Milton Friedman beweerde in de jaren zeventig van de vorige eeuw dat het management van een onderneming maar één doel mocht nastreven: winst. Wetten zouden erin moeten voorzien dat het management geen beslissingen nam waarmee ondernemingen hun omgeving tot last zouden zijn. Zolang aan deze voorwaarde werd voldaan, kon het management volledig zijn gang gaan. Dat tij is volledig aan het keren.
Destijds begreep Friedman ook wel dat de wetten onvolkomen waren en dat het management dus ook over de (maatschappelijke) gevolgen van de bedrijfsvoering moest nadenken. Friedman wilde dat voorrecht echter aan de aandeelhouders overlaten.
De term langetermijnwaardecreatie kwam op
In de nieuwe Nederlandse corporate governance code, die in 2016 is geïntroduceerd, was het specifiek de term langetermijnwaardecreatie die opviel. We hadden natuurlijk wel al het stakeholdermodel en een oproep tot dialoog met de belangrijkste stakeholders, maar met langetermijnwaardecreatie werd er toch in een nieuwe term voorzien. Het was het antwoord op een doorslaande focus op aandeelhouderswaarde. De nieuwe term werd ook van inhoud voorzien, met naast onderwerpen als rendement, risico en operationele doelen, ook de maatschappelijke elementen voor ondernemingen zoals milieu, arbeidsomstandigheden, verantwoord ondernemen en ketenverantwoordelijkheid. Sinds de introductie van de nieuwe Nederlandse corporate governance code is langetermijnwaardecreatie helaas soms een buzzwoord geworden.
Waardecreatie verder expliciteren
Managers zullen hun uitleg over langetermijnwaardecreatie verder moeten expliciteren en dat kan door het op te delen in vier categorieën. Dat zijn economische en sociale waardecreatie en daarbinnen spelen dan interne en externe waardecreatie. Interne economische waardecreatie is gericht op onderwerpen waarbij de onderneming financiële waarde toevoegt in de eigen bedrijfsvoering. Denk aan ondernemerschap, innovaties, fusies en risicobereidheid. Externe economische waardecreatie is gericht op de toegevoegde financiële waarde die daaruit voort moet komen, zoals de financiële prestaties en aandeelhoudersrendement. Sociale waardecreatie richt zich op onderwerpen die lastiger meetbaar zijn, maar die door een organisatie vaak verankerd zijn in de missie: wat voor soort bedrijf wil je zijn? Hier speelt het in Nederland gehanteerde stakeholdersmodel een grote rol en de vraag wie je allemaal tot je stakeholders rekent. Intern richt zich dit vooral op de werknemers, op de cultuur, op ethische kwesties en op leiderschapsstijl. Extern is dit gericht op bredere maatschappelijke onderwerpen, zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen, werkgelegenheid in brede zin, productkwaliteit en ketenverantwoordelijkheid.
Lees ook: Ferdy van Beest: “Duurzaamheid kan ook geld opleveren”
Elementen voor in de jaarverslagen
Dit zijn daadwerkelijke elementen die ondernemingen in hun jaarverslagen kunnen gebruiken. De vraag was echter hoe langetermijnwaardecreatie expliciet te maken. De missie, visie en strategie kunnen aan de vier elementen worden opgehangen, maar dan moeten ondernemingen er ook heel expliciet cijfers over rapporteren en uiteindelijk op kunnen sturen. Zeker sinds de introductie van de nieuwe Nederlandse corporate governance code in 2016 worstelen ondernemingen daarmee. In de honderden jaren sinds het uitvinden van het boekhoudsysteem is accounting tot op de millimeter uitontwikkeld. Dit is relatief nieuw, onontgonnen terrein.
Er zijn wereldwijd meer dan tweehonderd initiatieven bezig om handen en voeten aan verslaggevingstandaarden voor niet-financiële informatie te geven
Meer dan tweehonderd initiatieven
Er zijn wereldwijd meer dan tweehonderd initiatieven bezig om handen en voeten aan verslaggevingstandaarden voor niet-financiële informatie te geven. Die tweehonderd initiatieven kiezen niet allemaal voor een integraal beeld van langetermijnwaardecreatie. Terwijl de economische aspecten op de sociale aspecten ingrijpen en vice versa. Als een onderneming bijvoorbeeld moet reorganiseren, omdat ze anders niet overleeft, dan is het sociale aspect het verlies van werkgelegenheid. Als alleen naar werkgelegenheid wordt gekeken, wordt voorbijgegaan aan het feit dat de ingreep economisch misschien hard nodig is voor het voortbestaan van de onderneming. Kortom, de vier kwadranten moeten samen worden geanalyseerd.
