
De trend van stijgende bestuursbeloningen bij pensioenfondsen heeft in 2018 een vervolg gekregen. De trend van toegenomen transparantie daarover is echter gestokt. Dat blijkt uit de vierde editie van de jaarlijkse TPRA-monitor Beloningen.
De bezoldiging bij pensioenfondsen is op alle niveaus gestegen. Naast bestuurders hebben ook leden van het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht een hogere beloning ontvangen. Bij bestuurders is 11% meer betaald in vergelijking met vorig jaar. Leden van het verantwoordingsorgaan ontvingen 2,4% meer en leden van de raad van toezicht een kleine 7%. Stijging van de bestuurdersbeloningen vond voornamelijk plaats bij (grotere) ondernemingspensioenfondsen. Desondanks betalen pensioenfondsen hun bestuurders gemiddeld genomen nog altijd onder de norm. Verder wint de vaste vergoedingensystematiek steeds meer terrein ten opzichte van de variabele systematiek.
Variatie in beloningen
De discrepantie in hoogte van de beloning van bestuurders is aanzienlijk. De beloningen voor vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in paritaire besturen variëren van minimaal € 3.000 tot maximaal € 90.000 per jaar. Gemiddeld gezien worden paritaire bestuurders nog altijd ruim 13% onder de norm betaald, een daling van 3,5% ten opzichte van vorig jaar. Bij pensioenfondsen die gebruik maken van professionele externe of onafhankelijke bestuurders variëren de jaarvergoedingen tussen de €10.000 en € 51.000. De grote variatie in de beloningen is gelegen in de omvangsklasse van fondsen, uiteenlopende tijdsbestedingen van bestuurders en marktopslagen voor professionele externen in besturen. Het type bestuursmodel is eveneens een onderscheidende factor.
Boven de norm van pensioenfondsen
In gemengde bestuursmodellen ligt het bezoldigingsniveau een stuk hoger dan bij het paritaire bestuursmodel. Uitvoerende bestuursleden werken doorgaans fulltime en hun gemiddelde jaarlijkse vergoeding komt uit op € 171.000 per jaar op basis van 5 dagen per week. Dat is ruim boven de norm van € 140.000 die geldt voor de grootste pensioenfondsen, maar ruim onder de € 189.000 (2018) die de Wet normering topinkomens voorschrijft. Naast de bestuursverantwoordelijkheid dragen uitvoerende bestuurders uitvoeringsverantwoordelijkheid en daar staat in de praktijk een ruimere vergoeding tegenover.
Raadsleden vaak onder de norm
De gemiddelde vergoeding voor leden van de raad van toezicht is gestegen van € 12.317 in 2017 naar € 13.131 in 2018. De vergoedingen variëren van € 7.500 tot ruim € 26.573 euro per jaar. Net als bestuurders worden raadsleden regelmatig onder de norm betaald. Waar in 2017 nog 60% van de fondsen onder de norm betaalde, is dat inmiddels met 48% minder dan de helft. De gemiddelde ‘onderbetaling’ is gedaald van 4,3% in 2017 naar 2,7% in 2018.
De afgelopen jaren kozen pensioenfondsbesturen eerder voor variabele vergoedingen voor het verantwoordingsorgaan dan voor vaste vergoedingen. In 2018 is daar echter verandering in gekomen en heeft de vaste vergoedingensystematiek duidelijk terrein gewonnen, een mogelijk teken van toegenomen professionalisering. De helft van de fondsen hanteert inmiddels een systeem met vaste vergoedingen, terwijl de 43% uitsluitend variabele vergoedingen uitkeert.
Lees ook
Situatie pensioenfondsen verder verslechterd
Financiele positie pensioenfondsen blijft penibel