Op zijn hoogtepunt had beurslieveling InnoConcepts een beurswaarde van meer dan driehonderd miljoen euro. Wie had toen gedacht dat het doek slechts een paar jaar later op zo’n dramatische wijze zou vallen voor het Nederlandse uitvindersbedrijf…
We beginnen het verhaal in 1998; het jaar dat InnoConcepts naar de beurs ging. Het bedrijf bracht verscheidene uitvindingen en nieuwe technologieën op de markt, onder meer voor de fabricage van plastic dossiermappen en de hoesjes van cd’s en dvd’s. Het bekendste product van de Nederlandse uitvinders is waarschijnlijk de Lifehammer, het hamertje waarmee je in geval van nood je autoruit stuk kan slaan. Grote kans dat deze ook bij u in de auto ligt. Jarenlang was InnoConcepts een favoriet op de beurs en op het hoogtepunt, in de periode tussen 2005 en 2007, steeg de beurswaarde ver boven de driehonderd miljoen euro.
Interne vermoedens van fraude
Jarenlang leek er geen vuiltje aan de lucht. Deloitte, sinds 2005 huisaccountant van de uitvinders, keurde braaf alle jaarrekeningen goed en huisbankier ING verzorgde in 2009 nog netjes een aandelenemissie. All was good and well. Totdat er in het najaar van 2010 een verontrustend bericht naar buiten komt. “Er is in de periode voor 2009 mogelijk fraude gepleegd bij uitvindersbedrijf InnoConcepts”, luidde het ANP-bericht van 28 oktober 2010. “Een eigen onderzoek heeft informatie opgeleverd die daarop wijst en het bedrijf heeft de zaak overgedragen aan het Openbaar Ministerie. Het onderzoek had betrekking op transacties die zijn gedaan door medewerkers van het bedrijf, inclusief het bestuur.” Er waren vermoedens dat er te veel betaald werd voor deelnemingen in onder meer andere ondernemingen. Geschatte totale omvang van de fraude? Twintig miljoen. Een topje van de ijsberg, zou later blijken.
Beurswaarde verdampt
Het waren slechts de eerste financiële lijken die uit de kast kwamen vallen, nadat Niraj Mehra in het voorjaar van 2009 het stokje van voormalig-topman Peter Pruijssers had overgenomen. Na het eerste bericht over vermoedelijke fraude in het Pruijssers-tijdperk, ging het razendsnel bergafwaarts met de uitvindersclub. De beurswaarde van het fonds, dat onderdeel was van de ASCx-index met kleinere fondsen, verdampte bijna volledig. In de zomer was het aandeel nog meer dan acht euro waard. Die dag noteerde het 21 eurocent. Een kleine twee maanden later, op donderdag 23 december 2010, sprak de rechtbank in Den Bosch het faillissement uit van InnoConcepts.
Onrechtmatig handelen
Uit het faillissementsverslag van curator Louis Deterink bleek dat er achter de schermen een hoop misging. In het rapport schreef hij over zijn vermoedens dat een aantal ex-bestuurders van InnoConcepts zich schuldig zou hebben gemaakt aan onrechtmatig handelen en belangenverstrengeling. Ze zouden geld aan het bedrijf hebben onttrokken ten voordele en verrijking van vennootschappen waarmee ze zelf verbonden waren. Dit door “te pas en te onpas” facturen op te stellen. Deterink wees daarbij op vals opgemaakte en soms geantedateerde facturen, verborgen boekingen en een aantal “opmerkelijke transacties”, onder meer rond de koop, verkoop en huur van matrijzen en machines. Zo werden machines waarvoor wel was betaald niet geleverd.
Dat er opzet in het spel was, werd meteen al pijnlijk duidelijk uit de onderlinge mails tussen de betrokkenen. Zo kreeg de curator een e-mail in handen van 26 augustus 2007, van de ene beschuldigde naar twee anderen. “Als ik stop met het te woord staan van onze beleggers, banken en accountants raken ze acuut in paniek en stort alles in. Als ik ze echter maar een glimp van de waarheid vertel, gebeurt hetzelfde. Het enige wat dus kan, is ze te woord staan met leugens en onzin.”
Tekort van 63,5 miljoen
In de daaropvolgende jaren werden de misstanden bij het bedrijf uitgebreid onderzocht door verschillende partijen. Ruim vier jaar na het faillissement van InnoConcepts publiceerde curator Deterink op 13 maart 2015 zijn nieuwste bevindingen. En die waren hard. In zijn rapport stelde hij de bestuurders en commissarissen van InnoConcepts aansprakelijk voor een totaal tekort van maar liefst 63,5 miljoen euro. Volgens de curator zijn ze schuldig aan ernstig wanbeleid. Het ging volgens hem om voortdurende belangenverstrengeling en het aangaan van dubieuze ongedekte transacties. Door misleidende verslaglegging werd de uitermate zwakke positie van het bedrijf jarenlang versluierd. Want sinds 2006 draaide InnoConcepts al verlies en vanaf 2008 waren de verliezen veel groter dan werd gerapporteerd. Door de commissarissen werd volstrekt onvoldoende toezicht gehouden, schreef hij. Zijn conclusie? Het wanbeleid was de belangrijkste oorzaak van het faillissement.