Integrated reporting heeft de toekomst
Integrated reporting heeft dan ook de toekomst. Dat is een mooie manier van verslaggeving, waarin economische, sociale en milieutechnische aspecten kunnen worden verwerkt. Veel ondernemingen zijn dan ook met een vorm van integrated reporting van start gegaan. De International Integrated Reporting Council heeft het concept van input, output en impact onder de knie gekregen. Maar de volgende stap is dus nog minder goed voor elkaar. Hoe de verschillende onderdelen kunnen worden gemeten. Het model moet daar ook verder voor worden uitgewerkt, zodat zaken, zoals CO2 uitstoot en medewerkerstevredenheid ook uniform worden gedefinieerd en gemeten. Daarbij is het voor de impact verstandig aansluiting te zoeken en te vinden bij de breed geaccepteerde Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Als laatste moeten investeringen ook aan weerszijden van de balans terugkomen. Leg uit wat je aan waarde creëert, maar ook aan waarde vernietigt. De negatieve bijeffecten worden nu nog te vaak genegeerd.
Afweging tussen economische en sociale waardecreatie
Dat is meteen ook het spannende aspect. Want ondernemingen die een belofte doen of inzicht geven in hun afweging tussen economische en sociale waardecreatie, kunnen hier dus ook op worden aangesproken. Dat is slecht voor de reputatie. Zeker op het gebied van beloftes op het niet-financiële vlak geldt het adagium: “practice what you preach”. Organisaties zullen zich actief moeten inzetten om hun kernwaarden te realiseren en daarover te communiceren, zoals Nike dat bijvoorbeeld doet.

Inspirerende boodschap
Nike lanceerde in Coronatijd een prachtige, nieuwe reclamecampagne. De videoclip heeft niet alleen een inspirerende boodschap, ‘You can’t stop us’, maar is ook heel divers. Nike werkt aan zijn imago. Bijvoorbeeld door moederschapsbescherming vast te leggen in nieuwe contracten en realistische paspoppen in zijn winkels te plaatsen. Nike kiest daardoor heel duidelijk voor diversiteit en inclusiviteit en blijft dit hanteren ook als dit soms gevoelig ligt. Dergelijke standpunten leiden ook weer tot herkenning bij klanten die graag bij hen willen horen en bij medewerkers die graag bij hen willen werken. Kortom, af van dat praatje voor de bühne, maar kernwaarden definiëren of herijken en in concrete doelstellingen verwerken waar ze ook op kunnen worden aangesproken en afgerekend. Passende niet-financiële kpi’s horen daar ook bij.
Greenwashing tegengaan
Daar komt bij dat Europese professionele beleggers, zoals pensioenfondsen en vermogensbeheerders, door de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), vanaf 10 maart 2021 verplicht zijn om niet-financiële aspecten van ondernemingen waarin ze beleggen te peilen. De nieuwe Europese regels moeten ‘greenwashing’ tegengaan. Deze verplichting vergroot de kans toeneemt dat financiers in de toekomst alleen nog zaken willen doen met ondernemingen die duurzaamheidsstreven hoog op de agenda hebben staan en daar over in meetbare en controleerbare prestaties over kunnen rapporteren.
Ondernemingen ontkomen er niet aan
Vanwege de innige band tussen financiers en ondernemingen zullen ondernemingen er niet aan ontkomen dat een zeer deugdelijke administratie betrouwbaar, tijdig en accuraat informeert over ESG-prestaties. Immers als financiers zich over hun financieringsbeleid moeten verantwoorden, dan is het ook te verwachten dat de verplichting die aan de financiële sector is opgedragen, doorsijpelt naar de afnemers van de financiële diensten en producten.
Volgens Rients Abma, directeur van Eumedion, de belangenvereniging van institutionele beleggers, noemt dat tijdens een (virtuele) bijeenkomst van de Franse vermogensbeheerder AXA IM een ‘enorme, complexe taak’. De grootste uitdaging is volgens hem: ‘Het gebrek aan relevante, betrouwbare, consistente en daarom vergelijkbare duurzaamheidsinformatie’ over de bedrijven waarin wordt belegd. Beleggers worden dus verplicht om het duurzaamheidsgehalte van hun beleggingen te publiceren, zonder dat beursfondsen al zo ver zijn. Er vallen onvermijdelijk gaten in het dashboard.”
Auteur: Drs. R.M. Kieft RA is zelfstandig gevestigd onder de naam Bureau voor Administratie en Controle Kieft (BACK) bv
Lees ook
De CFO en making true on purpose
Niet-financiële informatie: Bron van winst
CSRD heeft verstrekkende gevolgen voor ondernemingen