In de natuur zien we tal van voorbeelden waarbij een gezonde mate van stress het organisme prikkelt om uiteindelijk sterker te worden. Dit wordt ‘hormesis’ genoemd. Een eenvoudig voorbeeld is krachttraining. Als iemand een aantal zware gewichten (de stressor) tilt, brengt dit schade toe aan de spieren. Het herstelproces maakt het lichaam vervolgens sterker. Andere voorbeelden van hormesis zijn inentingen, ijsbaden en een vastenkuur. Het zijn slechts een paar voorbeelden waarbij schade dus uiteindelijk voordeel oplevert.
Daar waar de natuur stress benut om grotere vormen van stress en schade in de toekomst te voorkomen, doen controllers vaak het omgekeerde. Zij zijn meestal bezig met het winnen van de vorige oorlog. En dat terwijl organismen in de natuur niet eens toekomstvoorspellingen, budgetten en planningen nodig hebben, om in een constant veranderende omgeving goed te functioneren. Waarom doen wij mensen dan zo moeilijk?
Nadenken
Organisaties die klaar willen zijn voor élke toekomst, doen er dan ook goed aan om na te denken over hun essentiële stressoren en daarmee slim te knutselen. De meesten houden onnauwkeurigheid, gedoe en onzekerheid juist liever uit het zicht.
Wanneer jij gedoe, wanorde, het ongewenste en de bijbehorende stress ‘wegmanaged’, wordt de organisatie inert. Verrassingen blijven buiten de deur en alles lijkt in control. Je hijst de vlag voor allerlei vermeende resultaten op het gebied van bijvoorbeeld efficiency, kwaliteit, of planning, maar in werkelijkheid laat je een verschraalde organisatie achter.
Tijd om wanorde, stress en pijn op te zoeken en te benutten. No pain, no gain!
Dr. Kees Tillema is organisatieadviseur en oprichter van Het Zuiderlicht Managementadviseurs.
Daarnaast doceert hij management accounting & control aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Hij houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe organisaties control en vertrouwen op onconventionele wijzen kunnen verbinden. Tillema is daarnaast klassiek musicus en instructeur full contact karate.
Klaarmaken voor élke toekomst
Als de coronacrisis ons één ding heeft geleerd, dan is het wel dat we nu weten hoe onvoorspelbaar (en soms onvoorstelbaar) de toekomst is. Tillema neemt ons daarom mee in de wereld van ‘antifragiliteit’, waarin we sleutels kunnen halen die ons klaar maken voor élke toekomst. Zijn verhaal is ook enigszins ongemakkelijk, want leiders en managers kunnen zich dan niet meer langer verschuilen achter allerlei gelikte methoden, technieken en stappenplannen rondom organisatieontwikkeling. De gemeenschappelijke deler van die benaderingen is immers de aversie tegen wanorde, onvoorspelbaarheid, gedoe en instabiliteit. De kernvraag van zijn bijdrage: hoe kunnen organisaties sterker worden van wanorde? Dan ga je slim gebruik maken van de volatiliteit van alledag. Tillema zijn bijdrage is vooral interessant voor mensen die creatieve risico’s willen nemen. Daarom gaat hij voorbij de voorzichtigheid van een wetenschappelijke insteek.