
Organisaties die succesvol zijn in hun digitale transformatie, onderscheiden zich door een breed draagvlak voor en vertrouwen in de manier waarop ze digitale technologieën inzetten. Om dat te bereiken is het belangrijk dat organisaties tijdig in het transformatieproces aandacht hebben voor digitale ethiek en haar een onlosmakelijk onderdeel van de bedrijfsvoering maken. De focus ligt daarbij op hun bereidwilligheid om de verantwoordelijkheid te nemen voor de naleving van hun eigen waarden, aldus PwC’ers Mona de Boer en David van de Merwe.
Vertrouwen in digitale technologie geen vanzelfsprekendheid
Digitalisering staat aan de basis van grote economische en sociale verschuivingen in onze samenleving, nu en in de toekomst. Innovatieve (data)technologieën, zoals kunstmatige intelligentie (AI), hebben een enorm maatschappelijk en economisch potentieel. In de Covid-19-crisis hebben we bijvoorbeeld gezien dat organisaties en overheden zonder enige twijfel naar digitale technologieën grepen om de (gevolgen van de) crisis het hoofd te bieden: technologie om te kunnen thuiswerken, corona-apps, drones. Tegelijkertijd toonden de krantenkoppen en het maatschappelijke debat ook aan dat vertrouwen in digitale technologie geen vanzelfsprekendheid is. En dat vertrouwen is hard nodig, want inzet van digitale technologie die niet vertrouwd wordt, kost de samenleving en organisaties onnodig geld.
De digitale ethiek van een organisatie stuurt haar handelen richting stakeholders
Nu we – versneld door de crisis – aan de vooravond staan van een volgende digitale-transformatiegolf met een breder bereik dan voorheen, is het belangrijker dan ooit dat organisaties aandacht hebben voor digitale ethiek. Digitale ethiek draait om de ethische principes die een organisatie hanteert om digitale technologieën op een verantwoorde manier te ontwikkelen en te implementeren. De digitale ethiek van een organisatie stuurt daarmee haar handelen richting de stakeholders.
Verdergaande digitalisering roept ethische vragen op
Daarbij zien we dat de complexiteit en de impact van digitale technologieën steeds verder toenemen. In het verleden lag de nadruk van digitalisering vooral lag op het automatiseren van relatief eenvoudige, gestandaardiseerde en repetitieve taken om processen efficiënter te maken. Tegenwoordig gaat het vooral om de ondersteuning van complexe(re) besluitvorming, met ingrijpender gevolgen voor individuen, zoals klanten, medewerkers en andere belanghebbenden van organisaties. Digitale technologieën betreden daarmee eerder onbegane domeinen, zoals die van de rechten van de mens.
Digitale ethiek gaat verder dan aandacht voor databescherming
Als het om vertrouwen in digitale technologieën gaat, richt de aandacht van organisaties zich op dit moment vooral op databescherming en -privacy. Dat is begrijpelijk, want voor dit aspect van digitale ethiek zijn met de invoering van de General Data Protection Regulation (GDPR) in 2018 wettelijke normen ontstaan en een urgentie om die na te leven. Digitale ethiek heeft echter een bredere reikwijdte dan dat. Naast privacy zijn er andere centrale ethische concepten die relevant zijn voor organisaties, bijvoorbeeld autonomie, non-discriminatie, transparantie, verantwoordelijkheid en sociale rechtvaardigheid.
>> Lees ook: Barbara Baarsma: “De coronacrisis leert ons dat digitalisering een absolute noodzaak is”
Ethische principes en bijbehorende waarden
Die bredere reikwijdte wordt ook geïllustreerd door de Ethics Guidelines for Trustworthy Artificial Intelligence die de Europese Commissie in 2019 publiceerde. Deze richtlijnen identificeren de ethische principes en bijbehorende waarden die moeten worden gerespecteerd bij de ontwikkeling, implementatie en het gebruik van AI-systemen. Ze maken bijvoorbeeld duidelijk dat AI-systemen moeten worden ontwikkeld, geïmplementeerd en gebruikt op een manier die in overeenstemming is met de ethische principes van respect voor menselijke autonomie, voorkomen van schade, eerlijkheid en verklaarbaarheid.
Digitale transformatie op een waardegerichte manier ontwerpen
Voor organisaties is deze thematiek in de context van digitale transformatie vaak nog onontgonnen gebied. En tegelijkertijd is de luxe er niet om dit vertrouwensvraagstuk op te pakken nadat de digitale transformatie is voltooid, omdat hier fundamentele ontwerpkeuzes aan vastkleven. Een brede maatschappelijke acceptatie van nieuwe technologieën en businessmodellen kan alleen worden bereikt als organisaties hun digitale transformatie op een waardegerichte manier ontwerpen, oftewel ethics by design.
