Het is dit jaar twintig jaar geleden dat de bouwfraudeaffaire aan het licht kwam. De overheid werd door honderden Nederlandse bouwbedrijven opgelicht. De schade voor de staat liep in de honderden miljoenen, terwijl bouwbedrijven en aannemers hun schaduwspel ruim tien jaar lang ongestoord konden spelen. Hoe heeft het ooit zo ver kunnen komen?
Waar de grootschalige fraude precies is begonnen, zullen we nooit weten. Maar wat er globaal in die pak ‘m beet tien jaar is gebeurd, dat weten we wel. Vanaf ongeveer 1990 tot 2001 was bijna de gehele Nederlandse bouwsector betrokken bij grote malversaties rond aanbestedingen voor overheidsprojecten: uitgebreide schaduwadministraties, illegale prijsafspraken en valse documenten waren aan de orde van de dag. Een van de grote oorzaken: het wegvallen van de rekenvergoeding. Deze vergoeding verzekerde aannemers ervan dat zij zouden worden betaald voor de tijd die zij staken in het maken van een offerte voor overheidsprojecten. Begin jaren negentig legde Europa de rekenvergoeding echter aan banden.
Om het wegvallen van de rekenvergoeding op te vangen, doken aannemers met elkaar de achterkamertjes in
Italianen
Het wegvallen van de rekenvergoeding kostte aannemers serieus geld. Om dit op te vangen doken zij met elkaar de achterkamertjes in en ontstond er een kartelachtige structuur. Aannemers begonnen op grote schaal te ‘Italianen’. Oftewel: Ze overlegden voor de inschrijving van een bouwproject wie de bieding zou winnen. Bij het begrote bedrag voor het project werd vervolgens een paar procent extra geteld. Dit geld ging naar de andere bedrijven in het kartel, maar niet direct. Er werden uitgebreide schaduwadministraties opgesteld, zodat er eens per zoveel tijd een afrekening kon plaatsvinden. De opdrachtgever betaalde zo dus alsnog de kosten van alle aannemers bij de bieding.
De Schipholtunnel
Iedereen blij dus, behalve de opdrachtgever. In dit geval het rijk, gemeenten, waterschappen en provincies. Door deze praktijken betaalden zij naar schatting honderden miljoenen guldens teveel. Een iconische casus in de affaire was de bouw van de Schipholtunnel. Dit project staat nog steeds bekend als voorbeeld van wat er misging in de bouwnijverheid eind twintigste eeuw. De drie bedrijven die waren betrokken bij de uitvoering van het project – de VOF Kombinatie Schiphol Spoortunnel (KSS), Hollandse Beton- en Waterbouw (HBW) en Strukton Betonbouw BV – werden toen al schuldig bevonden aan het vervalsen van facturen, opdrachtbonnen en financiële overzichten. Het OM besloot echter te schikken met de bedrijven, in plaats van over te gaan tot vervolging. Dit zou uiteindelijk leiden tot hevige kritiek.

Het kaartenhuis stort in
De sleutelfiguur die de fraude in het daglicht bracht was Ad Bos, voormalig technisch directeur van het bouwbedrijf Koop Tjuchem. Hij stootte het kaartenhuis omver toen hij naar buiten kwam met de schaduwadministratie van Koop Tjuchem en aantijgingen jegens corrupte ambtenaren. Zijn eerste move maakte hij in 1999, toen hij aanklopte bij Justitie met de documenten. Tot een overeenstemming tussen de beide partijen kwam het echter niet, waardoor de zaak bleef sudderen. Tot 9 november 2001. Die noodlottige avond zond Zembla een aflevering uit over de vermeende fraude in de bouwsector met de toepasselijke naam ‘Sjoemelen met miljoenen’. Al was de omvang van de fraude nog lang niet duidelijk, vanaf die avond volgden de ontwikkelingen elkaar razendsnel op.
