
Door de gevolgen van het coronavirus liggen financiële problemen op de loer voor jongeren, zzp’ers en flexwerkers. Coulancemaatregelen lijken een oplossing, maar verergeren voor velen de problemen op de lange termijn. De rekening moet uiteindelijk betaald worden. Ondanks de grote impact van de coronacrisis, betalen veel consumenten op dit moment gewoon hun rekeningen. Dit constateren wij als creditmanagementorganisatie en wordt bevestigd door grote schuldeisers. Ook komen mensen betalingsregelingen na die voor de coronacrisis zijn getroffen. Veel Nederlanders hebben dus nog voldoende buffers of mogelijkheden om betalingsverplichtingen na te komen. Houd betaalritmes daarom zoveel mogelijk in stand en voorkom onnodige financiële problemen.
Uit onderzoek van Wijzer in geldzaken blijkt dat één op de tien Nederlanders momenteel moeilijk rondkomt. De crisis lijkt zijn sporen na te laten, maar volgens cijfers van het Nibud had in 2018 zo’n 35 procent van de Nederlanders al moeite met rondkomen. 9.000 huurders hebben zich bij woningcorporaties gemeld met betalingsproblemen als gevolg van de crisis. Dat is vervelend voor deze groep, maar het goede nieuws is dat dit slechts zo’n half procent van de huurders is. De grote meerderheid kan de huur dus nog wél betalen.
Coulance
Door alle berichtgeving en waarschuwingen wordt gedacht dat heel veel Nederlanders door de crisis in de financiële problemen zijn geraakt. Dit leidde tot veel coulance bij onder andere overheden, woningcorporaties, energieleveranciers en hypotheekverstrekkers. Op dit moment kan echter het grootste gedeelte van de Nederlanders, mede door de overheidsmaatregelen, betalingsverplichtingen nog gewoon nakomen. De ervaring leert dat het nodig is om mensen voortdurend tot betaling te bewegen. Dat begint al met het versturen van een factuur en zo nodig een betalingsherinnering. Als deze druk wegvalt, is de kans groot dat mensen niet betalen. Coulant zijn richting mensen die gewoon kunnen betalen, leidt dus tot onnodig uitstel van betaling en vergroot de kans op financiële problemen.
Betaalcyclus
In tijden van crisis is het belangrijk om de economie draaiende te houden. Verplichtingen moeten worden nagekomen. Dit betekent dat het ritme van betalingen zoveel mogelijk intact moet blijven voor burgers en ondernemers bij wie dit mogelijk is. Anders ontstaat er een stuwmeer aan openstaande vorderingen. Als over een paar maanden de dam wordt afgebroken, krijgen we een stortvloed aan incasso’s en gerechtelijke procedures. Mensen hebben hun geld intussen aan iets anders uitgegeven, waardoor er verdere problemen ontstaan. Daarom is het belangrijk om vast te houden aan het reguliere debiteurenbeleid en mensen met enige druk te stimuleren om te betalen. Als deze druk ontbreekt, blijven rekeningen liggen en wordt het stuwmeer groter dan nodig is.
In beweging
Er lijkt inmiddels een voorzichtig einde te komen aan een periode van coulance en redelijkheid, nu schuldeisers ook de financiële gevolgen ondervinden van het verleende uitstel. Dit is een goede ontwikkeling om de hiervoor genoemde problemen te voorkomen. Natuurlijk is er ook een groep bij wie daadwerkelijke grote problemen zichtbaar zijn, zoals jongeren, flexwerkers en zzp’ers. Richting hen is coulance wél nodig. Hen moet een helpende hand geboden worden, zodat er zo snel mogelijk een passende oplossing komt voor betalingsachterstanden. Deze nieuwe groep schuldenaren moet actief benaderd worden. Zij zijn namelijk niet gewend om te praten over geldproblemen, laat staan dat ze hulp vragen. Gelukkig zijn er veel mogelijkheden om hen in beweging te krijgen en hulp te bieden. Denk aan de ‘Kom uit je schuld’-campagne (bouw die bijvoorbeeld om naar ‘Kom uit je coronaschuld’) of aan het gebruiken van bestaande netwerken van schuldeisers, hulpverleners en deurwaarders. Het bieden van maatwerk aan mensen met financiële problemen door de coronacrisis is enorm belangrijk. Dat kan betalingsuitstel zijn, maar ook een regeling, kwijtschelding of doorverwijzing naar de juiste hulp. Eén ding is zeker: stilzitten vraagt om onnodige financiële problemen.
Auteur: Michel van Leeuwen, gerechtsdeurwaarder en directeur bij Flanderijn