
Verzekeraar Allianz publiceerde onlangs zijn tiende Global Wealth Report. Met daarin een analyse van vermogen en schuld van huishoudens in meer dan 50 landen. Een trieste primeur: in 2018 was voor het eerst sprake van een daling van de financiële activa in industriële én opkomende landen.
Zelfs in 2008, op het hoogtepunt van de financiële crisis, was dit niet het geval. Wereldwijd bevonden spaarders zich in een lastig parket, met enerzijds het escalerende handelsconflict tussen de VS en China, het eindeloze Brexit-verhaal en toenemende geopolitieke spanningen, en anderzijds de verscherping van de monetaire voorwaarden en (aangekondigde) normalisering van het monetair beleid.
Aandelenkoersen daalden met 12 procent
De reactie van de beurzen was dienovereenkomstig: de wereldwijde aandelenkoersen daalden in 2018 met zo’n 12%. Dit was direct van invloed op de vermogensgroei. De bruto financiële activa van huishoudens daalden wereldwijd met 0,1% en bleven min of meer gelijk op 172,5 biljoen euro. ”De toenemende onzekerheid eist zijn tol”, vertelt Michael Heise, hoofdeconoom bij Allianz. “De ontmanteling van de op regels gebaseerde wereldwijde economische orde is funest voor vermogensopbouw. Dit blijkt ook wel uit de groeicijfers van de activa. Handel is geen nulsomspel. Iedereen is ofwel een winnaar, zoals in het verleden, of een verliezer, zoals vorig jaar. Agressief protectionisme kent geen winnaars.”
Convergentie armere en rijkere landen stokt
In 2018 daalden de bruto financiële activa in de opkomende markten niet alleen voor het eerst, maar was de daling met -0,4% ook nog eens sterker dan die in de industriële landen (-0,1%). De zwakke ontwikkeling in China, waar activa 3,4% verloren, speelde hierbij een belangrijke rol. Maar ook andere belangrijke opkomende markten, zoals Mexico en Zuid-Afrika, moesten in 2018 aanzienlijke verliezen incasseren.
Dit is een opmerkelijke trendbreuk. De gemiddelde groeikloof tussen de armere en rijkere regio’s van de wereld bedraagt bezien over de afgelopen twee decennia nog altijd maar liefst 11,2 procentpunten. Het lijkt erop dat de handelsgeschillen een abrupt einde hebben gemaakt aan het inhaalproces van de armere landen. Toch wisten de industriële landen hier niet van te profiteren. Zowel Japan (-1,2%) als West-Europa (-0,2%) en Noord-Amerika (-0,3%) hadden te maken met negatieve vermogensgroei.
De prijs van lage rendementen
Tegelijkertijd werd door nieuw spaargeld een nieuw record gevestigd. Dit steeg met 22% tot meer dan 2700 miljard euro. De toename van de kapitaalstroom was echter uitsluitend te danken aan Amerikaanse huishoudens, die – dankzij Amerikaanse belastinghervormingen – hun nieuwe spaargeld met maar liefst 46% opvoerden. Tweederde van al het spaargeld in de industriële landen is dus afkomstig uit de VS.
Uit de analyse van nieuw spaargeld in 2018 komt echter nog een andere eigenaardigheid naar voren: spaarders lijken de beleggingscategorie ‘verzekeringen en pensioenen’ de rug te hebben toegekeerd. Dit aandeel van het totale nieuwe spaargeld is gedaald van meer dan 50% voor en onmiddellijk na de crisis, tot slechts 25% in 2018. En terwijl Amerikaanse huishoudens overstapten op effecten, gaven alle andere huishoudens de voorkeur aan bankdeposito’s (en verkochten zij effecten). In West-Europa bijvoorbeeld eindigde twee derde van het nieuwe spaargeld in bankkluizen. Wereldwijd bleven bankdeposito’s voor het 8e jaar op rij de populairste bestemming van nieuw spaargeld. Door deze voorliefde voor liquide en zogenaamd veilige activa lopen spaarders echter veel geld mis. De geschatte verliezen van huishoudens als gevolg van inflatie zullen in 2018 zijn opgelopen tot bijna 600 miljard euro.
Paradoxaal spaargedrag
“Het is paradoxaal spaargedrag”, aldus Michaela Grimm, medeauteur van het Allianz Global Wealth-rapport. “Veel mensen sparen meer omdat ze na hun pensioen een langer en actiever leven verwachten. Tegelijkertijd schuwen ze precies die producten die effectieve ouderdomsbescherming bieden, namelijk levensverzekeringen en lijfrentes. Het lijkt erop dat de bereidheid om op lange termijn te sparen door de lage rendementen wordt ondermijnd. Wat de wereld echter bovenal nodig heeft om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden, zijn spaarders en investeerders met een langetermijnvisie.”