Criminele organisatie
De voormalige algemeen directeur en leden van de Raad van Commissarissen van het beursfonds, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) deden ondertussen aangifte tegen het bedrijf. En in november 2020 werden InnoConcepts-oprichter, bestuursvoorzitter en latere commissaris Fred L., zijn rechterhand Peter T. en hun financiële man Cees van der J. officieel aangeklaagd door het Openbaar Ministerie. De initiële aanklacht van het OM luidde bedrog in jaarcijfers, valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie.
Doortrapte fraude
In de periode 1 januari 2005 tot en met 31 augustus 2009 zouden de heren opzettelijk met cijfers hebben gesjoemeld. Volgens het OM speelden de drie bestuurders een “kwalijke hoofdrol” bij de val van InnoConcepts en hebben zij beleggers, de accountant en hun eigen bank om de tuin geleid met vals opgemaakte documenten. Ze zouden stelselmatig onjuiste cijfers en persberichten hebben gepubliceerd, transacties gefingeerd en onjuiste saldobevestigingen hebben voorgelegd aan de accountant. De officier van justitie sprak van “doortrapte fraude”, schreef het Financieele Dagblad. Het OM zou volgens de krant tijdens de rechtszaak zelfs een parallel hebben getrokken met het beruchte Wirecard-schandaal.
Hoe groot de schade van de “doortrapte” beursfraude en het faillissement van InnoConcepts daadwerkelijk is, is volgens het OM niet te achterhalen. De officier van justitie haalde tijdens de zitting communicatie tussen de verdachten uit 2007 aan. Volgens hem schreven zij daarin dat ze al meer dan honderd miljoen euro hadden verbrand en toen zijn gestopt met tellen. De werkelijke schade is volgens de officier vermoedelijk hoger.
Succesvol ten koste van alles
Uiteindelijk werden de drie voormalige bestuurders van het uitvindersbedrijf in februari 2021 veroordeeld tot voorwaardelijke celstraffen van vier tot zes maanden. Ze hoefden geen boete te betalen. De Amsterdamse rechter sprak hen vrij van deelname aan een criminele organisatie. “Ik heb meer de indruk dat de drie bestuurders InnoConcepts zo snel mogelijk succesvol wilden maken, ten koste van alles.”
Wel achtte de rechter bewezen dat de drie de accountant van het bedrijf opzettelijk verkeerd hebben geïnformeerd, waardoor de jaarrekeningen van 2006 en 2007 niet klopten. Hierdoor ondermijnden zij het vertrouwen dat beleggers volgens de rechter mogen hebben in documenten en openbare informatie van beursgenoteerde ondernemingen. Volgens de rechter speelden Fred L. en Peter T. een bepalende rol. Financiële man Cees van der J. speelde meer een ondersteunende rol.
De rol van de accountant
Uit de uitspraak van het OM wordt duidelijk dat huisaccountant Deloitte opzettelijk werd misleid door de drie toenmalige bestuurders van InnoConcepts. Desalniettemin rijst opnieuw (net als onder meer bij de eerdergenoemde Wirecard-zaak) de vraag in hoeverre de accountant dit debacle had kunnen voorkomen. Curator Deterink concludeerde in 2015 namelijk dat de diepgang van de controle en de professioneel kritische houding van Deloitte tekort is geschoten. “De accountant ging te veel af op aangereikte informatie en heeft niet of onvoldoende onderzocht of de informatie toereikend was”, schreef hij. Toentertijd hadden ook de toezichthouder AFM en de VEB kritiek op het werk van de accountant bij InnoConcepts. Zo trof de belangenbehartiger van beleggers in 2017 nog een schikking met Deloitte. De accountant stelde 6,5 miljoen euro ter beschikking aan gedupeerde aandeelhouders. Wel onder de voorwaarde dat de schikking niet werd gezien als erkenning van schuld door Deloitte.
Schikkingen
De VEB trof kort daarna ook een schikking met huisbankier ING. Dit in verband met de uitgifte van aandelen in 2009, vlak voordat het bedrijf failliet ging. De bank had de problemen bij InnoConcepts moeten zien, vond de beleggersvereniging. “Bovendien profiteerde zij van de emissie. Een groot deel van de opbrengst werd aangewend voor aflossing van de bankschuld.” De bank stelde 1 miljoen euro ter beschikking aan gedupeerde aandeelhouders. Ook deze schikking was geen erkenning van schuld door ING.
De beleggersvereniging wist later ook nog een schikking te treffen met voormalige bestuurders en commissarissen van InnoConcepts, waardoor gedupeerde beleggers nog eens 3 miljoen euro aan schadevergoeding tegemoet konden zien.
Volg Executive Finance op LinkedIn!
lang: en_US