
De wereldhandel is in april met 12,1 procent afgenomen ten opzichte van maart. Dit blijkt uit cijfers van de CPB Wereldhandelsmonitor. Het Centraal Planbureau spreekt van een ‘historische daling’.
Industriële productie
De wereldwijde industriële productie is in april met 8,1 procent afgenomen ten opzichte van maart. In maart nam de productie ten opzichte van februari met 0,2 procent af.
De uitvoer valt flink terug in een aantal regio’s: -23 procent voor zowel de eurozone als de VS, -21 procent voor Latijns-Amerika, -14 procent voor Japan, en -11 procent voor overige ontwikkelde economieën. De invoer daalt het meest in Latijns-Amerika (-18 procent), de eurozone (-17 procent), de VS (-11 procent), en overige ontwikkelde economieën (-15 procent).
De groei in handel gedurende de maanden februari-april t.o.v. de drie daaraan voorafgaande maanden is -7,2 procent. Hierbij laat geen enkele regio een plus zien en is de eurozone het meest negatief (-13 procent uitvoer, -11 procent invoer).
De maandelijkse CPB Wereldhandelsmonitor is een instrument waarmee het Centraal Planbureau de ontwikkeling van de wereldhandel volgt. De verwachting is dat op 24 juli de eerstvolgende maandelijkse CPB Wereldhandelsmonitor wordt gepubliceerd.