
Laat langetermijnwaardecreatie geen buzzwoord worden waar geen enkele inhoud achter zit. Die oproep doet prof. dr. Mijntje Lückerath, hoogleraar Corporate Governance aan TIAS Tilburg University. “Ga verder dan het praatje voor de bühne.”
Door Ronald Bruins
Sinds de corporate governance code in 2016 is geïntroduceerd, is langetermijnwaardecreatie helaas soms een buzzwoord geworden, stelt Lückerath, spreker tijdens de Masterclass Bestuurdersaansprakelijkheid. “Zeker kort na de lancering kon je geen jaarverslag openslaan of dat woord stond er wel ergens prominent in.” Een buzzwoord: iedereen heeft het erover, het heeft geen duidelijke betekenis, maar er wordt wel veel van verwacht. Het komt in het rijtje agile, digital transformation en sustainability. Finance kent er nogal wat. “Het zou daarom goed zijn als CFO’s, hun collega’s in de boardroom en commissarissen beter uitleggen wat zij verstaan onder langetermijnwaardecreatie. En dan wel specifiek voor hun onderneming.”
Voorkom aansprakelijkheidsclaims
De Coronacrisis resulteert in een diepe recessie en continuïteit van bedrijven komen onder druk te staan. Dit vraagt veel van de financiële bestuurder met de zware rol als primair verantwoordelijke voor de uitvoering van de opmaak van financiële cijfers, de administratieve organisatie en interne controle/risicobeheersing.
De Masterclass Bestuurdersaansprakelijkheid bestaat uit een intensief tweedaags programma. Toonaangevende sprekers nemen u in het thema van bestuurdersaansprakelijkheid en governance. De masterclass biedt voldoende ruimte voor discussie en het aanhalen van uw eigen praktijk.
Nieuw fenomeen
In 2016 was het specifiek de term langetermijnwaardecreatie die opviel in de nieuwe corporate governance. Lückerath: “We hadden natuurlijk wel al het stakeholdermodel en een oproep tot dialoog met je stakeholders, maar met langetermijnwaardecreatie werd er toch in een nieuwe term voorzien. Het was het antwoord op een doorslaande focus op aandeelhouderswaarde. Dat laatste bracht hijgerigheid met zich mee, waardoor boardrooms nauwelijks tijd hadden om hun strategieën in de verf te zetten. De nieuwe term werd ook van inhoud voorzien, met naast onderwerpen als rendement, risico en operationele doelen, ook de maatschappelijke elementen voor ondernemingen zoals milieu, arbeidsomstandigheden, verantwoord ondernemen en ketenverantwoordelijkheid.”
Vier elementen
Lückerath betoogt dat bestuurder en commissarissen en dus ook CFO’s, hun uitleg over langetermijnwaardecreatie nader moeten expliciteren en dat kan door het op te delen in vier categorieën. Dat zijn economische en sociale waardecreatie en daarbinnen spelen dan interne en externe waardecreatie. Interne economische waardecreatie is gericht op onderwerpen waarbij de onderneming financiële waarde toevoegt in de eigen bedrijfsvoering. Denk aan ondernemerschap, innovaties, fusies en risicobereidheid. Externe economische waardecreatie is gericht op de toegevoegde financiële waarde die daaruit voort moet komen, zoals de financiële prestaties en aandeelhoudersrendement.
Wat voor een soort bedrijf?
Sociale waardecreatie richt zich op onderwerpen die lastiger meetbaar zijn, maar die door een organisatie vaak verankerd zijn in de missie: wat voor soort bedrijf wil je zijn? Hier speelt het in Nederland gehanteerde stakeholdersmodel een grote rol en de vraag wie je allemaal tot je stakeholders rekent. Intern richt zich dit vooral op de werknemers, op de cultuur, op ethische kwesties en op leiderschapsstijl. Extern is dit gericht op bredere maatschappelijke onderwerpen, zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen, werkgelegenheid in brede zin, productkwaliteit en ketenverantwoordelijkheid.

Expliciet over rapporteren
Dit zijn daadwerkelijke elementen die CFO’s in hun jaarverslagen kunnen gebruiken. “Een paar jaar geleden zag je dus nog veel knip- en plakwerk. Het was een vaag begrip en dat leidde tot veel vage beloftes.” Lückerath geeft meteen toe: “Het is ook nog niet gemakkelijk om langetermijnwaardecreatie heel expliciet te maken. Natuurlijk, je kunt het verhaal van jouw bedrijf ophangen aan de vier elementen die ik net noemde, maar dan wil je er uiteindelijk ook heel expliciet cijfers over rapporteren. Zeker als CFO zou je dat moeten willen.” Sinds de introductie van de code corporate governance in 2016 “struggelen” bedrijven daarmee, stelt Lückerath. “In de honderden jaren sinds het uitvinden van het boekhoudsysteem, hebben we accounting tot op de millimeter uitontwikkeld. Dit is eigenlijk nieuw, onontgonnen terrein.”
