
Het aantal vrouwen in de top van grote bedrijven groeit, maar het gaat wel langzaam. En zonder dwang vanuit de overheid stagneert de groei.
Dat blijkt uit de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2020. In 2019 bleef het aandeel vrouwen in raden van bestuur met 12,4 procent gelijk ten opzichte van een jaar eerder, aldus het rapport van de Commissie Monitoring. Het aantal vrouwen in raden van commissarissen steeg in dezelfde periode met twee procent naar 20,4 procent. Veel van de vijfduizend onderzochte vennootschappen hadden eind 2019 nog geen enkele vrouw op deze posities.
Streefcijferregeling liep af
In januari vorig jaar liep de zogenoemde streefcijferregeling af. Die regelde sinds 2013 dat besturen en raden van commissarissen voor minimaal 30 procent uit vrouwen en minimaal 30 procent uit mannen moesten bestaan. Sinds die tijd werden vooral meer vrouwelijke commissarissen dan bestuursleden benoemd. De komende weken behandelt de Tweede Kamer het wettelijke vrouwenquotum. Daaronder vallen straks alleen beursgenoteerde bedrijven en hun commissarissen. Voor iedere vertrekkende man moet een vrouw komen, totdat tenminste een derde van de raad uit vrouwen bestaat. Ook voor mannelijke commissarissen gaat een ondergrens van 30 procent gelden.
Grote groep komt niet in beweging
Een grote groep bedrijven komt, volgens commissievoorzitter Caroline Princen niet in beweging en heeft nog steeds geen vrouwen benoemd in de rvb en rvc. “Ook het aandeel vrouwen in de kweekvijver – de subtop – stagneert al jaren. Tegelijkertijd zien we ook positieve ontwikkelingen. De aandacht en het draagvlak voor diversiteit groeit; bij investeerders, aandeelhouders, institutionele beleggers, en breder in de samenleving. Dat momentum moeten we nu gebruiken.”
Voortvarende invoering
De commissie adviseert de politiek dan ook een voortvarende invoering van het wetsvoorstel ‘Ingroeiquotum en streefcijfers’. Princen: “Ervaringen in het buitenland leren dat quota effectief zijn. Toch zijn alleen quota niet genoeg. Blijven monitoren is belangrijk. En door de aanpak en streefcijfers van bedrijven zichtbaar te maken, houden we bedrijven ‘bij de les’ en zorgen we dat ook de achterhoede in beweging komt.”
Bijtijds ingroeiquotum evalueren
Princen vervolgt: “Tot slot moeten we bijtijds evalueren of het ingroeiquotum en de streefcijferregeling voldoende effect sorteert, of dat er toch steviger maatregelen nodig zijn om het aandeel vrouwen in de top te laten groeien. In de tussentijd blijven we het belang van meer diversiteit in de top – en in de rest van de organisatie – onverminderd benadrukken.”
Volg Executive Finance op LinkedIn!
Geef een reactie