Digitale ethiek als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering
Voor organisaties is het op dit moment lastig om invulling te geven aan digitale ethiek, vooral vanwege een gebrek aan erkende ethische regels om het vertrouwen van de samenleving in de digitale economie te versterken en een gebrek aan medewerkers met de benodigde vaardigheden om dit op te pakken. Tegelijkertijd is het voor het resultaat van hun digitale transformaties en het tempo waarin ze deze in een dynamische markt kunnen realiseren, cruciaal dat organisaties hierin investeren.
In de praktijk vraagt digitale ethiek om de volgende concrete acties vanuit organisaties:
- Bepalen aan welke vereisten de organisatie bij haar digitale transformatie moet voldoen (wet- en regelgeving) en wil voldoen (ethische principes en waarden).
* Ethische principes en waarden vormen een kader voor wat een organisatie ‘goed’ en ‘fout’ vindt en vloeien doorgaans voort uit de missie, visie en het strategisch beleid van de organisatie. Verzekeraars kennen bijvoorbeeld het solidariteitsbeginsel, een kernwaarde waar ze hun bestaansrecht aan ontlenen. In de zorg is een belangrijke waarde ‘autonomie’, het zo veel mogelijk respecteren van de wens van de patiënt. Dergelijke principes en waarden hebben belangrijke implicaties voor hoe een organisatie digitale technologieën kan (en wil) inzetten en wat haar stakeholders verwachten. Daarom moet hier in een vroeg stadium van het digitale-transformatieproces duidelijkheid over bestaan.
* Overigens is het identificeren van genoemde ethische principes en waarden voor de inzet van digitale technologieën geen geïsoleerde exercitie ten opzichte van de bedrijfsvoering in brede zin. Steeds meer organisaties richten zich vanuit de kern van hun activiteiten op het (her)definiëren van hun bredere maatschappelijke impact en de doorvertaling daarvan naar hun strategie. Daarbij zijn de zeventien sustainable development goals die de Verenigde Naties in 2015 hebben vastgesteld niet alleen een aanjager van dit proces, maar ook een instrument om aan die maatschappelijke ambities handen en voeten te geven. De inzet van technologie is daar onlosmakelijk onderdeel van.
- Operationaliseren van de gekozen principes en waarden. Dat betekent:
Een nadere inhoudelijke betekenis geven aan deze principes en waarden en aan hoe tijdens de ontwikkeling van de desbetreffende digitale technologieën gewaarborgd wordt dat hieraan wordt voldaan. Kenmerkend aan ethische principes en waarden is dat ze meerdere algemeen aanvaarde definities kennen. Fintechs en recruittechs hebben bijvoorbeeld bij de inzet van kunstmatige intelligentie in hun kredietverlenings- of jobmatchingsprocessen te maken met meer dan twintig statistische maatstaven voor de waarde ‘eerlijkheid’. Een organisatie zal dus een gerichte investering moeten doen om de gekozen principes en waarden nader te definiëren aan de hand van erkende maatstaven.
>> Lees ook: Digitalisering finance functie: Je gaat het pas zien als je het doorhebt
Bepalen waar zich mogelijke conflicten tussen de verschillende principes en waarden kunnen voordoen en hoe de organisatie deze wil aanpakken. Het is niet ongebruikelijk dat ethische principes en waarden met elkaar of met bedrijfseconomische waarden op gespannen voet komen te staan. Transparantie in algoritmische besluitvorming kan bijvoorbeeld conflicteren met de bescherming van data. Zo ook efficiëntie met bijvoorbeeld non-discriminatie. Ook hier geldt dat er – binnen de grenzen van wet- en regelgeving – geen goed of fout bestaat. De organisatie zal moeten bepalen welk evenwicht haar doelen en die van haar stakeholders effectief dient. Dit vraagt om zowel duidelijk ethisch leiderschap tegenover stakeholders als concretere dialoogvoering met stakeholders over digitaal-ethische onderwerpen.
- Meten van en sturen op de naleving van de principes en waarden tijdens en na de implementatie van de desbetreffende digitale technologieën, en het (kunnen) afleggen van verantwoording hierover aan de stakeholders van de organisatie.
Dit vraagt om een diepere samenwerking tussen medewerkers die de technologische implementatie tot stand brengen en vertegenwoordigers van de gekozen principes en waarden. Zo wordt wat is geacht operationeel te worden, daadwerkelijk technologisch geborgd.
Bovengenoemde acties moeten vooral niet op zichzelf komen te staan. Bij voorkeur sluiten ze aan op bestaande keuzes, werkwijzen en processen binnen de organisatie. Zo wordt gewaarborgd dat digitale ethiek altijd aansluiting vindt bij de kern van de bedrijfsvoering, en er niet onnodig meer regels worden gecreëerd waar de organisatie aan moet voldoen. Naar de toekomst toe ligt hierbij de nadruk op de integratie van digitaal-ethische principes in tegenstelling tot pogingen tot controle achteraf.
Dit artikel is eerder verschenen op de website van PwC.