiment, op in een kerker. De ene helft van de groep moest als bewakers de andere helft van de groep als gevangenen bewaken. De ‘gevangenen’ werden direct na aankomst uitgekleed en onderzocht om meteen een gevoel van vernedering en dehumanisering te creëren. De ‘bewakers’ kregen een uniform, een fluitje en een wapenstok. Zij kregen te horen dat ze alles mochten doen wat ze nodig achtten om de orde in de gevangenis te bewaren. Ze kregen verder geen specifieke instructies, behalve dat ze de gevangenen niet mochten slaan. Het experiment zou twee weken duren, maar werd na zes dagen al afgebroken omdat de proefpersonen te veel emotionele trauma’s opliepen. De bewakers gingen zich al snel sadistisch en vernederend gedragen, en de gevangenen vertoonden tekenen van extreme passiviteit en depressie.
Schokkende beelden van Amerikaanse soldaten
In maart 2004 werden schokkende beelden vrijgegeven van Amerikaanse soldaten die Irakese gevangenen martelden en vernederden in de Abu Ghraibgevangenis. Zimbardo legde al snel een verband tussen zijn controversiële experiment uit 1971 en wat er in Abu Ghraib gebeurde. Hij betrok deze afschuwelijke gebeurtenissen bij zijn onderzoek.
Waren de studenten die toevallig de rol van bewaker hadden gekregen in het experiment aan Stanford aangeboren slecht? Waren de Amerikaanse soldaten in Abu Ghraib van nature slecht? Zimbardo denkt van niet. In zijn boek The Lucifer Effect beweert hij dat mensen verschrikkelijke dingen doen, niet omdat ze zelf verschrikkelijk zijn, maar omdat de omstandigheden en de macht die ze hebben hen daartoe aanzet. Hij schreef:
Die lijn tussen goed en kwaad is poreus […] ieder van ons is in staat om hem te overschrijden […] We hebben allemaal het vermogen om lief te hebben en kwaad te doen […] Het is de situatie die bepaalt welke kant naar voren komt.”
Er vallen nog steeds parallellen te trekken
Wat voor het Milgram-experiment geldt, geldt ook hier: de omstandigheden van het Stanford-gevangenisexperiment en in Abu Ghraib zijn behoorlijk extreem vergeleken met witteboordencriminaliteit, maar er vallen nog steeds parallellen te trekken, en de implicaties voor organisaties zijn helder: als er zich een giftig klimaat ontwikkelt in een bedrijf, wordt het zelfs voor de mensen met de beste bedoelingen vrijwel onmogelijk om zich niet te laten beïnvloeden door het onethische gedrag dat ze overal om zich heen zien.
Door: José Hernandez
Bron: Broken Buisness
Lees ook
José Hernandez: Good people do bad things
Waarom de CFO best paranoïde mag zijn…