
Uitgevende instellingen krijgen een jaar extra de tijd om de jaarlijkse financiële verslaggeving algemeen verkrijgbaar te stellen in overeenstemming met een Europees uniform elektronisch verslaggevingsformaat (ESEF). Dit schrijft demissionair minister Wopke Hoekstra van Financiën aan de Tweede Kamer.
Voor boekjaren vanaf 1 januari 2020 dienen uitgevende instellingen hun jaarlijkse financiële verslaggeving algemeen verkrijgbaar te stellen in ESEF. Dit maakt het mogelijk om een grote hoeveelheid informatie machinaal te verwerken en te interpreteren. Hiermee wordt beoogd de toegankelijkheid, het analyseren en het vergelijken van financiële jaarverslagen en daarmee de transparantie te bevorderen. De ESEF-verplichting geldt vooralsnog alleen voor de primaire geconsolideerde overzichten, zoals de balans, winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht die op basis van (EU)-IFRS zijn opgesteld. Voor boekjaren vanaf 1 januari 2022 volgt de verplichting om de toelichting op de geconsolideerde overzichten te markeren (via zogenoemde blocktags).
Verzoek van accountants
“Als onderdeel van de Europese COVID-19-maatregelen is in december 2020 de mogelijkheid voor lidstaten geïntroduceerd om uitgevende instellingen een jaar uitstel toe te kennen voor de algemeenverkrijgbaarstelling van de jaarlijkse financiële verslaggeving in ESEF”, schrijft Hoekstra. “Vertegenwoordigers van uitgevende instellingen en accountants hebben verzocht om van deze uitstelmogelijkheid gebruik te maken. Ze hebben hiertoe onder meer aangevoerd dat het opstellen van de financiële verslaggeving in ESEF additionele personele en financiële capaciteit vergt, terwijl de COVID-19-pandemie (en de Brexit) al extra aandacht vraagt in het opstellen van de jaarverslaggeving door uitgevende instellingen en de controle daarvan door accountants.”
–> Lees ook: NBA publiceert Alert 43 over voldoen aan ESEF-vereisten
Uitgevende instellingen kunnen er wel voor kiezen om vrijwillig al vanaf boekjaar 2020 in ESEF te rapporteren. Hoekstra: “Indien uitgevende instellingen hiertoe vrijwillig overgaan, zal de AFM hierop toezien, waarbij ze in haar toezicht rekening zal houden met de bijzondere omstandigheden.”