Groei passiva stabiliseert op hoog niveau
De schulden van huishoudens over de hele wereld stegen in 2018 met 5,7%, weliswaar iets onder de 6,0% van een jaar eerder, maar ook beduidend boven de gemiddelde jaarlijkse groei op lange termijn van 3,6%. De wereldwijde schuldquote (schulden uitgedrukt in een percentage van het bbp) bleef echter stabiel op 65,1%, dankzij de nog altijd robuuste economische groei. De meeste regio’s laten een soortgelijke ontwikkeling zien. Azië (exclusief Japan) is echter een ander verhaal. Alleen al in de afgelopen 3 jaar is de schuldquote daar met bijna 10 procentpunten gestegen, met China als voornaamste aanjager (+15 procentpunten).
Snelle toename van schuldenlast
“De schuldendynamiek in Azië en met name in China is op zijn minst zorgwekkend te noemen”, aldus Patricia Pelayo Romero, medeauteur van het verslag. “Met een schuldquote van 54% zitten Chinese huishoudens relatief al net zoveel in de schulden als bijvoorbeeld Duitse of Italiaanse huishoudens. De laatste keer dat we zo’n snelle toename van de particuliere schuldenlast zagen, was in de VS, Spanje en Ierland kort voor de financiële crisis. Wel zijn de schuldniveaus in China nog altijd aanzienlijk lager dan in de meeste industriële landen. Toch is het zaak dat toezichthouders niet enkel meer toekijken. Groei die wordt ingegeven door stijgende schulden is niet houdbaar – en ook China is niet immuun voor een schuldencrisis.”
Door de sterke schuldengroei kwamen de netto financiële activa, oftewel het verschil tussen bruto financiële activa en schulden, eind 2018 1,9% lager uit op 129,8 biljoen euro. Vooral opkomende landen hadden te kampen met een drastische daling van de netto financiële activa met 5,7% (industriële landen: -1,1%).
Nederland: lichte groei financiële activa
De bruto financiële activa van Nederlandse huishoudens steeg in 2018 tegen de trend in met 1,7%. Nederland was daarmee een van de weinige Europese landen die wisten te groeien. Ons land werd in West-Europa enkel voorbijgestreefd door Noorwegen (2,8%) en Duitsland (2,2%). Dit wapenfeit is vooral te danken aan de bijzondere portefeuillestructuur van Nederlandse spaarders. Bijna twee derde van alle financiële activa zijn ondergebracht in de beleggingscategorie ‘verzekeringen en pensioenen’; geen enkel ander land kan zich op zo’n groot aandeel beroepen. Zelfs in markten met vergelijkbare sterke particuliere pensioenstelsels zoals het Verenigd Koninkrijk, Australië of Chili ligt het aandeel onder de 60%.
In grote mate bepaald door de pensioenen
De conclusie: hoe de huishoudelijke financiële activa het doen wordt in grote mate bepaald door pensioenen – waarbij jarenlang dalende rendementen normaal gesproken leiden tot vermogensgroei, zoals in 2018 het geval was (hoewel dalende aandelenmarkten ook een drukkende werking op de pensioenprestaties hadden). Een toename van 2,9% van verzekeringen en pensioenen (na een daling van 1,5% in 2017) was voldoende om de daling van effecten (-4,7%) te compenseren. Bankdeposito’s namen 2,8% toe, de sterkste stijging in 6 jaar tijd. Nederlandse spaarders ‘investeerden’ namelijk meer dan een derde van hun nieuwe spaargeld bij banken, wat voor Nederlandse begrippen een zeer hoog aandeel is. Het gemiddelde in West-Europa ligt echter eerder rond de twee derde.
Snelste toename in afgelopen acht jaar
De schulden stegen met 1,7% – de snelste toename van de afgelopen 8 jaar. Dankzij de robuuste economische groei is de schuldquote van huishoudens echter voor het 9e jaar op rij gedaald, tot 108,6% eind 2018. Dit is nu 21 procentpunten lager dan de piek van 2009. Een ratio van boven de 100 is echter nog altijd een van de hoogste in de geïndustrialiseerde wereld. Wereldwijd hebben alleen Zwitserse en Australische huishoudens meer schulden.
Eurolanden vertonen dalende tendens
De netto financiële activa in Nederland stegen in 2018 met 1,7%. Met netto financiële activa van 97.345 euro per hoofd van de bevolking steeg Nederland in de lijst van 20 rijkste landen (financiële activa per hoofd van de bevolking, zie tabel) van de 6e naar de 5e plaats. Nederland is daarmee niet alleen het rijkste land van Europa, maar ook een van de weinige landen in de eurozone – samen met Spanje en Oostenrijk – die hun positie sinds de eeuwwisseling hebben weten te verbeteren. Italië (-10 plaatsen), Frankrijk (-5 plaatsen) en België (-4 plaatsen) moesten veel inleveren. De grote winnaars daarentegen zijn in de eerste plaats Singapore (+13 plaatsen) en Taiwan (+10 plaatsen), gevolgd door Zweden (+6 plaatsen), Australië (+5 plaatsen) en Zuid-Korea (+5 plaatsen). Bovenaan de lijst staat de VS, die in 2018 Zwitserland opnieuw voorbijstreefde, niet in het minst dankzij de sterke dollar.
Lees ook
Kabinet wil miljardenfonds voor economie
CPB: Vaart gaat uit de economie”