
Een Nederlandse houdstermaatschappij die leningen afsloot om een overname te financieren, mag daarvoor geen renteaftrek voeren op de vennootschapsbelasting. Dat oordeelt de Hoge Raad. De leenconstructie die voor de financiering werd gebruikt had geen ander doel dan het ontwijken van Nederlandse belastingregels.
De financiële constructie van een investeringsmaatschappij met een Nederlandse houdstermaatschappij die een Nederlands bedrijf overnam was volgens de Belastingdienst in strijd met de bedoeling van de wetgeving. De houdstermaatschappij wilde de rente op de lening in aftrek brengen op de belastbare winst, maar de inspecteur was het daar niet mee eens en legde over het boekjaar 2011/2012 een aanslag Vbp op waar de maatschappij bezwaar tegen maakte.
Belastingregels ontwijken
Na een rechtsgang van tien jaar oordeelt de Hoge Raad dat de fiscale voordelen die deze leenconstructie zou gunnen, mogen worden geweigerd op basis van het fraus legis-principe. Een eerder Hof oordeelde al dat de constructie, waarbij beleggers vermogen verstrekten aan de investeringsmaatschappij om kapitaal te kunnen verstrekken aan de Nederlandse houdstermaatschappij, duidelijk was opgezet om belastingregels te ontwijken.

- Meer weten over fusies en overnames? Volg de Masterclass Fusies & Overnames in samenwerking met Nyenrode. Deze masterclass vindt plaats op 1 en 2 december. Schrijf u nu in.
Geen ander doel dan fiscaal voordeel
Via de financiering van de overname werd rente betaald aan Franse partijen, maar de ontvangen rente in Frankrijk kon niet in de belastingheffing worden meegenomen. Volgens het Amsterdamse Hof had de opzet voor de overname geen ander doel dan het creëren van fiscaal voordeel en had de rente op de leningen geen reële zakelijk functie.
Aftrek mag geweigerd
De Hoge Raad bevestigt dat oordeel. Bij financiële overnameconstructies die specifiek in het leven zijn geroepen om bijvoorbeeld een renteaftrek te realiseren, kan dat door de Belastingdienst deze aftrek weigeren op grond van fraus legis. Volgens de inspecteur hebben bedrijven keuzevrijheid wat betreft de financiering van ondernemingen betreft, maar “die vrijheid wordt beperkt daar waar geen redelijk denkend ondernemer kan volhouden dat de financieringsuitgaven ten volle met het oog op de zakelijke belangen van haar onderneming zijn gedaan.”
Lees ook
Nationale veiligheidstoets op investeringen, fusies en overnames
Fusie- en overnamemarkt dendert door ondanks coronacrisis