
Grote bedrijven moeten rekeningen van middelgrote en kleine ondernemingen sneller gaan betalen. Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken) wil de wettelijke betalingstermijn verlagen van zestig naar dertig dagen, het maximum dat nu al geldt voor de overheid.
Facturen blijven 41,5 dagen liggen
De Tweede Kamer stelde de betalingstermijn voor bedrijven twee jaar geleden vast op zestig dagen. Grote bedrijven die daar niet aan voldoen kunnen een boete krijgen. Maar volgens brancheorganisatie MKB-Nederland moeten kleinere ondernemers nu langer op hun geld wachten dan voordat die wet van kracht werd. Facturen bleven vorig jaar gemiddeld 41,5 dagen liggen. In de tien jaar ervoor was de termijn juist aan het dalen naar 36,5 dagen.
MKB moet sneller hun geld krijgen
De betalingstermijn van zestig dagen wordt deze zomer tegen het licht gehouden. Als ook daaruit blijkt dat de wet niet tot een verbetering maar juist tot een verslechtering heeft geleid, is het volgens Keijzer tijd om in te grijpen. “Ik ben het met mkb-ondernemers eens als ze vinden dat ze sneller hun geld moeten krijgen voor geleverde producten en diensten”, aldus de staatssecretaris.
Initiatiefwet in 2017 kreeg al kritiek
De huidige betalingstermijn van zestig dagen staat in de initiatiefwet die in 2017 door de Tweede Kamer werd aangenomen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat was destijds geen voorstander van de wet en waarschuwde dat een zestig-dagennorm ertoe zou leiden dat bedrijven naar die termijn toe zouden gaan kruipen om later te kunnen betalen.
Lees ook:
MKB-Nederland: wettelijke betaaltermijn voor ‘groot aan klein’ naar 30 dagen
Multinationals betalen mkb sneller