
Nieuwe wetgeving vanuit de Europese Unie bedreigt het voortbestaan van Euribor en lijkt het lot van Eonia al bezegeld te hebben. Het einde van het tijdperk van de Interbank Offered Rates (Ibors) is in zicht. Vanwege de wijdverbreide afhankelijkheid van de huidige Ibors spreekt men van een impact die groter is dan de Brexit. Voor ons genoeg reden om eens nader stil te staan bij deze Ibor-transitie.
Sinds de introductie van de euro zijn de rentebenchmarks European Interbank Offered Rate (Euribor) en Euro Overnight Index Average (Eonia) onlosmakelijk verbonden met de financiële markten. Deze referentierentes vormen de basis van biljoenen euro’s aan financiële contracten en instrumenten, zoals hypotheken, derivaten, bedrijfsleningen en obligaties.
Benchmarking
Een benchmark is een referentiekader om een waarde of prijs te bepalen of prestaties te meten. Ook de financiële wereld gebruikt benchmarks. Zo worden benchmarks gebruikt om de hoogte van rente of het succes van een belegging te bepalen. Als benchmark voor de waardebepaling van rente wordt veelal gebruikgemaakt van een referentierente. Veruit de meest bekende referentierentes zijn Euribor, Eonia en London Interbank Offered Rate (Libor).
Euribor is, kort gezegd, het rentetarief waartegen eurozonebanken geld aan elkaar uitlenen. Of nog beter gezegd: het tarief dat banken denken dat zij kwijt zullen zijn aan rente als ze geld bij een andere bank zouden lenen. De bepaling van het rentetarief vindt dagelijks plaats op basis van quotes afgegeven door 20 panelbanken. Libor werkt in wezen hetzelfde als Euribor, alleen ligt de focus op de Londense bancaire wereld. Eonia is tot slot een gewogen gemiddelde van de overnight deposito rente tussen banken in de Europese Unie en de landen binnen de European Free Trade Association. Het tarief is gebaseerd op transacties die niet worden gedekt door een onderpand. In Europa en Nederland zijn Euribor en Eonia de meest gebruikte benchmarks.
Achtergrond van de wetswijziging
Euribor en met name Libor zijn bij het grote publiek bekend geworden vanwege de zogenoemde Libor-affaire. Doordat de hoogte van Libor en Euribor wordt bepaald door inzendingen van banken zelf is er spelingsruimte. In 2012 kwam aan het licht dat meerdere deelnemende banken afspraken hadden gemaakt over de hoogte van hun inzendingen. Zij maakten zich aldus schuldig aan het manipuleren van de referentierentes. Het Libor-schandaal wordt algemeen gezien als de aanleiding voor toezichthouders om de verschillende benchmarktarieven, en dan met name de manier waarop deze vastgesteld worden, tegen het licht te houden.
Een andere belangrijke reden om de rentebenchmarks te evalueren kwam voort uit de gevolgen van de wereldwijde financiële crisis na de val van Lehman Brothers en de landencrisis in Europa. Doordat de vraag van banken naar geld afnam, nam het aantal transacties in de financiële markten dat de basis moet vormen voor het tot stand komen van de benchmarktarieven sterk af. Als gevolg hiervan werd de inschatting van de rentes onnauwkeuriger.
De Benchmarkverordening
Dankzij de afgenomen activiteit in de financiële markten en de affaire rond het beheer en gebruik van financiële benchmarks heeft Europa besloten tot het vaststellen van de Benchmarkverordening (BMR). De BMR is sinds 1 januari 2018 van kracht en stelt vergaande eisen aan financiële benchmarks en de wijze waarop deze worden bepaald. Het uitgangspunt is nu dat benchmarks zoveel mogelijk objectief bepaald moeten worden. Dit betekent dat de inputgegevens voor de berekening van het tarief uit zoveel mogelijk data van daadwerkelijk uitgevoerde transacties zullen moeten bestaan. In de huidige vorm voldoet Euribor niet aan de BMR-vereisten door de subjectieve manier van vaststelling en de gevoeligheid voor manipulatie. Ook Eonia voldoet in haar huidige vorm niet, waarbij de belangrijkste reden is het feit dat de markt voor niet door onderpand gedekte leningen tussen banken te klein is om de robuustheid van de rente te waarborgen. Daarnaast neemt het aantal banken dat bijdraagt aan het volume af, waardoor een concentratierisico ontstaat. Gebruikers van cruciale benchmarks, waar Euribor en Eonia toe behoren, hebben nog tot 1 januari 2022 om aan de BMR-eisen te voldoen.
Wat verandert er?
In de huidige vorm voldoen dus zowel Eonia als Euribor niet aan de BMR-eisen. Dit betekent dat zij plaats zullen moeten maken voor nieuwe hoofdrolspelers. Deze nieuwe hoofdrolspelers zijn geïdentificeerd: Ester en de hybride-Euribor moeten ervoor zorgen dat de (nieuwe) rentebenchmarks BMR-compliant zijn.
Hybride-Euribor
De methode van de hybride-Euribor gaat uit van feitelijke transacties, indien nodig aangevuld met quotes van banken. Een belangrijk verschil is dat niet alleen interbancaire transacties in aanmerking komen, maar ook transacties met andere financiële instellingen en bepaalde overheidsinstellingen.
Ester
Ester staat voor Euro short-term rate en wordt samengesteld door de Europese Centrale Bank (ECB) op basis van transacties die banken dagelijks aan de ECB rapporteren. Ook hier is een belangrijk verschil dat het niet alleen meer interbancaire transactie betreft, maar ook transacties tussen beleggingsfondsen, verzekeraars en pensioenfondsen zullen worden meegenomen in de vaststelling. Door de uitbreiding van transacties nemen het volume en het aantal transacties significant toe. Dit vergroot de robuustheid en representativiteit.
Gevolgen
De precieze gevolgen zijn tot nu toe niet goed te overzien omdat nog veel onduidelijkheid bestaat over de transitie en wijze van implementatie van Ester en de hybride-Euribor. Eén ding is zeker: de transitie zal nagenoeg iedere corporate en financiële instelling raken. Alle leningsdocumentatie die gekoppeld is aan Eonia en de huidige Euribor moet worden aangepast naar de nieuwe referentierentes. Van belang is om nu al te identificeren welke overeenkomsten geraakt zullen worden. Voor nieuwe overeenkomsten moet overwogen worden om al met de nieuwe situatie rekening te houden en een overgangsbepaling op te nemen.
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 4.
Auteurs: Casper van der Winden en Arnout Rodewijk