Langetermijnwaardecreatie was een vaag begrip en dat leidde tot veel vage beloftes
Tweehonderd initiatieven
Dat wil niet zeggen dat er niets is. Het wemelt van de standaarden die ook veelal overlappen hebben, constateert Lückerath. “Er zijn wereldwijd meer dan tweehonderd initiatieven bezig om handen en voeten te geven aan verslaggevingstandaarden voor niet-financiële informatie. Stel je weet te kiezen als CFO voor één van de standaarden, dan is het nog maar de vraag of jij en beleggers jouw cijfers kunnen vergelijken met die van andere bedrijven.”
Standaard beleggen bij IFRS Foundation
Lückerath begrijpt dan ook de oproep van Eumedion, belangenbehartiger van de institutionele beleggers. Die wil een standaard voor niet-financiële informatie beleggen bij de IFRS Foundation die al de standaard IFRS onder haar hoede heeft. “Wat het lastige ook is, is dat die tweehonderd initiatieven niet allemaal kiezen voor een integraal beeld van langetermijnwaardecreatie. Terwijl de economische aspecten ingrijpen op de sociale aspecten en vice versa. Als voorbeeld: als je moet reorganiseren omdat je het anders niet overleeft, dan is het sociale aspect het verlies van arbeidskrachten. Als je dat aspect alleen bekijkt, mis je dat de ingreep economisch misschien hard nodig is voor het voortbestaan van de onderneming. Kortom, de vier kwadranten moeten samen worden geanalyseerd.”
Integrated reporting: mooi model
Grootste kanshebber om dé internationale standaard te worden is natuurlijk integrated reporting. Dat vindt ook Lückerath. “Dat is een mooie verslaggevingsstandaard waar je meerdere aspecten zoals financieel, sociaal en milieu in kan verwerken. Het spreekt me erg aan, dus daar heeft de International Integrated Reporting Council goed aan gedaan. Het concept van input, output en impact hebben ze onder de knie. Maar de volgende stap is dus nog minder goed voor elkaar. Hoe meet je deze onderdelen? Het model moet daar ook verder worden uitgewerkt, zodat zaken als het meten van CO2 en medewerkerstevredenheid ook uniform worden. Daarbij is het voor de impact verstandig aansluiting te zoeken en te vinden bij de breed geaccepteerde Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Als laatste moeten investeringen ook aan weerszijden van de balans terugkomen. Leg uit wat je aan waarde creëert, maar ook aan waarde vernietigt. De negatieve bijeffecten worden nu nog te vaak genegeerd. “
Af van het praatje voor de bühne
Dat is meteen ook het spannende. Want de bestuurder die een belofte doet of inzicht geeft in zijn afweging tussen economische en sociale waardecreatie, kan hier dus ook op worden aangesproken. “Maar dat hoort bij het vak. Ook op financieel vlak is het dodelijk als je iets belooft en het niet nakomt. Dat is slecht voor je reputatie. Zeker op het gebied van beloftes op het niet-financiële vlak geldt practice what you preach. Sta voor je kernwaarden en communiceer deze actief zoals Nike dat doet. Ze kiezen bijvoorbeeld heel duidelijk voor diversiteit en inclusiviteit en blijven dit hanteren ook als dit soms gevoelig ligt. Dergelijke standpunten leiden ook weer tot herkenning bij klanten die graag bij jou willen horen en bij medewerkers die graag bij jou willen werken. Kortom, we willen af van dat praatje voor de bühne en moeten daarom de kernwaarden ook verwerken in concrete doelstellingen waarop je aangesproken en afgerekend kunt worden. Ik vind daar een passend beloningsbeleid op basis van niet-financiële prestatie-indicatoren ook bij horen.”
Over Mijntje Lückerath
Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers is hoogleraar Corporate Governance aan de Tilburg University, TIAS School for Business and Society. Zij studeerde Financiële Economie aan de Erasmus Universiteit en werkte van 1994 tot 2001 bij Rabobank International. In 2001 werd ze universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit, waar zij in 2007 promoveerde. Ze publiceert jaarlijks het Jaarboek Corporate Governance (Kluwer), het Nationaal Commissarissen Onderzoek en de Nederlandse Female Board Index. Ze is commissaris bij o.a. Achmea, NRC Media, Diergaarde Blijdorp en KNGF Geleidehonden.