
In de afgelopen jaren is de bedrijfsdynamiek, het toe- en uittreden van bedrijven, in Nederland afgenomen. Het Centraal Planbureau onderzocht de rol van de bedrijfsdynamiek in de recente vertraging van de productiviteitsgroei in Nederland. Is de productiviteitsgroei vertraagd doordat de vervanging van oude, laagproductieve bedrijven door nieuwe, productievere bedrijven achterblijft? De resultaten laten zien dat deze relatie wel voor de dienstensector geldt, maar veel minder voor de industrie.
Het CPB heeft de vraag onderzocht door microdata van het CBS te gebruiken. Daarin staan alle niet-financiële vennootschappen in Nederland tussen 2006 en 2016. “Hiermee hebben we een dataset waarmee we elk jaar kunnen zien welke bedrijven toetreden, uittreden, en welke bedrijven in de markt blijven. Van al deze bedrijven hebben we balansgegevens waarmee we de productiviteit van bedrijven schatten”, stellen de onderzoekers.
Relatie bedrijfsdynamiek en productiviteit sterk afhankelijk van sector
Met behulp van een decompositie kunnen we per bedrijfstak de productiviteitsgroei toeschrijven aan bestaande bedrijven, toe- en uittredende bedrijven. “We verwachten hierbij dat bedrijfsdynamiek positief bijdraagt aan productiviteitsgroei door het creative destruction-principe: bedrijven met lage productiviteit worden beëindigd en maken plaats voor nieuwe bedrijven met hogere productiviteit. De resultaten laten zien dat de relatie tussen bedrijfsdynamiek en productiviteit sterk sectorafhankelijk is. We zien dat toe- en uittredende bedrijven in de dienstensector belangrijk zijn voor productiviteitsgroei. Dit geldt echter niet voor de industrie, waar juist bestaande bedrijven een grotere bijdrage leveren aan productiviteitsgroei.”

Wat gebeurt er bij jonge bedrijven?
Om deze verschillen beter in kaart te brengen, keken de onderzoekers naar wat er met de productiviteit van jonge bedrijven gebeurt in de eerste zes jaar nadat ze toetreden tot de markt. “Hier zien we opnieuw verschil tussen sectoren. Bedrijven in de dienstensector hebben gemiddeld genomen weinig productiviteitsgroei, terwijl bedrijven in de industrie wel productiviteitsgroei hebben in de eerste zes jaar.”
Bestaande bedrijven zorgen voor productiegroei
Wat betekent dit voor algehele productiviteitsgroei in Nederland? De onderzoekers: “In de dienstensector is de bedrijvendynamiek in lijn met het creative destruction-principe. Dit stimuleert de productiviteitsgroei in de dienstensector en daarmee in Nederland. In de industrie daarentegen zorgen vooral bestaande bedrijven voor productiviteitsgroei. Daar lijken leer- en groei-effecten veel belangrijker dan in de dienstensector. Nieuwe bedrijven in de industrie treden doorgaans toe met een lage productiviteit, maar verbeteren hun productiviteit snel in de eerste jaren.”
Investeren in vaardigheden van belang
De resultaten hebben implicaties voor innovatiebeleid, stelt het CPB. “Het faciliteren van startups, die innovaties weten te benutten, kan hierbij een belangrijke bouwsteen zijn. Investeren in vaardigheden, met name ICT, is daarbij van belang. De resultaten zijn ook relevant voor de recente coronasteunmaatregelen, beleid dat gericht was op het in stand houden van bedrijven. De keerzijde van dit beleid is het risico van het ondersteunen van laagproductieve bedrijven, tegen het creative destruction-principe in. Specifiek voor de dienstensector is het belangrijk dat er ruimte voor nieuwe productieve bedrijven blijft bestaan.”
Download hier de discussion paper (in Engels).
Lees ook
Onderzoek: Grote bedrijven belemmeren productiviteitsgroei
Zes stappen richting een productievere Raad van Bestuur
Beroerd management: doodsteek voor productiviteit (welk land is het meest productief?)