Donderslag bij heldere hemel
Een halve week na de uitzending, op 13 november, overhandigde Bos uiteindelijk de schimmige administratie aan Justitie. Een dag later stond de uitzending centraal in een debat in de Tweede Kamer. De malversaties kwamen voor hen als een donderslag bij heldere hemel en ook de schikking bij de Schipholtunnel riep veel vragen op. Hierbij bleef het dan ook niet. Twee weken later legden Kamerleden Leers (CDA) en Van Oven (PvdA) een motie neer om een parlementaire enquête te starten. Deze motie werd met grote meerderheid aangenomen.
Er volgde maanden aan onderzoek. Op 5 december leverden de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken een eerste opsomming aan van onderzoeken die zij nodig achtten. Een verkennende commissie ging hiermee aan de slag en leverde haar rapport af begin 2002. Dit rapport vormde het startpunt voor de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid.
De sleutelfiguur die de fraude in het daglicht bracht was Ad Bos, voormalig technisch directeur van het bouwbedrijf Koop Tjuchem
Mammoetenwerk
De enquêtecommissie had de taak de schaal van de fraude in kaart te brengen aan de hand van drie hoofdvragen: Zijn er clandestiene prijsafspraken gemaakt die hebben geleid tot hogere prijzen? Is er sprake van corruptie? En: Zijn regelgeving en controlemechanismen in de bouwnijverheid toereikend? Van 5 februari tot 12 december 2002 zocht de enquêtecommissie naar de antwoorden op deze vragen, onder meer door kopstukken te verhoren uit de bouw, de overheid en de politiek. Op 12 december presenteerde zij haar bevindingen in een mammoetenwerk van acht boeken van in totaal ruim 3000 pagina’s.
Politieke consequenties
Die strafrechtelijke vervolging is er ook niet gekomen, maar er waren wel politieke consequenties. Drie ministers verloren hun geloofwaardigheid volledig. Het was de schikking rond de Schipholtunnelzaak die minister Frits Korthals van Defensie de das om deed. Hij trad zelf af kort nadat het rapport was uitgebracht. Zowel minister Tineke Netelenbos van Verkeer en Waterstaat als minister Annemarie Jorritsma van Economische Zaken werd verweten niet kritisch genoeg te zijn geweest. Jorritsma was op dat moment verantwoordelijk voor de Nederlandse Meldingsautoriteit (NMa). Zowel de NMa als het OM kregen daarbovenop de kritiek niet daadkrachtig te hebben opgetreden bij eerdere aanwijzingen van fraude in de bouw. Verder moest het kabinet aan de slag met strengere regelgeving om herhaling in de toekomst te voorkomen.

Schone lei
Het vertrouwen van de overheid in de bouw had enorme schade opgelopen, maar er moest een manier komen om toch met elkaar verder te kunnen. Om de zaak af te sluiten en het vertrouwen weer op te bouwen, schikte de overheid in 2003 met de top van de Nederlandse bouwsector. Zij betaalden in totaal 73,5 miljoen euro aan het rijk. Welbeschouwd een schijntje.
Apetrots
Terug naar Ad Bos. Want wat gebeurde er met de klokkenluider na de uitzending van Zembla in 2001? Dat hij zijn schepen verbrandde in de bouwsector had hij waarschijnlijk wel verwacht. Maar dat hij vervolgens op weinig steun kon rekenen van de partij die hij naar schatting een miljard euro heeft opgeleverd, waarschijnlijk niet. Hij raakte zijn baan, zijn inkomen en zijn huis kwijt. Op het dieptepunt woonden Bos en zijn vrouw in een camper. Ook hing hem jarenlang een strafzaak boven het hoofd, omdat hij in zijn functie bij Koop Tjuchem een ambtenaar zou hebben omgekocht. Pas eind 2013 werd de zaak ontvankelijk verklaard. Spijt heeft Bos echter niet, verklaarde hij aan het AD: “Ik ben nog steeds apetrots over wat ik heb gedaan. Het is vechten tegen de overheid in plaats van vechten mét de overheid, maar ik sta er nog steeds helemaal achter.”